GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 403

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 403

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is de huidige stand van de techniek voldoende? Zeker. Zij maakt het waarschijnlijk zelfs mogelijk, dat een goed beheer van de bestaansbronnen een nog groter wereldbevolking onderhoudt dan die er in het jaar 2000 misschien reeds zijn zal. De techniek moet ervoor zorgen, dat de welvaartsbronnen sneller ontwikkeld worden dan dat de bevolking toeneemt. Ook reeds uitgeputte grond geeft weer vruchtbaar rendement bij goed beheer, want de natuur blijkt verrassend ryk. De veelbelovende mogelykheden van toekomstige voeding met wieren zijn nog in het experimentele stadium. De mogelijkheden van energie door atoomkracht en van zonneenergie worden nog onderzocht. Maar ook al biyken deze onderzoekingen succesvol, dan nog blijft voor de arme landen verhoogde levensstandaard wenselijk, teneinde zich deze eventuele bestaansbronnen te kunnen aanschaffen. En dus zullen zij zich toch moeten blijven ontwikkelen. Tenslotte: zyn er mensen genoeg, bereid om al deze plannen aan te pakken? Het antwood hierop is: NEEN noch in 't Westen, noch in 't Oosten. Is het niet mogelijk, dat juist de jongere generaties ontwaken tot het besef van deze noodzaak, dat zij opstaan uit hun zorgeloosheid t.o.v. wereldkwesties, en dat zij samen a.h.w. een vrijwillig keurcorps vormen, waarin ieder zijn eigen toekomst verbindt aan de toekomst van het hele mensdom? Zo zouden zy zich voegen by de kleine kern, die al werkzaam is, en de evolutie van vele landen kunnen helpen stuwen naar concrete resultaten. Zij zouden niet kunnen nalaten, steeds meer anderen wakker te schudden en ook hen het perspectief van aller welvaart te wyzen. Groter en groter zou de groep worden totdat niemand meer achterbleef. Wij moeten daarbij echter wel bedenken, dat de Westerse expert iemand is, die zichzelf op den duur overbodig maakt - en zelfs zo gauw mogelijk. Maar wanneer het denken in wereldverband eenmaal vele deuren zal hebben geopend, kan de expert, individueel, zich later een nieuw bestaan vinden, dat hem past. Een zorgvuldig gemeenschappelijk voorbereid programma, iets als een adviserend planbureau op wereldschaal, zou het beste alle plannen en acties overziende, deze kunnen coördineren en tot harmonie brengen, en bovendien een overzichtelijke leiding en een leidende visie op het geheel der wereldproduktie geven . . . Dit zou het evenvdcht daarin kunnen bewerken. Ik zou niet kunnen inzien waarom enig land niet aan een algemeen wereld-welvaartsplan zou kuimen deelnemen. By volle waardering voor al wat er nu reeds bilateraal geschiedt, is toch in Nederland de leidende opinie, dat dit alles niet genoeg is, en dat bijstand op multilaterale basis min-

stens even noodzakelyk is - dit is dus hulp, voornamelijk vanwege de Verenigde Naties geboden. De hulp, die een staat, b.v. de Nederlandse staat, kan aanbieden, heeft, afzonderlijk toegepast, lang niet zoveel effect als wanneer het zijn aandeel bijdraagt in een algemeen fonds, en het zyn arbeidskrachten internationaal hiervoor ter beschikking stelt. Over het gebruik van zulk een gemeenschappelyke krachtbron, als ik het zo noemen mag, hebben alle betrokkenen medezeggenschap, zowel zij, die er toe bijdragen als zij, die er uit putten. Hulp van allen kan bovendien voor sommige landen soms aanvaardbaarder zijn dan die van één. Collectieve hulp heeft het voordeel, dat niet slechts enkele belangengroepen er profijt van kunnen hebben, - waarmee dus 't zaad voor mogelijke latere onenigheid ongezaaid blijft. Dit alles moge ertoe dienen, de armere landen zo gauw mogelyk in staat te stellen, zelf de hand aan de ploeg te slaan. Tekenend voor de geest van zelf-doen is, dat over 't algemeen aan 't verkrijgen van leningen verre de voorkeur wordt gegeven boven 't ontvangen van giften. Buitenlandse hulp moet zo gauw mogelijk overbodig kunnen worden. Maar toch zal deze ontwikkeling tyd vergen. Weliswaar hebben we grote haast! Maar toch zal het ergens tussen zo-goedmogelijk en zo-snel-mogelijk in moeten gebeuren, wil het succes hebben. Want de ontwikkeling zal in duurzaam beleid en harmonisch moeten geschieden. Zy, die overal straks leiding gaan geven, zullen hun studie ongestoord moeten kunnen voltooien, en weer anderen dadelijk na hen. Zij moeten in hun land hun kennis kunnen doorgeven in steeds wijder kringen, in middelbare, in lagere, tot daar, waar het eenvoudige werk wordt ter hand genomen. Werken vtdl men tegenwoodig aan eigen lotsverbetering zelf ter plaatse produceren en de werktuigen importeren, die men zelf thans daarvoor nodig heeft. Eenvoudige landbouwscholing zal alom moeten doordringen, opdat nieuwe methoden verbetering brengen. En met kleine middelen kan men soms al zoveel resultaat oogsten! Dit is tevens het stadium de huisindustrie te stimuleren. Ook gaat met dit alles verbetering van de volksgezondheid hand in hand. Tegelijk is de aanleg wenselijk van irrigatiewerken, drainage, wegen en andere communicatiemiddelen, enz. Als deze basis gelegd is, kunnen in 't algemeen pas de nutsbedryven tot stand komen, zoals b.v. havens, stuwdammen, krachtcentrales, luchthavens. Aan de andere kant hoort tot dit tweede stadium ook de opleiding tot vakman, zoals monteur, lagere landbouwconsulent, onderwyzer en ook vroedvrouw. Dan kan ook kleine industrie.

magazine

Europa een vonk van vernieuwing en toen ontwikkelden de Europese landen zich dank zij de techniek en die andere landen bleven achter. En wat is, in deze visie, nu het ontwikkelingsprobleem? Dat is het probleem dat "achtergebleven" landen de rijke koplopers moeten zien in te halen. Bijna impliciet zijn in deze visie de rijke landen daarin het model, het voorbeeld. Die beeldspraak wordt ook gebruikt: "de snelste klimmer helpt de achterblijvers". Dat beeld is niet juist. Het is helaas ook nu nog bij veel mensen het leidende beeld, ook in de V.N. al komt daar al wel verandering in. In de eerste plaats is het niet waar, dat alle landen indertijd gelijkontwikkeld waren. Uit historische verslagen van ontdekkingsreizigers blijkt dat ze daar niet die primitieve samenlevingen aantroffen als vaak wordt aangenomen; in veel gevallen troffen ze er welvarende en bloeiende, cultureel hoogstaande beschavingen aan in midden-Amerika en vooral ook in Aziatische gebieden (Indië). Dat globale van: "we waren allemaal even arm in die tijd", is niet zo. Het was bepaald zo, dat wij, West-Europeanen daarheen trokken om 'es te kijken wat daar allemaal was en om ginds de rijkdommen wèg te halen. Bepaalde gebieden waren rijker en verder ontwikkeld dan West-Europa, technisch, cultureel en ook als politiek systeem en stonden op een hogere trap van beschaving met een rechtssysteem, enzovoorts. Het moet met enige voorzichtigheid gezegd worden, maar ik leg daarop enige nadruk als tegenwicht tegen het idee dat elders op de wereld slechts primitieve wilden leefden, die wij gingen beschaven. Dat was wèl het beeld, dat gevormd is en dat in onze geschiedenisboekjes staat, maar als je de verslagen leest, blijkt dat de eerste ontdekkingsreizigers zeer onder de indruk waren van wat ze aantroffen, ook van de handelssystemen. Als je in termen van wereldhavens wilt spreken, dan lagen in die tijd de wereldhavens niet in West-Europa, maar rondom de Indische Oceaan, met een veel grotere omzet en overslag dan hier in het WestEuropa van die tijd. Wij waren in zekere zin "barbaren" die daarop af gingen. Wij hadden wèl op een ander punt een voorsprong, nl. een andere houding ten opzichte van de natuur. De mens vormde geen onderdeel meer van de natuur, maar stond daarbuiten en had de functie, de opdracht de natuur vorm te geven.

Kanonnen Wat de Europeanen konden, was het bouwen van grotere schepen, en wel zo groot, dat er kanonnen op konden worden vervoerd. Al35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 403

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's