GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 28

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

treden gewroken. Ook onze Universiteit heeft niet steeds voldoende haar hooge doel: de natie ten zegen te zijn, voor oogen gehouden. Daarvan plukken we in onzen tijd de kwade vruchten. Want nu komt Hoedemaker, die in zijn leven v\reinig toegewijde volgelingen had, die met de confessioneele vereeniging, waarin hij zulk een voorname plaats had ingenomen, breken moest, omdat ze in zijn oog partij, groep, geworden was, en die als eenzame gestorven is, naar voren. De oorlog heeft ons aan onszelf ontdekt. Wij hebben ons, God zij er voor gedankt, Nederlanders leeren voelen. Er is iets, dat ons samenbindt, wie we ook zijn en wat we ook d e n k e n " . ^^ Intusschen, welke richting men ook uit koerst, gevaren dreigen er altijd. Wie de Scylla van het isolement vermijdt, loopt alle kans schipbreuk t e lijden op de Charybdis^van te groote ruimhartigheid. Ik zou hier kunnen wijzen op het gevaar van een te nauw samengaan met, ja zelfs fusie van, principieel uiteenooopende partijen; het is echter mijn doel niet het terrein der actueele politiek te betreden. Liever wijs ik er op, dat Prof. Van der Leeuw duidelijk de wenschelijkheld uitspreekt, dat Roomschen en Protestanten ophouden met pogingen om elkander te bekeeren (p. 72). Het laat zich niet verwachten, dat de Roomschen daartoe bereid zullen zijn; het is trouwens van hen ook niet te vergen, evenmin als van ons. In de dagen der coalitie is dat van geen van beide zijden ooit gevergd. Dat door bekeeringspogingen over en weer aan de volkseenheid afbreuk gedaan wordt, betwijfel i k ; eer zou ik vreezen, dat zij bij de opheffing van het processieverbod schade lijden zal, terwijl prof. Van der- Leeuw-juist ,,schade" ziet, ,,wanneer Protestantsche eigendunk geen processie op straat wil zien" (p. 72). W a t wij bij de beoordeeling van de vraag, in hoeverre onze groep ten opzichte van ons volk te kort geschoten is, billijkheidshalve niet mogen vergeten, is, dat bij de Nederlanders in het algemeen het nationaal besef te wenschen overlaat. Wij hebben wel eenige nationale liederen, maar hoevele, die ieder kent? De vreemde ovérheersching heeft dat besef stellig verlevendigd en verdiept, al gaat Van der Leeuw's bewering, dat ,,eerst de Mof ons geleerd heeft, dat wij een echt volk zijn" (p. i i j ) mij te ver. Dat is ook wel gebleken b.v. bij de geboorte van Prinses Juliana en bij het overlijden van Koningin Emma. Wij hebben echter een bijzondere aanleiding noodig om ons nationaal besef te toonen; wij schamen er ons zoo licht voor, ons gevoel te laten spreken, maar daarom is het er wel, en als de gelegenheid daartoe dringt, dan spreekt het ook, en dan even sterk bij ons Gereformeerden als bij onze andersdenkende landgenooten, misschien nog wel sterker. Wie heeft in 1866 en ' 6 7 , toen in breede kringen van ons volk gevreesd werd, dat na de inlijving van SleeswijkHolstein, Hannover,en Hessen, ons land'aan de beurt zou komen om door Pruisen te worden opgeslokt, meer voor onze nationaliteit op de bres gestaan dan Groen? Kan men duidelijker zijn dan hij, die ten overstaan van Europa uitdrukkelijk verklaard heeft: ,,nous ne voulons pas être annexes"? •'^ 1796 •

Ik behoef er niet meer van te zeggen; wie hierover en ook aangaande zijn principieel protest tegen de politiek van Bismarck nader ingelicht wil worden, leze het artikel van mijn a.'s. collega Smitskamp in Antirevolutionaire Staatkunde van 1936. En behoef ik U nog in herinnering te brengen, welk aandefel onze volksgroep gehad heeft in het verijdelen van Troelstra's poging in 1918. o m , de Koningin op zij t e dringen? Ook in de jaren der Duitsche ovérheersching heeft zij zich allerminst onbetuigd gelaten. Prof. Van der Leeuw erkent volmondig, dat de ,,neogereformeerden" in het verzet ,,een groote factor en sonfe er de kern van. geweest zijn" (p. 13). ,j?Sfi|K^''. ' Het doet zonderling aan, dat hij in hetzelfde verband spreekt van ,,zondigen ten opzichte van ons volk door een steriel isolement". Anderen gaan echter nog verdef. In zijn in Juni verschenen brochure ,,Het Nederlandsche Volkskarakter" schrijft Dr Staverman: ',,De kerkelijke partijen gaan met -dezelfde gemoedsrust als vroeger voort met ons volk te verdeelen in elkaar vijandige partijen" (p. 21). Zelfs ontziet hij zich niet deze ontboezeming te slaken: ,,Hadden wij in plaats van ons geld aan onderwijs weg te gooien en ons volk door zijn bizondere scholen in een aantal van elkaar afkerige groepen te verdelen en de kerken eenige millioenen toe te schuiven, onze weermacht versterkt en Indië verdedigd, wie weet, hoe anders het had kunnen lopen, zooal niet hier, dan toch in het oosten?" Dat is wel heel kras, dat afschuiven aan de kerken, in het algemeen en zonder eenige beperking of preciseering, en dat verdeelen van ons volk door de bijzondere scholen, waaraan zelfs de capitulatie van Indië geweten wordt? Alsof Dr Colijn, toch op en top voorstander van het bijzonder onderwijs, niet indertijd een vlootwet voorgesteld heeft? En dan, heeft ons volk niet zelf, toen het de vrije keus had, in groote meerderheid voor het bijzonder onderwijs gekozen, en is het niet veeleer zoo, dat juist door het uit h e t volk zelf opgekomen onderwijs de volkskracht versterkt is? Heeft dit zich tijdens de bezetting niet prachtig gehouden, gelijk trouwens ook de kerken? Dr Staverman schijnt hier nooit van gehoord te h e b b e n ; hij heeft niets geleerd en niets vergeten en zingt ons nu nog het oude liedje vin de volkseenheid voor. Na den Franschen tijd is dat ook aangeheven, en wat heeft de Restauratie ons gebracht? Knechting van de Kerk, bevestiging van het onderwijsmonopolie en een vereeniging met België, die de kiem der ontbinding in zich sloot. En nu, na den Duitschen tijd, laat zich dat sirenengezang weer hooren. Laat er U, Dames en Heeren, niet door uit den rechten koers brengen! Gij zult daarom geen minder goede Nederlanders zijn. Of hebben diegenen onder U , die den bezettingstijd hebben meegemaakt, zich geen echte vaderlanders betoond? Zij hebben -het ware karakter der overheerschers eerder onderkend dan vele ouderen. Was in de oogen van dezen het Duitsche volk altijd nog min of pieer ,,das Volk der Denker und D i c h t e r " , zij hebben al spoedig begrepen, dat men het veeleer moest noemen ,,das Volk der Henker imd Vemichter"."En verscheidenen hunner hebben hun t r o u w aan Vorstin en. Vaderland met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's