Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 193

NIEUWE LECTOR Tot gewoon lector in de faculteit der letteren voor het onderwijs in de sociale aardrijkskunde, in het bijzonder de stadsgeografie der westerse landen, is met ingang van 1 januari 1967 benoemd dr. G. A. HOEKVELD te Baarn, sinds 1965 wetenschappelijk hoofdambtenaar bij de Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek te Amsterdam. Dr. Hoekveld, geboren 7 mei 1934 te Baarn, studeerde sftciale aardrijkskunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij in 1957 zijn doctoraal examen aflegde. Hij promoveerde in 1964 in de sociale wetenschappen op het proefschrift ,,Baarn, schets van de ontwikkeling van een villadorp". De heer Hoekveld was o.m. werkzaam als leraar aardrijkskunde te Arnhem, Amsterdam en Amstelveen, tutor bij het geografisch instituut te Utrecht en docent opleidingscursus voor middelbare akten aardrijkskunde aldaar. NIEUWE HOOGLERAAR Tot gewoon hoogleraar in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen in de subfaculteit der scheikunde voor het onderwijs in de analytische chemie en de farmaceutische chemie is met ingang van 16 december 1966 benoemd prof. dr. K. W. GERRITSMA te Potchefstroom (Zuid-Afrika), sinds 1955 hoofd van het departement voor de Pharmacie en sinds 1960 hoogleraar aan de universiteit aldaar. Dr. Kornelis Wijbrens Gerritsma werd geboren op 15 augustus 1920 te Utrecht. Hij studeerde er pharmacie aan de rijksuniversiteit, legde in 1945 zijn doctoraal examen af en het jaar daarop zijn apothekersexamen 2e gedeelte. Hij promoveerde in 1954 op het proefschrift: Quantitatieve bepaling van de lagere vetzuren in faeces door verdelingschromatographie. Vanaf 1949 tot zijn vertrek naar Zuid-Afrika in 1954 was de heer Gerritsma werkzaam aan het Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek T.N.O. Tevens had hij tot 1952 een tijdelijke leeropdracht aan de rijksuniversiteit te Utrecht voor de levensrniddelenscheikunde. BUITENGEWOON HOOGLERAAR Het gewone hoogleraarschap van prof. dr. R. Hooykaas (hij doceert sinds 1946 geschiedenis der natuurwetenschappen aan de V.U.) zal in verband met de aanvaarding van zijn benoeming tot gewoon hoogleraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht met ingang van 1 januari 1967 worden omgezet in een buitengewoon hoogleraarschap. MÉÉR BIOLOGEN Het in het oktober-nummer van het V.U.-blad geplaatste overzicht van de aantallen nieuwe V.U.-studenten in de verschillende faculteiten, blijkt een rpisverstand opgeleverd te hebben. Voor de wiskunde en natuurwetenschappen stonden 137 heren en 15 dames genoteerd, voor de biologie 1 heer. De ons aldus verstrekte opgave geeft alle aanleiding tot de gedachte dat maar één student zich geroepen voelde, biologie te studeren. Er meldden zich echter niet minder dan 42 adspirant-biologen (tegen 26 het vorig jaar). Nu is het zo dat deze 42 studenten begrepen zijn in de 152 eerstejaars studenten in de wiskunde en natuurwetenschappen. Men pleegt nl. voor het jaarlijkse overzicht geen onderverdeling te geven naar de subfaculteiten. En die éne, eenzame bioloog dan? Dat bleek bij navraag een student voor een middelbare acte te zijn, die niet bij de ,,gewone" studenten opgeteld werd. Over de nieuw aangekomen V.U.-studenten gesproken, verleden maand schreven we dat er 965 waren. Hun aantal is inmiddels de duizend gepasseerd en bedraagt 1053 (832 heren en 221 dames).

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen