VU Magazine 1973 - pagina 331

dienst zal van deze 'programmering' meer sprake zijn dan bij de andere. Hoe meer de besluitvorming vastligt in regelen, hoe geringer de oordeelsvrijheid van de ambtenaar; geleding en hiërarchie van de besluitvorming: ook in de ambtenarij bestaan rangen en standen. Niet iedereen speelt in de besluitvorming een gelijke rol. In het onderzoek werd verondersteld dat naarmate de geleding in de besluitvorming groter was en er dus meer ambtenaren te pas kwamen aan het nemen van een besluit) de besluitvormingspositie van de contact-ambtenaar - al dan niet aan een loket - zwakker was; een verschijnsel dat zich, zo werd tevens verondersteld, eerder bij grote dan bij kleine diensten zou voordoen; houding ambtenaar-publiek: verondersteld werd, dat de houding van de ambtenaar tegenover de burger die zich bij hem meldt van belang is voor de intensiviteit van de organisatorische afhankelijkheid van de burger.

Voor het onderzoek werden sterk van elkaar verschillende, diensten uitgekozen. Het waren de diensten belast met: uitvoering van de algemene bijstandswet; heffing van inkomstenbelasting; afgifte van paspoorten; woonruimtetoewijzing en onderhoud van straten. Het onderzoek werd gedaan in gemeenten die in grootte varieerden van vijfduizend tot meer dan tweehonderdduizend inwoners. Zodoende werden niet alleen de zeer grote en zeer kleine diensten in het onderzoek betrokken, maar ook de daar tussenliggende 'middengroep'. Groepen doctoraal-studenten van de VU en van de Katholieke Universiteit in Nijmegen zetten zich aan het 'veldwerk' dat onder meer bestond uit het doorvorsen van documenten met het doel een beeld te krijgen van de organisatie en werkwijze van de verschillende bestuursdiensten. Waar documentatie te kort schoot werd geobserveerd; ambtenaren werden ondervraagd. In een later stadium werd de ambtenaren gevraagd een vragenlijst in te vullen.

Na het verwerken van de gegevens luidde een van de conclusies van dr. De Jong dat het 'nationale organisatiemodel' zodXs dat aan het begin van dit verhaal werd geïllustreerd met een citaat van Max Weber, het grondpatroon vormt voor de manier waarop vier van de vijf onderzochte bestuurstaken waren georganiseerd en functioneerden. Variaties op dit patroon waren wel hier en daar te bespeuren. Dat hield dan verband met de manier waarop de diensten publiekgericht (d.w.z. met oog voor de problemen van de cliënt en bereidheid hem inspraak te verlenen) waren. Tevens werd een zekere spanning geconstateerd tussen dit grondpatroon dat bij de meeste onderzochte diensten werd gevolgd en dat wordt gelegitimeerd door de politiek-verantwoordelijke top en dat zich tegelijkertijd slecht in overeenstemming laat brengen met oriëntatie op het publiek.

Structuur De door VU-magazine geopperde suggestie 15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen