Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 49

TROF. DR R. HOOYKAAS:

EEN ONUITROEIBAAR MISVERSTAND Uit het voorlopig verslag van de Tweede Kamer over het ingediende ontwerp ter wijziging en aanvtdhng van de Hoger Onderwijswet blijkt, dat sommige leden erkenden de betekenis van christelijk onderwijs voor de theologische, juridische en litteraire faculteiten, maar niet inzagen, dat de wis- en natuurkunde en de medicijnen op bepaalden geestelijken grondslag beoefend worden. Blijkbaar beeft het spookbeeld van de 'christelijke' natuurkunde en de 'gereformeerde" scheikunde deze afgevaardigden verontrust. Maar als we erkennen, dat de geest van den mens niet in hokjes verdeeld is en er tussen al zijn opvattingen onderling verband bestaat, zou er dan geen invloed zijn van de rehgie op de beoefening der natuurwetenschap ? Als in een hchaam een belangrigk orgaan ziek is, is dan het gevaar, dat ook andere delen gebreken tonen niet veel groter dan wanneer dit orgaan gezond is? Met andere woorden: het centrum van ons leven is van enormen invloed op den buitenkant, de religieuze (of anti-reUgieuze) opvattingen, die men heeft, bepalen mede de conclusies, die men mt de gegevens van zintuigelijke waarneming en wiskundige berekening trekt. De opvatting, dat christelijke religie en natuurwetenschap niets met elkaar uit te staan hebbeu, is niet alleen simplistisch, maar zij is ook uitermate gevaarUjk. De aanhangers der marxistische religie (het marxisme is ook een religie, al is het dan een valse !) bewijzen er de onjuistheid van. In Rusland wordt de natuurwetenschap direct in dienst gesteld van de communistische ideologie; we zien hoe daar geleerden, die tot voor het commtinisme onwelgevaDige conclusies komen, uitgeschakeld worden. Wat zich aan de 'neutrale' universiteit van Amsterdam afgespeeld heeft bij de benoemingen voor de 7de faculteit kan zich heel goed herhalen óók bij benoemingen voor de medische en natuurphilosopfaische faculteiten. Men denke maar aan het marxistisch kabaal naar aanleiding van de benoeming van een gereformeerd hoogleraar in de medische faculteit; zogenaamd omdat daardoor de neutraUteit in gevaar kwam, in werkelijkheid omdat het marxisme zich van een invloedssfeer beroofd zag. Engelse biologen, bijv. de bekende Julian Huxley, trekken uit hun 'natuurwetenschap' de conclusie, dat de mensheid hard vooruitgaat, dat zij zichzelf kan verlossen, dat de mens op den duur zijn eigen onsterfelijkheid kan verwerven, dat het chmtendom e ^ t e r een dom bijgeloof is. De eredoctor

der Groningse Universiteit, J. B. S. Haldane, stelt zijn 'natuurwetenschap' in dienst van een campagne tegen den christeUjken godsdienst en vóór het communisme. Reeds in de 17e eeuw hebben grote christelijke natuuronderzoekers als Boyle ingezien dat de natuurwetenschap dikwijls vervalst wordt door hen, die zeggen haar grote bewonderaars te zijn. We zouden dus de stelling willen poneren, dat de ware wetenschap het veiligst is ouder de hoede van het christelijk geloof. De belijders daarvan behoeven volstrekt geen poging te doen om hun mening met behulp van de natuurwetenschap te redden. Wetend, dat het christelijk geloof niet op menselijke mening, maar op Goddelijke openbaring berust, onderzoeken zij vol vertrouwen Gods openbaring in d e natuur en waken er ook daar voor hun eigen mening in plaats van Gods werk te laten spreken. Uit het werk van Kepler, Pascal, Boyle, Newton, Ray, Linnaeus, Leeuwenhoek enz. blijkt, dat deze onderzoekers hun natuurwetenschap allerminst los van hun religie gezien hebben, al hebben ze volkomen terecht wel methodisch een scheiding gemaakt. Maar een Haeckel, een Huxley en een Haldane hebben hun natuurwetenschap evenmin van hun atheïsme of materialisme gescheiden; integendeel, zij hebben steeds de conclusies uit resultaten der natuurwetenschap vervalst en gaan voort die te vervalsen om hun eigen menselijke stelsel te redden. Natuurlijk menen we allerminst, dat een nietchristen geen groot natuuronderzoeker kan zijn, want dan zouden we met de duidelijke feiten in strijd zijn en ook zeggen we niet, dat een christen per se een goed natuuronderzoeker zal zijn. Eén ziek orgaan brengt niet noodzakelijk mee, dat alle andere daar duidelijke gevolgen van ondervinden en een gezond hart is geen waarborg, dat alle andere organen goed functionneren. Wij willen slechts betogen, dat het christelijk geloof en de beoefening der natuurwetenschap niet los van elkaar staan, dat het eerste het laatste in gunstigen zin beïnvloedt. Een universiteit is echter een instelling waar niet alleen wetenschap beoefend wordt, maar ook wetenschap onderwezen wordt. Nu zien we, dat het onderwijs in de natuurwetenschap minstens evenzeer als dat in de wijsbegeerte, rehgie, geschiedenis, economie enz. dikwijls (gelukkig niet altijd) in dienst gesteld wordt van anti-christeUjke propaganda. Vooral het marxisme vervormt de natuurwetenschap 1901

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen