Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 19

Art. 2 van de Statuten der Vereeriiging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag. Het is, yv^l zaak in dezen goed te onderscheiden. W a n n e ^ ^ l ^ f ^ r Prof. Brugmans zegt, dat D r Kuyper ,,sprak van principieele wetenschap, die der bijzonder* Universiteiten en van indifferente wetenschap, die der openbare hoogescholen", *. dan'geeft hij, niet onderscheidende tusschen Universiteit en wetenschap, diens gedachtengang niet zuiver weer. Een bijzondere Universiteit behoeft geen principieele te zijn, en het gaat allerminst aan de wetenschap der openbare hoogescholen als indifferent te qualificeeren. Dr Kuyper heeft zelfs in zijn vermaarde discussie met Prof. van der Vlugt gezegd: ,,zonder geloof geen wetenschap" ^. Er is reden voor aan te nemen, dat hij toen ,,wetenschap" bedoelde in den hoogsteh, ,,geloof" in den meest algemeenen zin van het woord. Resumeerende kunnen w e zeggen, dat de V.U. is een vrije of bijzondere Universiteit, waar principieele, bepaaldelijk Gereformeerde, vvetenschap wordt gedoceerd. De vraag is gewettigd, óf zulk een instelling, die niet uitgaat van het openbaar gezag en rust op een levensbeschouvping, die door • de groote meerderheid van het Nederlandsche volk niet aanvaard wordt,' wel een nationale instelling mag heeten. Velen hebben het antwoord onmiddellijk gereed: zoo gij het noodig vindt voor u w speciale groep een eigen inrichting voor Hooger Onderwijs te hebben, die ge tooit met den naam van Universiteit, gij staat naast het Nederlandsche volk; verre van nationaal te zijn, zoekt gij juist de natie te verdeelen. Dit is ons in den loop der jaren telkens in allerlei toonaard, 'den meest feilen niet uitgezonderd, voorgehouden; onlangs nog weer in een boekje van Prof. van der Leeuw, getiteld: ,,Balans van Nederland". Er is van dit boekje veel goeds te zeggen: h e t is •in uitnemenden stijl geschreven, is frisch en oorspronkelijk en bevat veel, dat mstemming of althans overweging verdient. Een enkele maal valt het uit den toon, zoo in een passage als op p . 121, waar hij spreekt over het gebrek aan stijl, waardoqr ons volk zich volgens hem kenmerkt. j!,Wij weten n i e t " — zegt hij daar —r ,,hoe wij begraven, zelfs niet hoe wij sterven moeten, en het eénige, dat in het bijzonder wij Nederlanders in eigen stijl doen, is borrelen, hetgeen aangenaam en niet onbelangrijk is, doch voor het in stand houden van een cultuur niet genoeg". Het laatste zal ieder gereedelijk toestemmen; dat borrelen aangenaam is, zal door velen worden beaamd, roaar . . . . niet onbelangrijk? Men behoeft e r nog geen litotes in te zien om deze uitspraak zeer bedenkelijk te achten; men zou ze eer van een distillateur verwachten dan van een hoogleeraar in de theologie. Zij staat echter niet op zich zelf. De eenzijdigheid van allerlei afgestudeerden hekelende, zegt h i j aan het adres van de theologen het volgende (p. 143): ,,Wij keimen die theologen, die zich hun heelen studententijd hebben °^zig gehouden met Karl Barth, niaar van dien grooten man nog niet eens h e t bierdrinken hebber? geleerd, laat staan, dat zij ook maar iets zouden weten van de werking van een natuurwetenschappelijk geschoold brein of van

^xwJuWiqadeAlng, 1947 De eerste mededeelingen omtrent de V.U. dagen 1947 kunnen worden gedaan. O p 9 en 10 Juli worden de leden en begunstigers en belangstellenden verwacht in Scheveningen. Het ligt in de bedoeling bwdg. jlagen te verga(|eren in het Kurhaus. ^^BliSSS Woensdag de wetenschappelijke samenkomst met als referenten: 's morgens. Prof. D r . W . H. Gispen en 's middags. Dr W . P. Berghuis van Smilde. Des namiddags wordt voorts eeri^'samenkomst van Vrouwen V.U. Hulp gehouden. Woensdagavond, 9 Juli, is er een bidstond, waarin hoopt voor te gaan Ds B. Timmer van 's-Gravenhage. Donderdag, 10 Juli, is de eigenlijke jaarvergadering. Dan zal in de groote Kurzaal worden vergaderd onder leiding van den heer J. Schouten. Als sprekers hebben zich reeds bereid verklaard. Prof. Dr A. Sizoo en D r C. Tazelaar van Amsterdam. Waarschijnlijk zal in een volgend nummer van ons Wad/ meer kunnen worden medegedeeld, ook omtrent verdere sprekers en hun onderwerpen. Men noteere alvast deze data, en bezinne zich in de comitevergaderingen hoe gezamenlijk bezoek aan de samenkomsten zal worden georganiseerd.

de functionneering der grootbedrijven, welker arbeiders zij tot God moeten b r e n g e n " . Of men echter, om in dit dubbele eii in menig ander manco te voorzien, al een heel eind heen is, wanneer men van Barth het bierdrinken heeft geleerd, we wagen h e t te betwijfelen. M?ar dit in het voorbijgaan. Van meer belang in ons verband is wat hij zegt over onze verhouding tot het Nederlandsche volk. De ,,neo-gereformeerden" — zoo betitelt hij ons — , ,,zondigend ten opzichte van ons volk door een steriel isolement" (p. 13), vinden, evenals de Roomscb-Katholieken, hun plaats ,,veeleer nevens dan in h e t volksleven" (p. 14). Wat hem vooral mishaagt, is het gebruik van de benaming ,,Christelijk": Christelijke school. Christelijke pers, .Christelijk geloof, enz. Hiertegen protesteert hij, zich aansluitend bij een uitspraak van den ouden Gunning. Dankbaarheid ,,voor zoo ontzaglijk veel, dat christelijke scholen, vereenigingen en zelfs partijen voor ons volk hebben gedaan", mag ons geen seconde h e t groots«J£.waad, doen vergeten, dat de christelijkheid — historisch onverniijdelijk natuurlijk — in ons volksleven heeft aangericht. Zij heeft ons volk in twee helften gesplitst: de christelijke en de heidensche. Zij heeft de eêne bewaard en gered, maar de andere kalm 1787

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen