GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1953 - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1953 - pagina 9

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

doch is overigens van oordeel, dat Godée Molsbergen in dat gebed ten onrechte 'een mengsel van godsdienst en handelsgeest' gezien heeft. In Van Riebeeck's tijd, zo zegt hij, werd er sterk de nadruk pp gelegd, dat het gehele leven dienstbaar moest zijn tot Gods eer. 'In die raamwerk van die Calvinistiese eenheidskultuur wat Van Riebeeck vertegenwoordig het, was die handelsbelange van die Kompagnie dan ook nie geskeie van sij godsdienstige overtuiging nie.' In het samengaan daarvan zal voor Van Riebeeck's besef geen tegenstrijdigheid gelegen hebben. Mag men Dr Leipoldt geloven, dan was zijn gade, Maria Quevellerius, dezelfde gevoelens toegedaan, die hij hem toeschrijft. Hij beroept zich dan op een voor haar zeer waarderend getuigenis van een Fransen missionaris, die een klein jaar aan de Kaap heeft vertoefd, doch hij leidt daar alleen uit af, dat deze geestelijke geconstateerd heeft, dat zij zonder vooroordeel over Rooms-Katholieken spreken kon. Leest men echter 's mans getuigenis nauwkeurig, dan blijkt, zoals ook Dr Anna de VUliers heeft opgemerkt, daaruit duidelijk, dat zij, al zou zij geen ogenblik de eisen der wellevendheid uit het oog verhezen, wel ter dege haar geloof wist te verdedigen; de missionaris noemt haar zelfs 'bien versée dans les Ecritures'. Het is volkomen verantwoord, dat het door Nederland toegezegde standbeeld van deze hoogstaande vrouw, wel niet uit een adellijk Frans geslacht gesproten, maar dochter van een Waalsen predikant, straks tezamen met dat van haar Echtgenoot, de 'Poort van Afrika' zal flankeren. Bij het leggen van den hoeksteen dier Poort door Dr Malan, eersten Minister der Unie, hebt Gij, waarde Dr van der Merwe, een vooraanstaande plaats ingenomen, als Voorzitter van de Centrale Feestcommissie. Dat men U daartoe benoemd heeft, is allerminst te verwonderen. Gij behoort tot een van de oudste geslachten van Uw volk. Het was in 1660, dat Willem van der Merwe uit Broek in Waterland aan de Kaap kwam, waar hij eerst als busschieter in dienst der Compagnie werkzaam was, doch reeds het volgende jaar, nog onder het bewind van Van Riebeeck, het vrijburgerschap ontving. Zijn nazaten hebben zich in den loop van den tijd niet alleen over Kaapland, maar over de gehele Unie en tot in Zuidwest-Afrika verbreid. Hun aantal wordt thans op 23000 geschat. Vandaar dat wanneer, zoals in een ook hier niet onbekend Afrikaans gedichtje tot twee maal toe gezegd wordt: 'My naam is Van der Merwe', dit op zich zelf even weinig zegt als wanneer iemand hier te lande zich zonder meer Jansen of De Jong noemt. Doch voegt men daar Uw titel en voorletters bij, dan weet heel Uw volk, met wien het te doen heeft, den predikant uit de stad van J a n van Riebeeck, tevens een vooraanstaande figuur uit de Nederduits Gereformeerde Kerk, die in zijn midden zulk een breede plaats inneemt, meer dan eens moderator van

de Synode van de Kerk in de Kaapprovincie en Voorzitter van den 'Raad van Kerke', die het contact met de kerken van de drie andere provinciën der Unie onderhoudt en namens deze zitting heeft in de Commissie voor de algemene belangen, die zij en de twee andere kerken van Nederlandse herkomst, de Nederlands Hervormde en de Gereformeerde Kerk, met elkander gemeen hebben. Van Uw betekenis voor het gehele Hollands-Afrikaanse volk getuigt- ook het feit, dat Gij een van de voorzitters waart van het Volkscongres, in 1947 te Johannesburg gehouden, waar afgevaardigden uit de gehele Unie bijeenkwamen en alle aspecten van het volksleven werden bezien. Gij kunt onder Uw volk met recht beschouwd worden als een representatieve figuur, en het is deswege, mede in verband met wat ik aan het begin gezegd heb, waarde Dr van der Merwe, dat ik thans namens den Senaat der Vrije Universiteit, krachtens zijn bevoegdheid, door koninklijke machtiging verleend, en ingevolge zijn besluit van 7 December 1951». U, Abraham Johannes van der Merwe, verklaar te zijn doctor in de Letteren en Wijsbegeerte met alle rechten, die door de Wet of de gewoonte aan dit doctoraat zijn verbonden — honoris causa. Het is mij een voorrecht de eerste te mogen zijn, die U geluk wenst. God geve U Uw dubbelen titel nog lang en met ere te dragen! Vergun mij hieraan nog een kort woord toe te voegen. Het is met groot genoegen, dat ik met U kennis gemaakt heb. Ik heb in U ontmoet een warm vriend van ons land en ons volk. Gij zijt in Uw jonge jaren naar het oude moederland getogen om, te Utrecht, Uw theologische studiën te Voltooien. Met een Nederlandse vrouw verbindt U de heilige huwelijksband. Gij hebt te Kaapstad, te midden van Uw gemeente, steeds met ons volk meegeleefd, in dagen van droefheid zowel als van vreugde, bij het overlijden van Koningin Emma en gedurende de Duitse bezetting"; ook bij het huwelijk van onze tegenwoordige Vorstin en toen het uur onzer Bevrijding sloeg. En voor Uw eigen volk ziet Gij alleen heil, wanneer het, onder sterk gewijzigde omstandigheden, niettemin getrouw blijft aan zijn eigen karakter, dat goeddeels bepaald is door wat het in de 17de eeuw uit het moederland heeft meegekregen. Volgens Prof. Besselaar is dit 'de zegen voor Zuid-Afrika, dat de stichting van de Kaapkolonie in den tijd viel, dat het Calvinisme op hoogwatermerk stond'. De Kerk, die Gij dient, heeft zich in den strijd tegen verengelsing een hecht bolwerk betoond. Zij blijve dat in de toekomst, tezamen met de beide zusterkerken! En de strijd om het behoud van het nationaal karakter gaat weer niet om buiten dien tegen allerlei ideologieën, die ook te Uwent vat op de geesten pogen te verkrijgen. Dat Gij, Dr Van der Merwe, al wat in Uw vermogen is zult doen, opdat Uw volk blijve leven uit den wortel van zijn bestaan, daarvan houd ik mij overtuigd. 2325

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

VU-Blad | 104 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1953 - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953

VU-Blad | 104 Pagina's