GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1971 - pagina 170

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1971 - pagina 170

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de dagen waarin vruchteloos op Europees niveau werd onderhandeld over de vraag hoe de Rijn te vrijwaren van het zout dat Franse kalimijnen gewend zijn in 'het riool van Europa te lozen', waarin te Rotterdam schoon drinkwater in de handel werd gebracht, huisvrouwen weer met zachte zeepsoda gingen wassen en een particulier 2000 Bulgaarse kikkers in de Waal liet zwemmen, werd op een metalen kast in de Economische Faculteit van de VU een fragment aangeplakt uit Joost van den Vondei's Rijnstroom. ' 't Is de rycke Rijn, wiens visschen met een wuft gewemel, in 't onbevleckte kristalijn, van eenen onbetrocken hemel, met silvre schubben, silverklaer, als starren dolen hier en daar. Doorluchte Rijn, mijn zoete droom. Van waar zal ik U lof toezingen?' De milieuproblematiek is al lang geen zaak meer waar alleen biologen zich druk over maken. Aan de Vrije Universiteit is 9 december opgericht het 'Instituut voor Milieuvraagstukken', waaraan vertegenwoordigers van alle faculteiten deelnemen. Althans, dat is de bedoeling. Want al mag het dan een VU-theoloog geweest zijn, die zich langer dan 90 jaar geleden reeds zorgen maakte over de milieuproblematiek, tot dusver meldde zich nog niemand uit de Faculteit der Godgeleerdheid voor medewerking aan het Milieu-Instituut. Maar initiatiefnemer prof. dr. J. G. Lambooy (regionaal-econoom) heeft vertrouwen dat 't zal veranderen. Wie zich in de milieuproblematiek stort, ontdekt, dat hij op vragen van ethische aard stuit. Men ontkomt niet aan het uitspreken van waardeoordelen. Hoe kijkt de mens tegen de schepping aan? Het was geen theoloog, maar een bioloog, prof. dr. L. Vlijm, die zich in het novembernummer van het VU-magazine afvroeg of de mens zich echt wel als 'kroondrager' over de schepping gedraagt. Prof. Vlijm werkte actief mee aan de oprichting van het MilieuInstituut. Prof. Lambooy is van mening, dat waar het gaat om het geven van waardeoordelen, juist een stuk eigen inbreng van de VU mag worden verwacht. 12

prof. dr. J . G. Lambooy

'Als wij de opdracht hebben gekregen om de hele aarde in stand te houden, dan hebben we daarmee, eigenlijk al een waarde toe te kennen aan elk stuk natuur, ongeacht of het nu door de mens economisch benut wordt of niet.' In de Nederlandse kerkelijke kringen wordt over de mens gesproken als 'rentmeester' over de schepping. 'Helaas,' zegt prof. Lambooy. Hij vindt de Franse aanduiding 'jardinier' (tuinman, gaardenier) veel mooier. 'Rentmeester suggereert dat het beheerde rendabel moet zijn, dat het een goede opbrengst moet krijgen. Men zou het een typisch calvinistische opvatting kunnen noemen,' aldus de hoogleraar economie. Het interfacultaire Instituut voor Milieuvraagstukken heeft onderdak gevonden bij de economische faculteit. Waarom uitgerekend bij economen? Zijn niet zfj vooral schuldig aan de milieuverslechtering?

'Tot op bepaalde hoogte zou men de economische orde wel verantwoordelijk kunnen stellen (dat zijn wij in feite allemaal), maar niet de economen als zodanig,' zo wordt het gesteld in de oproep, die deze zomer binnen de VU werd verspreid om alle faculteiten op te roepen tot deelname aan het op te richten Instituut. Prof. Lambooy: 'Steeds weer komt in discussie tenslotte de uitspraak: technisch kunnen we de zaak oplossen, maar economisch niet. Technisch kunnen we de Rijn over 15 jaar helemaal schoon krijgen; we kunnen de luchtverontreiniging binnen 15 jaar oplossen, maar de bottle-neck zit 'em steeds weer in de economie.' Hij begrijpt wel hoe het komt, dat er soms b.v. biologen zijn, die economen wantrouwen als de lieden die 'het gedaan hebben'. 'De econoom wordt in deze gedachte gelijkgesteld met de ondernemer ~ dus de econoom is de schuldige. Dat de ondernemer schuldig zou zijn is op zichzelf al een vraag, want het zijn veelal niet de producenten, maar de consumenten, die het economisch proces bepalen. Maar die gelijkstelling met de onderneming is in ieder geval niet juist. Als je vindt dat de leefbaarheid of het welzijn centraal staat, betekent dit, dat daarmee goederen als gezondheid, een brok natuur, schone lucht, schoon drinkwater en ga zo maar door een economische waarde hebben. Alles wat de mensen schaars achten, is een economisch goed.' Dat het initiatief tot de oprichting van het Instituut voor Milieuvraagstukken vanuit de Economische Faculteit kwam, is een direct gevolg van twee (betaalde) opdrachten die bij de economen terechtkwamen. Het Ministerie van Volksgezondheid en Milieu-hygiƫne benaderde prof. Lambooy voor een onderzoek naar de economische aspecten van de milieuproblematiek. Een tweede verzoek bereikte hem vorig jaar van het Wereldnatuurfonds. 'Toen heb ik gezegd: kijk als er nu twee lichamen onderzoek gaan vragen, dan zal dat wel eens vaker gebeuren. Bovendien kunnen dergelijke onderzoeken nooit opgezet worden van de economische kant alleen. Voor wat betreft het eerste onderzoek moest

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's

VU Magazine 1971 - pagina 170

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's