GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 127

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 127

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BET«/|RBEID5KLI/^ATWÖg

heeft temidden van een bevolking wier bevrediging van de fysiologische basisbehoeften elk ogenblik gevaar loopt, komt men niet meer in de verleiding de aantasting van de kwaliteit, de menswaardigheid van het bestaan die het gevolg hiervan is, gering te achten. De opbloei van het mens-zijn kan in het algemeen pas plaatsvinden als de fysiologische basisbehoeften althans tenminste tot op een bepaald minimumniveau zijn bevredigd. Dat niveau is een deel van de integrale gezondheidsnorm. Een analyse als bovenbedoeld zal ongetwijfeld een enorm deficit aantonen, dat door de arme volkeren zelf onmogelijk op korte termijn kan worden aangevuld. Er zal dus een naar evenredigheid enorme aanvulling moeten komen uit de rijkere landen.

Bereidheid? Twee vragen zijn hier van belang. Ten eerste: zijn de rijke landen daartoe bereid? ten tweede: zijn zij daartoe in staat?

I

maar ^^

Of, om deze vragen op ons onderwerp toe te spitsen: ziet de Nederlandse gezondheidszorg een taak ten aanzien van de ontwikkelingslanden en ziet zij kans mede te bepalen wat de hoogte van onze nationale bijdrage aan ontwikkelingslanden moet zijn? Wat de eerste vraag betreft, moge ik verwijzen naar de beschouwingen die Van Peursen heeft gewijd aan de verschillende fasen in menselijk cultuurbeleid. Een van de elementen in de verandering in menselijk beleid die wij in onze tijd meemaken, is het weer meer centraal komen staan van de ethische probleemstelling. Er is sprake van een overgang van een individuele naar een meer op de groep, ja zelfs op de gehele mensheid gerichte ethiek, een overgang van micro- naar macroëthiek- Van Peursen spreekt in dit verband ook wel van teleëthiek. Het medische ethos heb ik aangeduid als het weet hebben van de broosheid van het menselijk bestaan en op grond daarvan de zorg voor de mens in nood. De medische teleëthiek brengt ons ertoe niet alleen oog te hebben voor ziekte of in hun gezonde bestaan bedreigde mensen in onze naaste omgeving, doch ook voor de gehele lijdende mensheid. Deze eerste vraag moet naar mijn mening bevestigend worden beantwoord: de gezondheidszorg heeft principieel een wereldwijde opdracht, gezondheidsnormen kunnen alleen inclusief denkend worden opgesteld. Hierbij wordt inclusief denken gebruikt in de betekenis die Boerwinkel er aan gaf. Hij verstaat daaronder 'een denken dat er principieel van uitgaat dat mijn hen (geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil van de ander beoog en bevorder." Het bevestigende antwoord op de eerste vraag heeft vérstrekkende consequenties voor

18

het antwoord op de tweede vraag, die nader geconcretiseerd luidt: hoever kunnen wij in ons land gaan met het afstand doen van onze particuliere welstand, evenwel met behoud van de gezondheidsnorm? Ik gebruik hier opzettelijk het woord "welstand" en niet "welvaart". Dit laatste slaat meer op het bruto nationaal produkt en is een afspiegeling van onze gezamenlijke inspanningen. Ik bepeit beslist niet een vermindering van de welvaart in deze betekenis. Integendeel, indien zij een wezenlijke bijdrage willen leveren aan een oplossing van de wereldnood op korte termijn, zullen de rijkere volken niet nu reeds op hun lauweren mogen gaan rusten. Het zal van de teleëthiek van een volk afhangen of deze bereidheid tot het op peil houden en eventueel opvoeren van de gezamenlijke welvaart aanwezig is niettegenstaande een vermindering van de individuele welstand. We mogen deze bereidheid niet als vanzelfsprekend aanvaarden. Polak zegt, dat "allerminst is aangetoond dat een weg terug voor de eerste maal in de voortbewegende wereldgeschiedenis praktisch begaanbaar zou kunnen zijn."

