GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 291

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 291

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m.

u

m.

u.

m.

u.

m

Is de VU wel zo bijzonder? doorAuke VU-president curator mr. J. Meijnen over de samenw/erking tussen universiteit en bedrijfsleven: 'Ik hoop van ganser harte dat die samenwerking nog veel nauwer zal worden. Want daar kunnen universiteiten alleen maar beter van worden.'^^ Prof. Groen over de verw/evenheid van de universiteit en bedrijfsleven: 'Zonder nu de tijd tegen te willen houden of zelfs de klok terug te zetten is het voor de beoefenaars der natuurwetenschappen toch wel zaak op hun hoede te zijn. Nog onlangs werd in "Science" een alarmerend rapport besproken waarin indringend gewaarschuwd werd tegen de gevaren gelegen in ondersteuning van universitair wetenschappelijk onderzoek door belangen (hetzij regeringsbelangen, hetzij industriële belangen) buiten de universiteit. In de VS wordt bijvoorbeeld het natuurkundig onderzoek aan de universiteiten voor meer dan de helft uit Navy-, Army- en Air Force-gelden gevoed.'^^ Bovenstaande citaten zijn tekenend voor de situatie aan de Vrije Universiteit. Twee VU-prominenten die allebei de grondslag van de Vrije Universiteit onderschrijven, komen toch tot totaal verschillende conclusies. Uit een recent onderzoek van de pas ingestelde ad hoe-commissie doelstelling van de Universiteitsraad bleek opnieuw hoe er binnen de VU volledig tegengestelde meningen bestaan over het gebruik en betekenis van de doelstelling van de Vrije Universiteit.3) Het onderschrijven van de doelstelling van de VU pretendeert een éénheid. In de praktijk kan iedereen de doelstelling uitleggen naar het hem zelf het beste uitkomt. De éénheid is een schijneenheid die de bestaande meningsverschillen verdoezelt. Wat is er dan wel het bijzondere van de Vrije Universiteit? Is het zo, zoals prof. Sizoo opmerkt: 'De doelstelling van de VU geeft aan de praktische doeleinden (van het universitaire onderzoekswerk - red.) een veel diepere achtergrond, of - wanneer u wilt - een veel hoger perspectief."^^ Het spijt mij voor prof. Sizoo, maar in de praktijk^eb ik hier nooit veel van gemerkt, althans niet meer dan aan andere universiteiten. Naar mijn indruk wordt het overgrote deel van de VU-onderzoekers meer gekweld

Bijlsma door de vraag wat de collega's van hun onderzoek vinden dan door de vraag of hun werk misschien iets bijdraagt aan het menswaardiger maken van de wereld.

Praten Wat we aan de VU wel overvloedig doen is: praten. Praten over de taak en doelstelling van de VU, daar zijn we bij de VU altijd goed in geweest. Een kleine bloemlezing van praatnota's hierover: • 'De toekomstige ontwikkeling van de Vrije Universiteit', prof. mr. W. F. de Gaay Fortman en prof. dr. J. Lever, 12 januari 1968 • 'Het christelijke in de Vrije Universiteit', prof. dr. H. M. Kuitert, januari 1968 • 'Balans van het verleden', prof. dr. W. J. Wieringa, januari 1968 • 'Wetenschapsethiek', Disputorenraad VU, januari 1970 • 'De verantwoordelijkheid van de natuuronderzoeker', prof. dr. Joh. Blok, 1969 Colleges en lezingen over deze onderwerpen zijn er genoeg. Maar wie het gehoorde in de praktijk tracht te brengen, stuit op alle mogelijke weerstanden. Een paar voorbeelden: Op aandringen van studenten en enkele hoogleraren werd in 1970 een Interfacultaire Werkgroep Milieukunde opgericht met veel verbale steun van de subfaculteiten die meededen. Toen door ons (enkele biologiestudenten) gepleit werd voor het benoemen van een hoogleraar in een richting die van groot belang is voor het milieuonderzoek, werd dit afgeketst door de subfaculteit biologie. Een wetenschappelijk medewerker hiervoor, zou meer dan genoeg zijn, vond men. Na de inkrimping van benoemingen van regeringszijde werd zelfs deze wetenschappelijke onderzoeker geschrapt. In plaats daarvan stelde men liever een onderzoeker aan voor een ander zuiver wetenschappelijk onderzoek. Men weigerde z'n eigen onderzoek iets minder te laten groeien ten behoeve van het milieubeheer. Men laat het met zoveel enthousiasme begonnen interfacultaire milieu-onderzoek in het groene hart langzaam doodbloeden. Een tweede voorbeeld. Door enkele hoogleraren en studenten werd er in 1971 bij de toenmalige curatoren aangedrongen om zich bereid te ver-

Auke Bijlsma (student biologie)

klaren mee te doen aan het in oprichting zijnde interuniversitaire 'Tinbergeninstituut' voor onderzoek in de derde wereld. Wij (enkele studenten biologie) staafden dit verzoek met een door ons uitgevoerd onderzoek onder biologen in ontwikkelingslanden.^' Desondanks weigeren curatoren aan dit instituut mee te werken. Aanvankelijk zonder opgaaf van redenen. Dr. H. B. Breman verkondigde terecht bij zijn promotie, maart '72 aan de VU de stelling: 'De Vrije Universiteit dient haar betreurenswaardige beslissing om niet deel te nemen aan het Tinbergeninstituut (Interuniversitaire instituut voor Ontwikkelingswetenschappen) te herzien. '^ De Vrije Universiteit zou werkelijk een bijzondere universiteit zijn als zij vanaf nu zou nastreven haar onderzoek primair te richten op het rechtvaardiger en menswaardiger maken van de samenleving. Uiteraard is daarbij zuiver wetenschappelijk onderzoek nodig, maar dan niet meer uitsluitend als doel in zichzelf. Tot nu toe werd bovengenoemd onderzoek soms gezien als een soort 'speciale taken'. Maar het hoort geen soort erbijhangende taak te zijn maar het hele onderzoek zou anders gericht behoren te worden. Daadwerkelijk in dienst stellen van de zwakste groepen in de derde wereld, de laagstbetaalden, de kinderen, de gehandicapten, de bejaarden en de natuur. Onderwerpen zijn er genoeg: onderzoek naar het kernwapenvraagstuk ontwapening; 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 291

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's