GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 27

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

OPENINGSREDE DR. J. DONNER. „Voor het eerst na de bevrijding mogen weder op den gebruikelijken tijd des jaars onze vergaderingen gehouden worden. Ook in dit opzicht geeft God weder de hervatting van den arbeid. Schadu^ wen en zorgen oafbiaken in het afg^-1 loopen jaar nieLlSpr. herdacht, terwijl h allen zich van hun'zitplaatsen verhieven, | het heengaan van prof. mr. J. Oranje | die in den bezettingstijd voor de V . u J tot zoo buitengewonen zegen is geweesM Spr. wees voorts op de toenemende financieele lasten die de offervaardigheid moeten scherpen. Vanzelf dringt dit ons tot rekenschap of de offers die de Universiteit in toenemende mate vraagt, terecht worden gebracht: of ons werk wezenlijke waarde heeft. Voor zulk een bezinning is trouwens in dezen tijd temeer reden, omdat zelfs van geestverwante zijde het bestaansrecht van een Universiteit als de onze betwist wordt. Wel is dat ook vroeger geschied men denke aan den strijd tusschen Kuyper en Bronsveld - doch men wijst thans op de verandering in de geesten, die aan een gescheiden arbeiden, voormaals misschien gerechtvaardigd, de basis ontneemt. Inderdaad is er sinds 1880 veel veranderd. Het optimisme, dat de gegevens van ervaring en verstand de oplossing van alle problemen zouden Ijrengen, is verdwenen. In de discussie, die zich sinds de bevrijding om ons hooger onderwijs heeft ontwikkeld, uit zich sterk de onvoldaanheid over dat onderwijs. Men gevoelt, dat men buiten het leven is komen te staan. Er is daarom een roep om vernieuwing. En daar voelt men behoefte aan een vasten grondslag; ook het (Wetenschappelijk bedrijf moet aan bepaalde waarden worden gebonden. Voor de beteekenis van het Christendom gaan de oogen open. Zoo vindt de V.U. in haar uitgangspunt, dat ook de wetenschap op een bepaalden grondslag moet worden geoefend, een formeele bevestiging. Maar is er materieel ook reeds de overeenstemming, welke de gescheidenheid zou kunnen opheffen? Daaraan ontbreekt nog veel. Want niet in piëteit en referentie tegenover het Christendom ligt de uitkomst; alleen in terugkeer tot den levenden Christus. Niet eenheid van cultuur en zeden, doch gemeenschap van geloof is noodig. Doch de ontwikkeling der geesten doet wel te sterker de roeping klemmen om voor den arbeid der V.U. weerklank te zoeken in een wereld die naar een vasten grondslag

tast. Want nimmer heeft de V.U. zich in een beperkten kring willen terugtrekken; zij beoogt het volksleven te be-' invloeden. En daarvoor zijn de aangrijpingspunten vermeerderd. Zoo kunnen we ons in ons bestaansrecht bevestigd voelen. Dit geeft echter geen reden tot zelfgenoegzaamheid. Integendeel, wij gevoelen te sterker, hoeveel aan dezen arbeid ontbreekt. Maar met temeer klem kan een beroep worden gedaan op allen, die - hetzij door materieelen steun, hetzij in den universitairen arbeid zelf - kunnen medewerken. Bovendie moet de Universiteit steeds gedragen worden door het gebed van hen, die in haar een ,,geloofsstuk" zien dat God te volvoeren geeft".

HUISHOUDEIjIJKE ZAKEN. Een poging om aan H.M. de Koningin een telegram van hulde en trouw te verzenden werd gedaan, doch slaagde niet omdat ook telegrammen niet voor verzending worden aanvaard. Na het vaststellen van den tekst van het telegram werden door de vergadering staande twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Het jaarverslag, dat vóór de vergadering in druk verscheen en aan alle leden en begunstigers werd toegezonden, werd zonder discussie goedgekeurd en vastgesteld. Ditzelfde geschiedde met de rekening over 1945, die wegens plaatsgebrek niet aan het verslag kon worden toegevoegd, doch v/aarover de Commissie van Toezicht op het geldelijk beheer een schriftelijk gunstig rapport en advies had uitgebracht. Aan den Penningmeester werd eervol decharge verleend met een woord van dank voor zijn veelomvattenden arbeid voor de V.U. In verband met de rekening werd er op gewezen dat de begrooting voor 1946 een reëel tekort aanwijst van f 63000.— en dat in het tekort niet is verdisconteerd het groote verlies dat de V.U. leed tengevolge van den roof, door den bezetter gepleegd in de laboratoria, waar kostbare instrumenten, meubilair en materialen verdwenen zijn. Wel is terzake door bevoegde instanties een toezegging gedaan, maar in tastbaar resultaat is nog niets ontvangen. Tot den afgetreden directeur mr. H. Bijleveld en den afgetreden curator, dr. J. Wessels, richtte de voorzitter woorden van dank voor hun werk voor de V.U. dat bijzonder in de oorlogsjaren zooveel vroeg. 11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

VU-Blad | 65 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

VU-Blad | 65 Pagina's