Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 109

EEN UNIVERSITEIT MET EEN GB€NDSLAG

De hierna volgende beschouwing — een interview en een artikel — proberen informatie te verschaffen over een probleem, dat op het ogenblik alle Nederlandse universiteiten bezighoudt en dat ook internationaal een probleem is, de bestuursvorm van de universiteit. Hoe kan men bij het bestuur der universiteit allen, die in welke hoedanigheid dan ook aan haar verbonden zijn, betrekken? Wie moet degenen, die met het dagelijks beleid belast zijn, benoemen en uit welke kring moet men hen kiezen? Dat vraagstuk doet zich aan alle Nederlandse universiteiten en hogescholen voor en de Vrije Universiteit maakt daarop geen uitzondering. Een stuurgroep, waarin alle geledingen zijn opgenomen, houdt er zich bij ons mee bezig. Nu die stuurgroep volop aan het werk is, meen ik wijs te handelen door mij over mogelijke oplossingen niet uit te laten. Er is echter een punt, dat voor de Vrije Universiteit van beslissend belang is en dat niet beïnvloed kan worden door de bestuursvorm der universiteit, welke men ook ontwerpt. De Vrije Universiteit is een universiteit met een grondslag. De Vrije Universiteit wil een christelijke universiteit zijn in de zin van de door Calvijn geleide stroming van de reformatie. D.w.z., dat de universiteit als vooronderstelling van alle denken en handelen op het terrein van de wetenschap aanvaardt het geloof in God, de almachtige Schepper van hemel en aarde. De wenselijkheid of de noodzakelijkheid dit uitgangspunt te handhaven is bij het overleg over een nieuwe bestuursvorm niet in discussie en kan dat ook niet zijn. Immers haar karakter als christelijke universiteit is niet iets, waarover de universiteit zelf beschikken kan. Het is haar door haar stichters gegeven en wie aan haar komt doceren, werken, studeren of onderzoeken heeft dit karakter te aanvaarden, de docenten als iets waaraan zij gebonden zijn, alle anderen als iets waartegenover zij loyaal hebben te zijn. Ik mag er aan toevoegen, dat de meesten van hen, die op enige manier aan de universiteit verbonden zijn, juist gaarne aan deze universiteit verbonden willen zijn, omdat zij de verhouding van geloof en wetenschap bepalend vinden voor de beoefening van de wetenschap en het geven van wetenschappelijk onderwijs. Meer dan ooit worden de grote vragen van wereld en leven op het terrein van de wetenschap beslist en meer dan ooit is het nodig,

dat die grote vragen gesteld en doordacht worden vanuit het christelijk geloof. Een tweede inleidende opmerking van geheel andere aard is, dat niet alleen de inrichting van het bestuur, maar ook de inrichting van het onderwijs nader bestudeerd wordt. Zelf vind ik dat laatste een belangrijker probleem dan dat van de bestuursvorm. Een werkgroep onder leiding van prof. Van Zuthem heeft over projectonderwijs een rapport uitgebracht. Projectonderwijs is onderwijs, waarbij docent en student samen actief een bepaald probleem trachten te stellen -en op te lossen. Het berust op samenwerking in een groep, waarbij meer gevorderde studenten een belangrijke stimulerende taak krijgen. Wilt u er meer over weten, vraagt u dan een exemplaar van het rapport van de werkgroep-Van Zuthem aan bij de subfaculteit van de sociaal-culturele wetenschappen (Koningslaan 22-24, Amsterdam). Het geeft u een goed beeld van de dingen, waarmee we naast de bestuursvorm bezig zijn. W. F. de Gaay Fortman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen