GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 353

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 353

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

magaztne

Veteranen en vrede Arts en oorlog

door dr. J.A. Verdoorn

(ongeschreven hoofdstukken van geschiedenisboeken) In september verschijnt een belangwekkend boek, dat - als VU-magazIne zich niet vergist - gretig gelezen zal worden door vooral legerartsen, officieren, polemologen, geschiedenisleraren en Iedereen wie het oorlogsvraagstuk niet onverschillig laat. Hoe ziet de oorlog en de geschiedenis daarvan eruit in de ogen van de medicus? De 69-jarige dr. J. A. Verdoorn werkte vijf jaar aan het boek 'Arts en Oorlog', dat in twree delen, samen pim. 1100 pagina's, zal verschijnen. 'Indrukwekkend' noemt de Groningse polemoloog prof. mr. B. V. A. Röling In een voorwoord deze omvangrijke studie van dr. Verdoorn. 'Maar waarom heeft men zich nooit met deze betrekIcing tussen oorlogsbedrijf en medische zorg beziggehouden,' zo vraagt hij zich af. 'Is er iets bedenkelijks in die relatie, zodat het begrijpelijk werd, dat men zich er niet mee wilde inlaten?' De in 1910 overleden Henri Dunant staat bekend als oprichter van het Roode Kruis. IMinder bekend is dat het hem in zijn latere jaren niet primair meer ging om het humaner maken van de oorlog, maar dat hij zich keerde tegen de oorlog als zodanig. In zijn tijd werd die nog vaak verheerlijkt, merkt prof. Röling op. IMaar in latere geschriften stelde Dunant onder meer: • De oorlog is een kwaad. De zogenaamde militaire deugden zijn verzinsels, het gaat meestal om beginselloosheid, zo niet om banditisme. • Het Christendom gedraagt zich blasfemisch door zich in te laten met oorlogen, de wapens te zegenen, en zich achter bepaalde oorlogen op te stellen. Ten onrechte noemen de staten zich christelijke staten, want hun belligerent gedrag is onchristelijk. • De algemene dienstplicht is een kwaad. Vroeger verweet men de monarchie haar militaire karakter. De democratie heeft het permanente leger universeel gemaakt. Het geschiedenisonderwijs is, daar ''et in alle landen de oorlogen en de

'Niemand kan de vrede met méér klem verdedigen dan zij, die in de oorlog hebben gevochten. De stem van de veteranen vormt een wéérklank van het verlangen naar vrede van alle volken ter wereld, die binnen één generatie tweemaal de onbeschrijfelijke ellende van een wereldoorlog hebben doorgemaakt.' Aldus luidt de aanvang van het 'Credo', de geloofsbelijdenis van de in 1950 opgerichte World Veterans Federation, zoals die is geschreven door de Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Ralphe Bunche. Om de betekenis van het ontstaan en de ontwikkeling van de W.V.F, op zijn juiste waarde te schatten, zal het zaak zijn, de bovenstaande uitspraak naar zijn inhoud nader te beschouwen. Dit is temeer noodzakelijk, omdat de geciteerde woorden uit het Credo van de W.V.F., zij het uiteraard onbedoeld, de suggestie zouden kunnen wekken dat voor alle oudstrijders, die de verschrikkingen van het oorlogsbedrijf zelf hebben ondervonden, de verwerping van geweld en het streven naar vrede nu ook een natuurlijke en vanzelfsprekende zaak is geworden. Het is ongetwijfeld juist, dat veteranen, die zelf in de realiteit van het oorlogsbedrijf betrokken zijn geweest en in vele gevallen de gevolgen daarvan ten aanzien van hun validiteit voor de rest van hun leven moeten dragen, het meest gekwalificeerd zijn om als verdedigers van de vrede op te treden, en alles in het werk te stellen om een herhaling van het oorlogsgebeuren te voorkomen. Maar een andere vraag is, of in het algemeen de houding van oud-strijders in de wereld van nu zodanig is, dat deze mensen, op grond van hun oorlogservaringen, ook in feite de meest welsprekende woordvoerders voor de vrede zijn. Deze vraag moet helaas, zoals de werkelijke situatie in de wereld maar al te duidelijk aantoont, ontkennend beantwoord worden. Van een eendrachtige en eensgezinde falanx van alle oorlogsveteranen, die de vrede, waarnaar de volken hunkeren, met woord en daad verdedigen en trachten te verwerkelijken, is in het geheel geen sprake. Het tegendeel lijkt eerder het geval te zijn. Men behoeft maar weinig kennis te nemen van de uitingen en activiteiten van talloze binnen-

Dr. J. A. Verdoorn

en buitenlandse 'Oud-Strijders Organisaties', 'Veteranenlegioenen', of hoe ze verder mogen heten, om tot de ontdekking te komen dat juist deze organisaties veelal gekenmerkt worden door een uitermate agressieve en oorlogszuchtige geest. Terecht constateert de Amerikaanse journalist Milton Mayer in een artikel over de W.V.F., die in 1950, dus vijf jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd opgericht: 'Tot dat tijdstip was het eenvoudig niet waar dat "niemand méér gedreven voor vrede zou kunnen pleiten dan zij die in oorlogen gevochten hebben". Het citaat is van Ralph Bunche, die deze woorden sprak in een toespraak tot de W. V.F.; maar ik zeg dat de late geschiedenis van veteranen uit alle oorlogen ter wereld zijn woorden logenstraffen.' Over de psychologische en sociologische oorzaken van dit verschijnsel is reeds veel geschreven. De Nederlandse socioloog prof. Van Doom o.a., zegt hierover het volgende: 'Het is... zeer opvallend, dat veteranen in de laatste drie decennia een belangrijke rol hebben gespeeld in politieke acties, stakingen en revoluties. Ook afgezien van het vertrouwd zijn met wapengebruik - een technisch aspect, dat niettemin de aandacht verdient - vertonen veteranen algemeen een neiging tot politiek en 41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 353

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's