GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 7

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

besef van mijn verantwoordelijkheid voor Hem aanvaard ik dit werk. En ik vertrouw, dat Gij van mij niet meer zult eisen en verwachten dan wat ik met de toewijding van alle krachten en gaven, welke God mij verleende en met de inzet van de liefde mijns harten zal vermogen". Tot zijn kollega's zeide hij: „Veel geven kan ik U voorlopig niet, dan alleen mijn trouw". Aan het adres der kerken: „Laat mij voorts U de verzekering geven, dat ik, naar de mate mijner gaven, waar nodig, hoop mede te arbeiden aan het heil van die kerken, welke U en mij lief zijn". * ** Mij dunkt, dat niemand zal schromen - hoezeer l'histoire contemporaine" een hachelijke zaak is, wij zijn het ons bewust, professor! - te verklaren, dat Zijn Weleerwaarde Hooggeleerde deze woorden van belofte heeft waar gemaakt. Dat kloeke wetenschappelijke prestaties van hem verwacht mochten worden, was meer dan voldoende gegrond in zijn dissertatie - verdedigd en cum laude bekroond 5 juli 1935 in het gerenommeerde „Gebouw van de Maatschappij voor de Werkende Stand te Amsterdam over Samuel Maresius. Hierover voor ons volk - niet ter opfrissing van uw memorie, professor, wie zou dit wagen? - toch enkele gegevens. Dit werk is hét model voor een wetenschappelijke biografie genoemd. Het is een boekwerk van 416 (grote) bladzijden plus 177 pagina's bijlagen, plus nog een serie

bladzijden voor litteratuurlijst en register, totaal 623. Daarin verwijzen bijna dertien honderd (1291) voetnoten de weetgierige de weg, voor het geval hij nog niet voldoende geëtaleerd ziet, en wordt de kleinste kleinigheid met de in anderen geprezen akribie verantwoord. Daarin staan echter ook bladzijden, als over het sterven van Maresius, die als een roman gelezen worden. De inaugurele oratie gaf, uiteraard in klein formaat, een even degelijk werk, waarvan de uitgave op meerdere publicaties deed hopen. En zo begon prof. Nauta, wiens hart er toch ook wel toe geneigd had om liever in „het rustige en vriendelijke Zuidhollandse dorpje" Woubrugge te blijven (inaug. or. blz. 33 - u hebt ons geleerd altijd de bron te vermelden, professor!) - zo begon de 37jarige zijn hoog gewaardeerd maar ook zeer précair ambt van hoogleraar in de Kerkgeschiedenis ca. Doceren voor kandidaats en doctoraal aan studenten aankomende in „een in vele opzichten boze tijd" (a.w. blz. 36), waarin de historie stiefkind werd en al spoedig een wereldoorlog velen alleen het heden belangrijk achten. Toch kwam er een boeiend doctoraal college en werden de lijnen voor een eigen historiografie getrokken, toch kwamen er kerkhistorische dissertaties, die dank zij de promotor a priori als betrouwbaar golden. *

H*

*

Er kwam ook het „volle leven" met al zijn verwikkelingen voor de kerken. Door kwaad en goed gerucht werd het praeadviseurschap van deze hoogleraar wel haast onmis-

baar. Er kwam gevaar van dit en moeite van dat en daarbij „de zorg voor al de gemeenten" (2 Kor. 11 : 28). Het geheim van het welslagen van een mens, schreef dr. L. Knappert eens, men bedenke het wel, ligt met name ook in zijn gezondheid. Daarbij mag gevoegd, dat 's mensen levensweg óók wordt bepaald door de aanwezigheid of het gemis van medewerkers die bepaalde taken al of niet kunnen overnemen. Professor Nauta heeft vanwege het laatstgenoemde zich telkens en telkens ingezet voor wat niet direkt wetenschappelijke arbeid is, maar wat wel van hem, juist als hoogleraar in de kerkgeschiedenis en het kerkrecht aan de V.U. werd verwacht. De gereformeerde kerken zijn hem daarvoor dankbaar, haar afgevaardigden mogen al met vrees en beving hun rapporten onder zijn kontrole zien doorgaan, waarbij ook de punten en komma's aan oog noch potlood ontgaan, een vergadering voelt zich safe bij zulk een wakend geweten. Van een man, dit vooral, die Schrift en belijdenis erend, een open oog en hart heeft voor de wereld van vandaag en hartelijke liefde voor hen die nabij en die ver weg zijn. Het is de wens van het volk, dat de V.U. liefheeft en u, professor Nauta, zo hoog waardeert, dat dit uw werk nog heel lang mag worden voortgezet en dusdanig door medestanders en medestrijders wordt geschraagd, dat u, naar de wens van uw en ons hart, nog zeer veel zult mogen doen en bereiken voor de gereformeerde wetenschap, verbonden aan de V.U. „het volk ten baat". Dr. J. C. A. van Loon. 7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 7

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's