Afstand doen De ervaring leert dat het afstand doen van een zekere mate van welstand ons in het algemeen bijzonder zwaar valt. Als wij daartoe door anderen of door de omstandigheden gedwongen worden, voelen wij dat meestal als onrecht. Overigens dienen wij te beseffen dat voor velen in onze samenleving het begrip welstand nauwelijks op hun situatie van toepassing is. Dit besef brengt ons meteen tot de gevolgtrekking, dat in een welvarend land de reductie van welstand naar evenredigheid en billijkheid over de bevolking moet worden verdeeld. Het is niet onwaarschijnlijk dat onze heroriëntering op wat wezenlijk van belang is voor alle mensen in de gehele wereld, ons tevens brengt tot een herverdeling van de welstand in eigen land. De voedingsgezondheidkundigen zijn reeds lang tot de ontdekking gekomen dat er in de sfeer van de fysiologische basisbehoeften een zodanige overconsumptie bestaat in de rijkere landen, dat onze voeding in een aantal opzichten als een schadelijke factor moet worden beschouwd, ten aanzien waarvan de gezondheidsnorm duidelijk is overschreden.

^\^^AAPt \NüRELt^1

Versobering op het gebied van de voeding, trouwens ook op dat van de genotmiddelen, zal het gezonde bestaan of de menswaardigheid niet wezenlijk aantasten. Op dit gebied bestaan reeds bruikbare gezondheidsnormen, die kunnen dienen om aan te geven tot welk niveau versobering voor de eigen bevolking verantwoord is. Normen op het gebied van de bevrediging der andere fysiologische basisbehoeften bestaan nog nauwelijks. Over welke en hoeveel kle^ ding behoren mensen minimaal te beschikken, welke woningen zijn gezondheidkundig verantwoord? Het is beslist noodzakelijk hiervoor normen op te stellen, opdat wij niet over het hoofd zien wie in onze eigen samenleving nog in ernstige mate te kort komen. De voorzieningen in de fysiologische basisbehoeften zijn geheel van materiële aard. Het is onvermijdelijk dat daartoe in de aarde aanwezige voorraden worden verbruikt. Het zal noodzakelijk zijn aan te geven enerzijds wat de minimale voorzieningen moeten zijn voor een bevolking van zekere omvang en anderzijds wat wij redelijkerwijze van de aarde kunnen verwachten indien wij als mensheid niet willen interen. Uit de vergelijking van deze beide waarden kan de maximaal aanvaardbare grootte van de wereldbevolking worden berekend. De huidige schattingen hieromtrent lopen nogal uiteen. Böttcher vermeldt dat in het M.I.T. model zonder limitering van de wereldbevolking op 4 miljard zelfs geen begin van stabilisatie mogelijk bleek. 'De Club van Rome vreest dat een geraffineerder model ( . . . ) tot een lagere limitering zou leiden.' Ook de voorziening van de hogere basisbehoeften, als de behoefte aan zekerheid, de sociale behoeften, de egobehoeften en de behoefte aan zelfverwerkelijking, zal, zoals reeds gezegd, gedeeltelijk van materiële aard

zijn. Het zal op dit gebied nog veel moeilijker zijn gezondheidsnormen aan te geven, d.w.z. vast te stellen wat de minimale materiële voorzieningen zijn voor een bestaan dat individuen nog de kans biedt tot zelfverwerkelijking en dat de mensheid niet belemmert op de weg naar haar voltooiing. De indruk bestaat echter, dat in de rijkere landen het verbruik van energie en materie voor de bevrediging van de niet-fysiologische basisbehoeften vèr uitgaat boven het strikt noodzakelijke. Het tragische daarbij is dat de ophoping van dingen om ons heen ons levensgeluk nauwelijks heeft verhoogd.

Versobering Na onze repatriëring uit Indonesië eind 1958, heb ik mij, bij mijn moeizame pogingen om mij een plaats in de medische wereld van ons land te verwerven, mede laten leiden door de simpele overweging dat er in Azië een schreeuwende behoefte bestond aan voedsel maar

• »

J 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 127

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's