GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 78

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 78

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de vergaderingen in ons blad een breed verslag geven is alleen reeds met het oog op de ruimte niet mogelijk. W e zullen moeten volstaan met een korte weergave van het verhandelde en met uittreksels uit de redevoeringen. Alleen van de discussie in de wetenschappelijke samenkomst zal het verslag iets breeder zijn, ook omdat in de dagbladen daarvan geen weergave kon worden gegeven, daar de Pers In die vergadering geen toegang had.

Wetenschappelijke samenkomst. Toen op Woensdagmorgen te 11 uur de samenkomst door Prof. Mr H. J. Hellema geopend werd, was de ruime zaal reeds prachtig gevuld met een groot aantal bezoekers, waaronder vele hoogleeraren van de V.U., vele oudleerlingen, waaronder een groot aantal predikanten, en tal van studenten van de V.U. Dat onder de aanwezigen niet was Prof. Dr W . H. Gispen, de schrijver van het eerste referaat voor dezen dag over ,,Iraels verhaaldwang", was voor allen — niet het minst voor den referent zelf — uiteraard een groote teleurstelling. Prof. Gispen was door een plotselinge ongesteldheid, die gelukkig van niet ernstigen aard bleek, niet in de gelegenheid zijn referaat te verdedigen. Deze taak werd bereidwillig door Prof. D r G. Ch. Aalders op zich genomen, voorzoover hem dat mogelijk was, daar hij zich niet had kunnen voorbereiden. Alvorens de discussie te openen, deelde de Voorzitter Prof. Hellema het vorenstaande mede. Prof. Goslinga, die over het referaat het woord voerde, zegt er zeer veel van geleerd te hebben. Toch heeft hij den titel bevreemdend gevonden, volgens hem dekt deze den inhoud niet. Op blz. 12 van zijn referaat, zegt Prof. Gispen: , , ' t doel is: aan te toonen, dat er in de oude Semitische litteraturen en met name in het O . T . een tendenz valt waar te nemen tot het vormen van grootere eenheden. Maar, aldus Prof. Goslinga, kan men dit dwang noemen? Misschien is deze term onder Semitici gebruikelijk, maar volgens hem kan men beter een ander woord gebruiken. Dr Ridderbos is 't niet eens met de beschouwing van de volgorde van de psalmen, die Delitzsch en Böhl voorstaan en waar ook Prof, Gispen zich wel eenigermate in kan vinden. Volgens hen bestaan er tusschen twee opeenvolgende psalmen vaak gedachtenassociaties. D r Ridderbos: Dit betoog gaat ook op, als ik andere, willekeurige volgorden neem, bijv. 4-14, 5^-ij en 6-16. Verder bestaat er even weinig verwantschap tusschen 9 en 19a als tusschen 18 en iga. Ook de grootte van 't psalmboek is voor Dr Ridderbos niet een brandende quaestie. De Grieken hebben ook een rijke litteratuur gehad. Ook hij begrijpt den term ,,verhaaldwang" niet. Prof. Woltjer begint met een woord van sympathie aan Prof. Gispen en aan Prof. Aalders, die zich voor een moeilijke, ondankbare taak ziet geplaatst, om ' t referaat van iemand anders te verdedigen. Deze taak is te moeilijker, daar Prof. Gispen een meer aphoristische geest is, terwijl Prof. Aalders de synthese zoekt. Daarom zal Prof. Aalders misschien niet overal afdoend antwoord op kunnen geven. 1826

Nu komt hij tot het referaat. Heeft Prof. Aalders ook niet den indruk, dat de titel den inhoud in ' t geheel ; niet dekt? O p blz. 4 zegt Prof. Gispen ,,Ik versta onder ? verhaaldwang: tendenz tot het vormen van grootere, • eenheden. Dit is volgens Prof. Woltjer niet juist. Wat bedoelt Prof. Gispen met verhaal? Verhaalvorm? Maar dan zijn we op het terrein van de litteraire critiek. Dat zal Prof. Gispen toch niet bedoeld hebben. . Naar aanleiding van blz. is, waar Prof. Gispen Tedersen aanhaalt met wien hij deels meegaat, en die hij deels bestrijdt, zegt Prof. Woltjer: ,,Non taliauxilio" of 't er mee eens zijn, of ' t verwerpen. Ook constateert hij verwarring van ,,verhaalvorm" en ' t aaneenrijgen van verhalen, die toch een bepaalde eenheid vormen (vlg Herodotus) op blz. 11, waar Prof. • Gispen zegt: ,,Ook in den Pentateuch kan men m.i. een gebruik van gedachtenassociaties tot bereiken van de eenheid van het verhaal constateeren. Natuurlijk is primair bij elk geschiedverhaal de door de feiten zelf aan de hand gedane opeenvolging. Wat wil dat woord primair daar , zeggen? Wat houdt ' t voor verband met ' t voorafgaande? ï Tenslotte: Zijn de kenmerken, die hier aangewezen • worden specifiek Semitisch, kan ook het tijdselement niet een groote rol hebben gespeeld? Prof. Dr A. Sizoo uit zijn waardeering voor bladzijde 15^ van het referaat. Heeft hij het goed begrepen, dan is er in de Spreuken een verzameling van wijsheid, gebaseerd op de decaloog. Hij ziet hierin echter geen enkele logische volgorde. Zou men in ieder ander boeJc ook geen grondgedachten uit de decaloog kunnen terugvinden? Prof. Waterink maakt op psychologische gronden bezwaar tegen het woord dwang. Hij zou de voorkeur geven aan een anderen term. Dan komt Prof. Aalders aan het woord, ' t Spijt hem, dat Prof. Gispen niet aanwezig is. Temeer, daar de meeste opponenten hebben gevraagd: ,,Wat bedoelt Prof. Gispen?" Daar kan hij ook geen antwoord op geven. Hij kan niet meer uit het referaat halen, dan er in zit en de anderen er uit hebben gehaald. Aangaande den titel: Prof. Gispen heeft zelf waarschijnlijk ook ' t bezwaar gevoeld, vandaar de aanhalingsteekens. Prof. Aalders zou den term niet hebben genomen. Wel heeft Prof. Gispen gewezen op een merkwaardige tendenz in 't O-T. die de moeite van het onderzoek zeker waard is. Aangaande de volgorde van de psalmen kan Prof Aalders ' t ook niet met Delitzsch en Böhl eens zijn. Hij haalt als voorbeeld aan de liederen Hamaaloth. Naar aanleiding van Prof. Woltjer's opmerkingen: Verschillende gedachten hebben Prof. Gispen door het hoofd gespeeld. De tendenz, waarop hij wijst, is er inderdaad, vgl. Jeremia, Jesaja 36—39, Hooglied, Prediker. Men moet bij de Profeten geen critiek gaan leveren, die tot versplintering leidt, zooals men dat bij Jesaja wil. Als men deze tendenz respecteert, hoeft dat ook niet. Naar aanleiding van Prof. Woltjer's splitsing van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's