GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 391

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 391

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goede gezondheidszorg en artsen-inkomen 'niet in eikaars verlengde' Aan de VU verscheen onlangs een verslag van de arbeid die een projectgroep van sociologen en geneeskundigen had verricht. Men, dat w/il zeggen 36 studenten en stafleden uit beide disciplines, had zich gebogen over '!\Aacht van artsen'. Ook de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en haar doelstellingen kregen aandacht. Die doelstellingen zijn: het bevorderen van de geneeskunst in haar ruimste omvang en de behartiging van de maatschappelijke belangen van allen die de geneeskunst beoefenen. Volgens de projectgroep is de Maatschappij met haar tw/eede doelstelling drukker in de weer dan met haar eerste. 'Men zou zelfs kunnen spreken van pressiegroepsaktiviteiten.' Ais voorbeeld noemt de groep de in Maatschappijverband gestreden strijd om de ziekenfondstarieven, 'die nu inderdaad welvaartsvast zijn. Ook als hulp wordt geboden bij de problemen die de arts heeft met de fiscus of bij het treffen van pensioenvoorzieningen, komt het pressiegroepskarakter van de organisatie duidelijk naar voren.' De projectgroep erkende dat in onze samenleving het uitoefenen van macht volstrekt legitiem is, tenminste wanneer anderen daarvan geen schade lijden en wanneer tegenover de ene machtsgroep een andere staat die weerwerk kan leveren. Dat laatste is bij de artsen niet het geval. De patiënt, het 'passieve element', heeft tot taak een flink deel van de kosten op te brengen via zijn ziekenfonds-, of particuliere verzekeringspremies. Of die kosten te hoog zijn of niet, of de gezondheidszorg in het algemeen past op de behoefte, is op deskundig niveau hevig in discussie, maar — een enkele uitzondering daargelaten — niet bij de patiënten. Misschien dat daarin verandering is te verwachten. In 'De Tijd' van 8 maart werd bericht over een bijeenkomst in Rotterdam onder het motto 'de politiek in de gezondheidszorg'. De verslaggever merkte op dat het eigenlijke thema alras werd verlaten en dat een aanval werd ondernomen op de verschillende kruisverenigingen die rnet elkaar ongeveer 3,5 miljoen meest 'slapende' leden herbergen. Deze leden zouden hoognodig moeten worden gewekt 'en bewust gemaakt van hun macht in de gezondheidszorg. Die leden kunnen een zeer krachtige pressiegroep vormen, die zeer veel invloed uitoefenen, zo werd gesteld.'

met de beste bedoelingen waarschijnlijk, maar daarom in zijn uitwerking niet minder triest. Vooral heb ik hier het oog op de kolossale — en op vele plaatsen ongemotiveerd hoge investeringen in het ziekenhuis- en inrichtingswezen, welke in de toekomst onmogelijk getolereerd zullen kunnen worden; zo goed als overleg noodzakelijk zal zijn over reeds gedane investeringen waarvan nu de gevolgen en financiële consequenties pas zichtbaar worden. Ik heb het al eerder betoogd, een taxatie uit ziekenhuiskringen zelf van tarieven van omstreeks vijfhonderd gulden per dag in 1980 zullen indien de koers niet gewijzigd wordt — zeer belangrijk worden overschreden en mogelijk zelfs het dubbele bedragen.'

Teveel bedden Het ziekenhuis is niet alleen duur; er wordt ook hoe langer hoe meer gebruik van gemaakt. Het aantal bedden was in 1970 ongeveer 71.000; in 1958 waren dat er nog 52.000. Zo ook is het aantal specialisten stevig gegroeid ten opzichte van het aantal huisartsen. In 1970 waren er 5.700 specialisten en 4.500 huisartsen. Tussen 1964 en 1972 nam het aantal inwoners per huisarts toe van 2.625 tot 2.946. Het ziekenhuis nam taken van de huisarts over. Een gevolg was, dat steeds vaker werd gesignaleerd dat in het ziekenhuis patiënten liggen, die daar in het geheel niet horen. Dat is een ontwikkeling, die ook wordt bevorderd door het feit dat de ziekenhuizen evenzeer als destijds de ziekenfondsen onderhevig zijn geweest aan nauwelijks geremde wildgroei, zodat menige ziekenhuisleiding zich zorgen maakt over de negentig procents bezettingsgraad die haar instelling moet halen

Dur© z o r a De discussies spelen zich de laatste jaren opvallend dicht in de buurt van het kasboek af. Geen wonder: de kosten dreigen de pan uit te vliegen. De ziekenfondsen gaven in 1964 voor een gezin van vier personen een bedrag uit van ongeveer ƒ 550,—; in 1968 ongeveer ƒ 925,— en geschat werd dat dit bedrag over 1972 ongeveer ƒ 2.000,— zou zijn. Een verpleegdag in het ziekenhuis kostte in 1964 gemiddeld nog 35 gulden; in 1968 was dat 63 gulden; vorig jaar 120 gulden. J. Hendriks, voorzitter van de Nederlandse Unie van Ziekenfondsen zei 7 november vorig jaar over deze tarieven: 'Want waarlijk onbegrijpelijk is het wat op velerlei terrein nog gebeurt, 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 391

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's