GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 74

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 74

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

den anderen kant doorslaat. Kohlbrugge ging al iet» te ver, vandaar al dat misverstand. Daarna spreekt Prof. Berkouwer over de interpretatie van Augustinus, waar ook Kohlbrugge's invloed merkbaar is. Men verwijt aan Augustinus synergisme, d.i. de opvatting, dat de mens meewerkt om zahg te worden, dat 't niet uitsluitend Gods genade is. Een tweetal opmerkingen over Barth met een woord van Kohlbrugge zelf, besluiten dan het referaat. Prof. Dr D. Nauta spreekt zijn grote waardering uit over het referaat. Hij wil enkele kleine opmerkingen maken. In de eerste plaats over de Zuiderkerk in Amsterdam, die volgens het referaat staat op de Kloveniersburgwal, dit is onjuist. Prof. Berkouwer antwoordt, dat hij deze onjuistheid op verschillende plaatsen heeft aangetroffen en ook overgenomen. Het gaat hem om het feit, dat Kuyper in die kerk Kohlbrugge heeft laten optreden, hetgeen hij tekenend vindt voor Kuyper's houding tegenover Kohlbrugge. Verder vraagt Prof. Nauta de mening van Prof. Berkouwer over den persoon van Kohlbrugge. Hij is van oordeel, dat 't toch waarschijnlijk niet lag aan dê theologie van Kohlbrugge alleen, dat hij zo is vereenzaamd. Prof. Berkouwer is het hiermee eens. Kohlbrugge wordt over 't algemeen geschetst als een figuur, die zich soms sterk op den voorgrond plaatste en daardoor afstootte. Hij wijst op de grote betekenis van de persoonlijkheid van den brenger van het Evangehe. Daarna merkt Prof. Nauta nog op, dat Kohlbrugge geen enkel systematisch werk heeft geschreven. Prof. Berkouwer verklaart dit door de grote intensiteit, waarmee Kohlbrugge moest optreden om zich tegenover de beschuldiging van antinomianisme (d.i. het de wet op zij zetten) te verdedigen, waardoor hij telkens moest terugvallen op het grondmotief van zijn theologie en er niet toe kwam om het uit te werken. Dr V. d. Zanden vraagt aan Prof. iBerkouwer, hoe Barth zich zal kunnen verenigen met de visie van Kohlbrugge op het werk van den Heiligen Geest. Verder vraagt hij zich af, hoe Barth er toe kan komen, neer te schrijven, wat Prof. Berkouwer citeert aan het einde v a n zijn referaat, n.l. 'Kohlbrugge's Schranken', waar Barth tegenover de eenzijdigheid van Kohlbrugge stelt de evenwichtigheid v a n Calvijn, ,die telkens twee woorden spreekt, waar Kohlbrugge er één gebruikt. Barth heeft zelf altijd gefulmineerd tegen het 'und' van Brunner, hij heeft altijd radicaal wiUen zijn, n u gaat hij opeens dat radicalisme afwijzen. Prof. Berkouwer meent al duidelijker op te merken, dat Barth's denken de richting uitgaat van een theologie der genade, en dat er door Barth's 1910

jongste publicaties hoe langer hoe meer licht valt op de eigenlijke bedoehng van zijn theologie, licht, dat misverstand wegneemt. Barth komt, evenals Kohlbrugge, door Schriftonderzoek hoe langer hoe meer onder den indruk van het werk van den Heiligen Geest, en zo is ook deze laatste opmerking van hem te verklaren. Dat Barth dichter bij ons komt, zou Prof. Berkouwer zonder meer niet willen beweren, door de vele compUcaties en het geheel eigensoortig niveau van zijn denken. Dr V. d. Zanden vraagt dan aan Prof. Berkouwer, waarin hij zoekt de continuïteit, het doorlopende van de heiligmaking, het werk van den Heiligen Geest in ons. Dit is volgens Prof. Berkouwer een zeer moeilijke kwestie, die alleen in het geloof is op te lossen, wij moeten daaraan vasthouden, ondanks alle uiterlijke schijn, in de verwondering over Gods bewarende genade. Daarna komt Prof. de Gaaij Fortman aan het woord. Hij waagt zich als jurist op het gUbberig pad der theologie, immers, de theoloog durft zich ook wel in juridische problemen te steken. Hij wijst op het opmerkelijke feit, dat Barth en Augustinus beiden telkens teruggrijpen op den brief aan de Romeinen, en toch tot zo verschillende conclusies komen. Prof. Berkouwer waarschuwt tegen het benaderen van Augustinus vanuit den modernen tijd, men mag de interpretatie van Romeinen tiit twee zo verschillende tijdperken niet zonder meer vergelijken. Dr Praamsma wil nog iets meer weten over de reactie-theologie, waarover Prof. Berkouwer waarschuwend heeft gesproken. Prof. Berkouwer wijst er op, dat men in de reactie nooit goed naar den Bijbel kan luisteren. Verder licht Prof. Berkouwer nog toe de passage over de onwederstandelijke genade, die soms wordt beperkt t o t het beginpunt van de werking Gods, en dan voor het vervolg wel kan worden tegengestaan. D a t is volgens Prof. Berkouwer onjuist. Dan zegt hij nog enkele woorden over het beeld Gods bij Kohlbrugge. Kohlbrugge wil er niet aan, dat de mens geschapen is naar het beeld Gods, neen, zegt hij: 'in het beeld Gods, in de sfeer ervan, in de sfeer der genade'. Deze lijn is bij Barth niet zonder meer door t e trekken, de situatie is daarvoor veel te gecompliceerd. Ds Diemer wijst nog op het rustige evenwicht in de Gereformeerde theologie, als men zich daarvan eens Het doordrenken, zouden dan niet heel w a t discussies uit de wereld zijn geholpen? Prof. Berkouwer wijst dan op de actualiteit van Calvijn, ook nu nog, in alle twistpunten. Dan wordt de vergadering geschorst tot drie uur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

VU-Blad | 113 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

VU-Blad | 113 Pagina's