Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 9

wijze van de studenten in het algemeen even in te gaan: is men helemaal vergeten wat prof. dr. J. Waterink enige jaren geleden in ons V.U.-blad schreef? Hij merkte o.a. op, dat er in het beste christelijke gezin wel eens iets mis kan gaan: hoeveel temeer dan in een (studenten)gemeenschap van drie-en-een-half duizend personen! Dit zei prof. Waterink niet om verkeerde dingen goed te praten, hij wees ook niet op het vele goede dat veel studenten doen (en wij willen dit nu ook niet doen), maar hij vroeg begrip voor moeilijkheden. Hij vroeg ook om gebed. Nu de brief van directeuren die, dunkt ons, goed aansluit op wat mr. D. Schut kort geleden in ons blad over de groentijd in het algemeen schreef. We citeren : „In onderscheiding van de overeenkomstige organen aan de openbare universiteiten en hogescholen, hebben de besturende colleges van de Vrije Universiteit (daaronder begrepen de academische senaat) steeds een vrij intensieve bemoeiing met het studentenleven gehad. In de eerste plaats kent de academische senaat een college van toezicht, dat in het bijzonder is belast met de tucht over de studenten. Voorts vindt er een regelmatige bezinning plaats op verschillende aspecten van het studentenleven, waarbij dikwijls behalve de studenten zelf ook de besturende colleges of individuele hoogleraren

zijn betrokken. Deze bezinning is bepaald niet zonder resultaat gebleven. Dat zich desondanks van tijd tot tijd bepaalde onregelmatigheden voordoen, is een zaak die ook wij uiteraard betreuren. U zult echter begrijpen, dat het aan een universiteit met 3500 studenten welhaast onvermijdelijk is, dat er van tijd tot tijd misstappen worden begaan. De jeugd die aan de Vrije Universiteit studeert, onderscheidt zich daarin niet van de andere jeugd. Wij willen er echter op wijzen dat, in onderscheiding van hetgeen u wellicht heeft gemeend uit de persberichten over de groentijd aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen in het algemeen te moeten opmaken, de groentijd aan de Vrije Universiteit geen aanleiding tot klachten heeft gegeven. In uw schrijven verzoekt u te komen tot een algehele afschaffing van de groentijd of deze te vervangen door een periode van kennismaking op voet van gelijkheid. Gaarne delen wij u mede, dat ook de groentijd is begrepen in de bovengenoemde bezinning. Voor dit doel is reeds geruime tijd geleden een commissie ingesteld, waarin zowel vertegenwoordigers van directeuren, curatoren en de senaat, alsook van de studenten zitting hebben. In dit verband willen wij er echter op wijzen, dat een verbod van de groentijd wel kan worden uitgevaardigd, doch dat de naleving daarvan niet is af te dwingen. Wat zich onder de studenten onderling afspeelt, is uiteraard vanwege de universiteit niet te controleren. Slechts indien naar buiten van excessen blijkt en de schuldigen bekend zijn — hetgeen meestal niet het geval is, omdat ook de gedupeerden soms uit solidariteit weigeren namen te noemen — kunnen de besturende colleges optreden, hetgeen dan ook geschiedt.

Een en ander is ook van toepassing op het leven van de studenten meer in het algemeen. Het opbouwen van een controle-apparaat, om na te gaan of studenten nachtclubs e.d. bezoeken, is uiteraard onmogelijk. Daarom is het ook onjuist elk verkeerd optreden van studenten aan de Vrije Universiteit als zodanig toe te rekenen. Hier ligt mede een verantwoordelijkheid voor de ouders en voor de kerken. Aan het zgn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen