GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 389

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 389

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ned. Hervormde Kerk. Er waren er ook die 'n oplossing vonden door in het voormalige Indië te gaan werken (J. H. Sillevis Smitt b.v. nam in 1926 een beroep aan naar Indië) anderen werden onkerkelijk. Wat interessant is: die zoons die aan de VU gingen studeren en die in het dispuut I.V.M.B.O. terechtkwamen, werden meestal niet onkerkelijk, maar gingen zich kerkelijk anders oriënteren. En als ze gereformeerd bleven, zochten ze het in de oecumenische beweging, de zending of de evangelisatie. Veel mensen, die in '26 met Geelkerken zouden zijn meegegaan, zaten reeds als zendeling in Indië.

Kerngroep Wie behoorde nu eigenlijk tot de 'gereformeerde kerngroep"^. En bestond er werkelijk zoiets? Met de klompen aan, mag in het wetenschappelijk bedrijf niets worden aangevoeld. Dus begon Kuiper een monnikenwerk in archieven, jaarboeken en naslagwerken over het Nederlands patriciaat. Dagen bracht hij door in het familie-advertentiearchief in Den Haag (waar alle familie-advertenties sinds 1800 opgeslagen liggen bij het Centraal Bureau voor Genealogie). Een omvangrijk kaartsysteem groeide in zijn woning. Steeds meer 'verwantschappen' kwam hij op het spoor. Met voldoening, zo niet triomf, meldt hij VU-magazine: 'Ik ben vrijwel al die personen op het spoor gekomen. Je kunt zeggen dat ik die hele tweede generatie te pakken heb!' Z'n uitgangspunt waren 'de posities'. Wie bekleedden de belangrijkste posities in de gereformeerde wereld? Hij ging na wie er curator, hoogleraar of directeur waren geweest aan de VU, hoogleraar in Kampen, de eerste- en tweede-kamerleden voor de ARpartij, evenals de ministers, de predikanten van de vier grootste steden en de leden van het moderamen van de synode van de gereformeerde kerken. Kuiper: 'En dat leverde bij elkaar 298 namen op, waarvan er 210 gereformeerd waren (de rest was hervormd-AR). Ik heb die mensen behandeld alsof het geënquêteerde personen waren en de gegevens daarna in de computer gestopt. En dan blijkt dat van de kerngroepleden ongeveer 50 procent verwant is met tenminste één ander kerngroeplid. En van die vijftig procent zijn er steeds kleinere aantallen met steeds meer onderlinge verwantschappen, steeds meer posities, die ook weer langer werden bekleed. Dus dat wil eigenlijk 24

Diësviering van het Studentencops N.D.D. in October 1901

A. C. Hey; Ds. J. F. Colenbrander; Ds. J. B. Netelenbos.

I e rij zittend v.l.n.r.: Mr. J. A. de Wilde; Dr. W. J. Kollcert; Ds. C. Warner; Ds. J. J. Wielenga; Prof. Dr. J. Ridderbos; Mr. P. B. Bouman; Ds.

2e rij v.l.n.r.: Ds. J. Voerman; Prof. Dr. A. A. v. Schelven; Ds. U. Ubbens; Prof. Mr. P. A. Diepenhorst; Ds. W. H. Bouvifman; Ds. J. Visser; Ds. P. Jukkenekke; J. Steffens; Ds. T. J. Hagen;

zeggen dat er binnen die grote kerngroep van een 300 mensen weer een 'inner circle' was, die ik onderscheid van de rest van de kerngroep, de 'rank and file'. (Dit is het moment in het gesprek waarin zich in VU-magazine-brein het beeld ontwikkelt van een spiegelei (geel is de 'inner circle' en wit de 'rank and file'), drijvend in een tobbe vol onbekende 'kleine luyden'.) De computer deed over de 'inner circle' uit de doeken, dat de leden ervan nog een aantal andere kenmerken gemeen hadden. Kuiper: 'Ze waren ook 't meest verwant met

Ds. H. Mulder; • 9 ; Ds. J. Ozinga; C. Versluys;" Ds. T. Petersen;Ds.W.L.I °S. Schaafsma; Ds. J. C. Aaldei i°s.P. E. van Schaick; Dr. H. Hr.Cj, Heemskerk; W 'Wgers; P. Hovy; Ds. T.

wm-

bekende hervormde families!' Er was, aldus Kuiper, een heel sterk 'convivium', d.w.z. een vorm van samenlevennie' een groot aantal gemeenschappelijke kenmerken. Dat uitte zich o.a. in het bezoeken van bepaalde studentendisputen en het lid zijn van bepaalde kransen van echtgenotes en dochters. De vereniging Dr. Scheurerhospitaal, 'n stuk zendingsthuisfront, werd voornamelijk gedreven door echtgenotes en dochters van mensen uit de inner circle. En 'huizen' als van de Brummelkamps en de Hovy's waren ook centra waar 'men' elkaar

