GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 9

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NATUUR^ ONDERZOEKER EN GENESIS

Dit is de titel van een inleiding die prof. dr. J. Lever heeft gehouden op de forumavonden die vorig jaar in Arnhem (I maart en 24 april 1968) en in Den Haag (29 maart 1968) zijn belegd. De volledige tekst van deze inleiding vindt u hier opgenomen.

Hebt u er wel bij nagedacht dat het eigenlijk merkwaardig is dat wij naar een vergadering zijn gekomen waar het thema „De natuuronderzoeker en Genesis" aan de orde wordt gesteld.-' Het boek Genesis werd immers reeds duizenden jaren geleden geschreven toen er van een echte natuurwetenschap nog geen sprake was, want deze dateert pas van de laatste eeuwen. Kunnen deze twee dus eigenlijk wel iets met elkaar te maken hebben.' En is het dan ook niet erg overdreven dit onderwerp bovendien als een ,,kernvraagstuk" te presenteren ? Ik zou op deze vragen willen antwoorden dat de enige aanvaardbare drijfveer voor onze komst en de enige reden voor de behandeling van dit onderwerp de overtuiging is, dat het oude boek Genesis een voor ons geloof beslissend Goddelijk licht werpt op de werkelijkheid die de natuurwetenschap bestudeert. Wij zullen daarom vanavond moeten trachten dit licht zo helder mogelijk te gaan zien. Ons gemeenschappelijk streven zal er dus op gericht moeten zijn om alles wat dit licht in de weg staat te verwijderen. Dit vereist ook de bereidheid om eventueel lang gekoesterde denkbeelden te verlaten of te wijzigen, wanneer deze zouden blijken niet of niet geheel juist te zijn. Misschien dat sommigen uwer na deze opmerkingen het vervolg van dit verhaal met enige zorg tegemoetzien. Zal daarin het geloof niet aangetast worden ? Daarom moet er nu reeds op gewezen worden dat er een aanmerkelijk verschil bestaat tussen het geloof dat door het licht van Genesis alleen maar versterkt kan worden, en onze persoonlijke denkbeelden, die wij bereid moeten zijn te wijzigen. Dit verschil zal allereerst uitgelegd moeten worden.

Onze denkbeelden over deze wereld vormen tezamen ons wereldbeeld. Dit wereldbeeld heeft in de loop van de tijd aanmerkelijke veranderingen doorgemaakt. Met een paar voorbeelden kan dit verduidelijkt worden. Vroeger dacht men op grond van de dagelijkse ervaring dat de aarde plat was, dat zij het middelpunt van het heelal was, en dat de zon dagelijks om haar heen draaide. Dë natuurwetenschap heeft, zoals u weet, aangetoond dat de aarde rond is, dat zij om haar eigen as en om de zon draait, en dat zij niet in het centrum van de wereld ligt. Ik denk dat wij dit allen aanvaarden en dit niet ervaren als een belemmering voor het geloof. Deze voorbeelden tonen aan dat ons wereldbeeld zich sterk kan wijzigen, zonder dat dit ons geloof behoeft aan te tasten, al moeten wij er wel eens erg aan wennen. Wanneer wij dit hebben ingezien kunnen wij ook twee volgende conclusies begrijpen. Allereerst is het duidelijk dat in Genesis, ja in heel de Bijbel, alles geschreven is tegen de achtergrond van het wereldbeeld van die lang vervlogen tijd. Om dezelfde voorbeelden vart zoeven te gebruiken kan er op gewezen worden dat in de Bijbel de aarde wordt voorgesteld als een platte schijf met water er onder. Er wordt gesproken over ,,uiteinden der aarde". Men dacht dat zij "op pilaren gegrondvest" was, en men had het over ,,de wateren onder de aarde". God heeft Zich, naar wij geloven, op bijzondere wijze aan het volk Israël geopenbaard, maar Hij heeft het klaarblijkelijk niet nodig geoordeeld ook hun natuurwetenschappelijke kennis, hun wereldbeeld, te verbeteren. Het wereldbeeld was dus voor het geloof van Israël niet van doorslaggevende betekenis. Hun geloof stond of viel daar beslist niet mee. Is de constatering van dit duidelijke verschil tussen het geloof en het veranderend wereldbeeld niet een opluchting ? Deze constatering geeft ons nu ook de sleutel in handen voor een belangrijke tweede conclusie. Deze conclusie is dat, helaas, in de ons voorafgaande eeuwen de orthodoxe christenen merendeels niet gezien hebben dat het in de Bijbel beslist niet om een wereldbeeld gaat. In de achter ons liggende eeuwen heeft men namelijk getracht om allerlei natuurwetenschappelijke vragen die tot het terrein van het wereldbeeld behoren vanuit de Bijbel te beantwoorden. Bovendien probeerde men krampachtig allerlei natuurwetenschappelijke vondsten in overeenstemming te brengen met Bijbel-teksten. Deze manier van denken kan met een groot aantal voorbeelden verduidelijkt worden. Om de vraag naar de ouderdom van de aarde te beantwoorden, ging men nauwkeurig de geslachtsregisters uit de Bijbel onderzoeken en kwam tot de conclusie dat de aarde ongeveer 6000 jaren bestaat. Toen men voor het eerst wat nauwkeuriger naai de schadelijke parasieten keek die in het menselijk lichaam en bij de dieren zoveel voorkomen, kwam men tot de conclusie dat deze voor de zondeval vanzelfsprekend niet bestaan konden hebben. Zij konden natuurlijk ook niet daarna nog geschapen zijn en moesten dus bijv. tevoren nuttige of onschadelijke organismen zijn geweest. Daar men in de natuur geen

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's