GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 27

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uiteraard kan men zich na het artsexamen nog gaan specialiseren tot internist, tot chirurg, tot oor-neus-keelarts, enz. In dat geval zal de opleiding met een voor elk specialisme vastgesteld aantal jaren worden verlengd. Een tweede beroepsrichting draagt een sociaal geneeskundig karakter. Te denken valt daarbij dan aan functies als schoolarts, bedrijfsarts, controlerend geneeskundige, enz. Het is ook mogelijk — en daaraan bestaat zelfs grote behoefte — om als arts aan een van de centra voor wetenschappelijk onderzoek werkzaam te zijn en in de bestudering van fundamentele medisch-wetenschappelijke problemen een levensvervulling te vinden. Inrichting van de studie. Om de studie in de geneeskunde enerzijds nog beter aan te passen aan de eisen, die aan de moderne huisarts worden gesteld en anderzijds om de studieduur door efficiënte inrichting van het programma zo kort mogelijk te houden, hebben de medische faculteiten in Nederland in gemeenschappelijk overleg hun studieprogramma's herzien en in een aantal opzichten gewijzigd. Het studieprogramma omvat de studie voor het kandidaatsexamen, voor het doctoraalexamen en voor het artsexamen. Elk van deze examens bestaat uit twee gedeelten, die met verschillende tussenpozen kunnen worden afgelegd. Het doel van de kandidaatsopleiding is de student een grondige kennis te verschaffen in de normale structuur en verrichtingen van het menselijk organisme en hun ontwikkeling en een inleiding te geven tot de stoornissen, die hierin kunnen optreden. Voor een goed begrip hiervan is een op de opleiding van de middelbare school voortbouwend onderwijs in natuur- en scheikunde onontbeerlijk. Hieraan is het eerste jaar grotendeels gewijd. Tevens wordt reeds dan een begin gemaakt met het onderwijs in geneeskundige basisvakken als ontleedkunde (anatomie), fysische en chemische verrichtingsleer (fysiologie), weefselleer (histologie) en medische psychologie. Aan alle kandidaatsvakken zijn praktische oefeningen — kortweg praktika — verbonden. De studie voor het doctoraalexamen is er op gericht ziekten, zowel lichamelijke als geestelijke te leren kennen en herkennen en te behandelen. Tot deze studie behoort tevens de gezondheidsleer en de verloskunde. Ook bij deze opleiding worden verschillende praktika gegeven. Voor het artsexamen — en in sommige gevallen reeds tijdens de doctorale opleiding — loopt de student gedurende wisselende perioden als co-assitent stages in de verschillende klinische vakken om zich onder leiding de kennis en de vaardigheden eigen te maken, die voor het uitoefenen der geneeskunde nodig zijn. Duur van de studie. De totale studie in de geneeskunde kan in zeven jaar worden volbracht Het kandidaatsexamen Ie gedeelte — de zg. propaedeuse — wordt na 1 jaar ïifgelegd. Het 2e gedeelte volgt aan het einde van het 3e studiejaar. Een van de verbeteringen in het studieprogramma bestaat hierin, dat een aantal vakken van dit kandidaatsexamen reeds na 2 jaar kan worden besloten met een tentamen. Het zeer bezette studieprogramma van de eerste studiejaren maakt het noodzakelijk reeds van de aanvang af met het studeren ernst te maken. Voor velen is de overgang van de gebondenheid van de middelbare school naar de grotere vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, die een universitaire studie biedt, een belangrijk struikelblok. Dfe ervaring leert, dat bij een goede tijdsindeling, wat zelfdiscipline en een efficiënte wijze van studeren toch voldoende tijd beschikbaar blijft om ook aan het studentenleven deel te nemen. Om de eerstejaars studenten op weg te helpen met hun studie heeft een aantal ouderejaars medische studenten zich bereid verklaard als studiebegeleiders — zg. mentoren — op te treden. Het doctoraalexamen volgt aan het einde van het 5e studiejaar. Tussen het Ie en 2e gedeelte van het doctoraalexamen ligt een termijn van ten hoogste 3 maanden. Het ligt in de bedoeling om, nadat het 6e jaar met een zg. assistent-arts-examen is afgesloten, in het 7e studiejaar een speciaal op de toekomstige werkkring van Foto's links: boven: de pre-klinische laboratoria (oude en nieuwe behuizing), onder: prof, dr. H, L

5

Langevoort

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's