3e rij v.l.n.r.: Ds. Joh. Kriiger; Dr. A. A. L. Rutgers; Mr. F. V. d. Bosch; Mr. J. W. Goedbloed; Ds. A. Schippers; Prof. Dr. V. Hepp; Mr. P. J. V. Bortel; Ds. V. K. Kuyvenhoven; Ds. C. A. V. Nood; Ds. G. D. Scherpsma; Ds. J. Runia; Ds. D. B. Hagenbeek; Prof. Dr. G. Ch. Aalders; Dr. J. W. v. d. Bosch;

ontmoette. Dat 'convivium' nu heb ik te pakken gekregen via de ledenlijst van I.V.M.B.O. Van de zonen van de kerngroepleden ging tussen 1896 en 1940 vijftig procent aan de VU studeren en daarvan kwam de helft terecht in het dispuut I.V.M.B.O. en de rest in andere disputen. Maar dat is nog lang niet alles. Je moet ook de kansen tegen elkaar afwegen. Er waren indertijd drie disputen. Dat wil zeggen dat wanneer er geen verband zou zijn tussen het feit datje zoon bent van een kerngroeplid en

J. Wezenaar; Dr. W. Na wijn; Dr. S. Tromp de Ruiter; Mr. J. B. R. J. T. Pilon (met uitgebreide handen); Prof. Dr. F. W. Grosheide; Mr. J. W. Tijnsma; Ds. A. M. v. d. Berg; Ds. J. Tiemersma; J. Gay; Pretorius (uit Z-Afrika); Mr. J. F. v. Beeck Calkoen; J. C. Smit; Mr. A. J. van Schelven.

het feit dat je in 'n bepaald dispuut zit, er in elk dispuut 33% zonen van kerngroepleden zou moeten zitten. In de periode dat er drie disputen waren, blijkt echter dat er 66 procent in I.V.M.B.O. zit. Nou, dat is 'n heel sterk verband, gewoon. Dat blijkt uit de cijfers. En in de periode dat er negen disputen waren, en elk dispuut dus kans had op 11% zonen van kerngroepleden, zat er 40 procent in I.V.M.B.O. Nou . . . dat is, eh . . . Wat blijkt dan verder? In I.V.M.B.O. zitten met name zoons van kerngroepleden uit de 'inner circle'. De zonen van hen die er later bij

gekomen waren of die slechts één positie bekleedden, waren verspreid over andere disputen. Nu beschrijf ik I.V.M.B.O. niet omdat ik dat dispuut zelf zo'n belangrijk verschijnsel vind. Het is voor mij alleen 'n gidsfossiel, zou je kunnen zeggen - geologen zullen me begrijpen - die me op een spoor gebracht heeft van dat convivium. Wat opvalt is nu dat 'n vrij groot aantal zoons -van kerngroepleden in I.V.M.B.O. rond Geelkerken is gaan staan of op een andere manier de gereformeerde kerken heeft verlaten. Van de zoons van kerngroepleden die in I.V.M.B.O. terechtkwamen, is vijftig procent niet-gereformeerd geworden. En van de zoons van kerngroepleden, die in andere disputen terechtkwamen, verliet maar 20% de gereformeerde kerken. Dat is dus 'n belangrijk verschil. En daarin zie ik een soort reflectie van de tegenstelling die er is geweest tussen beide categorieën kerngroepleden, nl. dat die kerngroepleden, die over 't algemeen als 'homines novi' werden beschouwd en die er na 1910 bij gekomen waren, gesteund door een aantal ouderen uit doleantie-tijd, dat die, laten we zeggen, het gereformeerde leven hebben willen consolideren. En het gedrag van hun zoons was daarvan een uiting. Niet dat dat allemaal anti-Geelkerkianen waren, dat is te sterk gezegd, maar ze bleven in de gereformeerde wereld, terwijl zonen van 'inner circle' in vrij grote mate tussen 1920 en 1940 de gereformeerde wereld hebben verlaten. Zij behoorden tot wat genoemd kan worden de 'jong-gereformeerde beweging', die,zich ten doel stelden elementen uit de 'ethisch-gereformeerde' en 'oecumenischgereformeerde' varianten opnieuw vruchtbaar te maken. Maar hun structureel-cultureel patroon voldeed niet aan de verwachtingen van degenen, die zich wensten te oriënteren op het structureel-culturele patroon van de 'kleine luyden' - die inmiddels tot 'mannenbroeders waren geëvolueerd'.

Vorige eeuw Dr. Kuiper moest tot ver in de vorige eeuw teruggaan in z'n poging om het in de kwestieGeelkerken culminerend conflict rond de Jong-Gereformeerde beweging te verklaren. Het stuklopen van deze vernieuwingspoging boeide hem. 'Ik wilde weten hoe dat kwam. Maar 'k heb gewoon gemerkt, dat ik het alleen maar goed kon beschrijven, als ik terug ging naar 't begin, naar 1820. Ik moest me gaan verdie25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 389

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's