GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 33

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ring) beperkt is. Omdat aan de selectiestructuur een 'formatie-principe' ten grondslag ligt (de beschikbaarheid van plaatsen voor medewerkers), zal 'slechts een zeker aantal van hen die de race begonnen niet kunnen falen, terwijl de anderen om structurele redenen moreel gekwalificeerd dreigen te worden als "onder de maat...",' aldus de Stafraad.

Klaagzangen

ook duidelijk naar voren in de voorstellen die enkele jaren geleden zijn gedaan door een commissie van de Academische Raad, een adviesorgaan van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen.

Rangenstefsel Deze commissie, de zgn. Commissie-Van Os, kwam met voorstellen tot een herstructurering van het wetenschappelijk corps, een vernieuwing van het academische rangenstelsel waarin de kwestie van het al dan niet gepromoveerd zijn een belangrijk punt werd. De argumenten om de opbouw van het wetenschappelijk corps te hervormen waren, dat de structuur van het wetenschappelijk corps een 'kernprobleem' was, 'één van de belangrijke oorzaken voor het minder goed functioneren van het universitaire bestel'. Onder dat 'minder goed functioneren' werd verstaan: 'de problemen van de te lange studieduur, het onvoldoende studierendement, inefficiënte exploitatie en nog meer'. De promotie werd in de voorstellen gemaakt tot absolute voorwaarde voor opneming in vaste dienst in het wetenschappelijk corps.

Prestige De commissie argumenteert de door haar voorgestane sterkere geleding en strakkere hiërarchisering van het wetenschappelijk corps verder o.a. met het door haar gepostuleerde 'verlangen naar meer academisch prestige en meer sociale aanzien', waarin de nieuwe structuur zou voorzien. De voorstellen van de Commissie-Van Os zijn o.a. door de Stafraad van de VU, het centrale orgaan van alle wetenschappe-

lijke medewerkers, scherp bekritiseerd. De Stafraad schrijft: 'Voordat men het schrijven van een proefschrift tot norm verheft, is een onderzoek gewenst naar de functies en dysfuncties van het (huidige) proefschrijven voor onderwijs en onderzoek'. Verder signaleert de Stafraad, dat in de voorstellen voor het voltooien van een proefschrift een termijn van 3 jaar wordt gesteld, die maximaal mag uitlopen tot 4 jaar. 'Dit betekent, aangezien het hier een netto periode van 1,5 a 2 jaar betreft, zonder meer het stellen van veel lagere eisen aan het proefschrift dan nu over het algemeen geschiedt.' De Commissie-Van Os is dus kennelijk bereid iets van de wetenschappelijke waarde van het proefschrift af te doen, om de promotie als middel in een hiërarchische structuur te kunnen behouden.

De laatste tijd worden er verschillende voorstellen gedaan, om het promoveren, dat vooral in de alfa- en gammawetenschappen relatief terugloopt, te bevorderen. Onlangs kwam de zgn. CommissieDe Moor met een opschudding verwekkend rapport. Na ongefundeerde klaagzangen over 'het tekort aan wetenschappelijke en onderwijskundige ervaring' in de wetenschappelijke staven van de faculteiten der Sociale Wetenschappen, en de constatering dat niet meer dan 15% van de stafleden in deze faculteiten is gepromoveerd, wat b e t e k e n t ' . . . dat in de staf niet die wetenschappelijke ervaring en vermoedelijk ook aanleg aanwezig zijn (sic), die voor wetenschappelijk onderwijs van hoog niveau vereist zijn', komt de commissie o.a. tot de aanbeveling het aantal formatieplaatsen speciaal ter voorbereiding van een promotie uit te breiden. Stilzwijgend neemt ze dus aan, dat iemand die gepromoveerd is, beter wetenschappelijk onderwijs kan geven, van een hoger kwalitatief niveau, dan iemand die niet gepromoveerd is. Deze conclusie lijkt nauwelijks empirisch gefundeerd.

Naar buiten Nog andere argumenten om het promoveren te bevorderen worden geleverd door

Concurrentie De Stafraad heeft principiële kritiek op de voorgestelde selectie- en beoordelingsprocedure. 'De hele hiërarchie én selectie zijn toegespitst op een soort "survival of the fittest". Hij vraagt zich af of het concurrentieklimaat dat door deze structuur geschapen wordt, nu wel zo heilzaam is voor de sfeer aan de Universiteit, m.n. voor wat betreft haar functies die haar in het kader van de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs zijn toebedacht. Hij is verder beducht dat het voorgestelde selectiesysteem van wetenschappelijke stafleden niet zal worden gericht op de kwaliteiten van de in aanmerking komende personen op zich, maar zal worden gehanteerd om te functioneren in een kader, dat om structurele redenen (b.v. te weinig geld voor hoger onderwijs van de rege31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's