GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 492

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 492

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

doen van proeven verbonden aan een vergunning. Het doen van proeven is gewettigd, wanneer ze in het belang zijn van ge zondheid of voeding van mens of dier. Niet aan een persoon, maar aan een instelling (ziekenhuis, universiteit, farmaceutische industrie) worden vergunningen verleend. In Engeland is het doen van proeven geregeld bij de Cruelty to Animals Act van 1876. ledere onderzoeker heeft volgens die wet niet alleen een vergunning nodig voor het doen van proeven in het algemeen, maar ook nog een vergunning voor iedere proef apart, dat wil zeggen: voor proeven op gewervelde dieren. Experimenten op bijvoorbeeld weekdieren of insekten zijn vrij. Prof. dr. J. Lever meent tijdens een symposium over de toelaatbaarheid van het dier-experiment in 1966 dat een dergelijke regeling in ons land overbodig is: 'De enorme toeneming en verdieping van het experimenteel biologisch onderzoek over de gehele wereld en de hoge kosten die zij meebrengen hebben in toenemende mate het zelf-regulerende effect gehad dat slechts voortreffelijk opgezet onderzoek wetenschappelijke waarde heeft. Iets dergelijks geldt ten aanzien van de zorg die aan de proefdieren wordt besteed.' Volgens prof. Lever zou het 'volstrekt onevenredig en onredelijk' zijn wanneer uitgerekend het experimentele onderzoek in de goed uitgeruste en deskundige laboratoria aan banden zou worden gelegd, al heeft hij begrip voor de gevoelens van de anti-vivisectionisten die ageren tegen het experimenteren met huisdieren. Wanneer wij bedenken dat niet de helft van de momenteel hier aanwezigen nog geleefd zou hebben wanneer er geen dierproeven waren uitgevoerd en het zonder enige twijfel

onze plicht is het lijden en de honger waaraan ook nu nog de meerderheid van de wereldbevolking bloot staat te bestrijden, dan mogen deze gevoelens geen belemmeringen voor deskundig, voorzichtig uitgevoerd en adequaat onderzoek zijn.'

'Verantwoordelijkheid voor' proefdier groeit' Het idee dat er een wetsontwerp 'dierproeven' bestaat, dat het wellicht al spoedig tot wet zal brengen, veroorzaakt op de afdelingen aan de VU waar met dieren wordt gewerkt, geen zenuwachtig heen en weer geloop. Men krijgt de indruk dat de wet, als die eenmaal van kracht zal zijn geworden, weinig of geen verandering zal brengen in de praktijk van vandaag. In de verschillende laboratoria wordt het ontwerp dan ook bekeken met het zelfvertrouwen dat een gevolg is van een goed geweten. Men kan uitlatingen opvangen waaruit blijkt dat het wetsontwerp eerder in bepaalde industrieën onrust zou kunnen verwekken dan binnen de universiteiten. De definitie die het ontwerp geeft van een dierproef wijst inderdaad in de richting van universiteiten, ziekenhuizen en de farmaceutische industrie. Het doel van de proeven kan, volgens het ontwerp zijn: • het verrichten van toxicologisch of farmacologisch onderzoek, • het produceren van sera, vaccins, diagnostica e.d., • het opsporen van zwangerschap of ziekten • kennis vergaren van het menselijk of dierlijk lichaam en het leren doen van ingrepen, • het beantwoorden van een wetenschap-

Voor een bepaald onderzoek maakt men gebruik van een geïsoleerd katte-hart.

Rondom een katte-hart werd een geweldige opstelling gebouwd. Men wilde nagaan hoe het komt dat de rechter harthelft evenveel bloed uitpompt als de linkerhelft. De glazen installaties zijn met eikaar een imitatie van de grote bloedsomloop.

Bij deze sneeuw-uil wordt de werking van de zintuigen, met name het gehoor, nagegaan.

pelijke vraag.

Ondoeniijk Aan de VU worden proeven gedaan, of wordt werk verricht in alle vijf sectoren die het wetsontwerp noemt. Vandaar dat het bijna ondoenlijk is op te sommen in welk laboratorium, welke programma's worden uitgevoerd en met welke proefdieren. Het aantal proefdieren aan de VU moet het aantal studenten enige malen overtreffen. Dat klinkt reusachtiger dan het is, want bij het aantal zijn inbegrepen de insekten en spinnen van de afdeling van prof. Vlijm (biologie), en de duizenden slakken van de afdeling van prof. Lever (biologie), op het farmacologisch laboratorium worden per jaar tienduizenden ratten aan proeven on24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 492

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's