GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 179

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 179

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

komst te verwerven additionele inkomen', dus van de groei.

ling van 1970 wordt gezegd: 'Het streven naar rechtvaardigheid is in onze maatschappij een van de belangrijkste uitgangspunten. Tegen deze achtergrond is bij de sociaal-economische politiek de bevordering van rechtvaardige inkomensverhoudingen een fundamentele doelstelling.' Maar wat zijn 'rechtvaardige inkomensverhoudingen'?

nationale

Jnduidefijk Tot een principieel debat over de vraag welke inkomensverdeling nu beschouwd moet worden als rechtvaardig, is het in 1962 bij de discussie over de Toxopeusronde dan ook niet gekomen in het parlement. Hoe vaak er in de Tweede Kamer ook touwgetrokken wordt om maatregelen, die direct of indirect te maken hebben met het inkomen van een categorie kiezers (boeren, middenstanders, ambtenaren, bejaarden, gehandicapten, ministers enz.), ook de politieke partijen ontwijken liever de vraag hoe de nationale koek nu precies moet worden verdeeld. Naar prestatie? Naar behoefte? Moeten mannen meer verdienen dan vrouwen? Verboden is het in ons land werknemers van de ene huidskleur meer te laten verdienen dan werknemers van een andere huidskleur, maar is het wèl billijk hoger begaafden hoger te belonen dan laagbegaafden? (Zie VU-magazine, januari 1973: 'Intelligentie te hoog gewaardeerd') Moet 'verantwoordelijkheid' zo hoog gehonoreerd blijven als tegelijk de neiging waarneembaar is om verantwoordelijkheid te monopoliseren?

Vragen Een onafzienbare rij economen heeft zich in de loop der tijden het hoofd gebroken over deze vraag. En niet alleen zij. In een openbare les bij een lectoraatsaanvaarding signaleerde VU-hoogleraar prof. dr. J. G. Knol in 1959 dat op familiebijeenkomsten, resp. verjaardagsvisites zich ook niet-economen daarmee bezighielden. 'Een van de vraagstukken, waarbij de niet-vakman zich de meest boute uitspraken meent te kunnen veroorloven (...) betreft de kwestie van de rechtvaardige of, zo men wil, aanvaardbare Inkomensverdeling.' Hij wilde de niet-vakman het recht daartoe overigens niet ontzeggen. Begrijpelijk. Waf eenrechtvaardige primaire verdeling is, kan de economist niet aangeven,' erkende prof. dr. N. H. Douben (Tilburg) in de rede waarmee hij in 1971 een hoogleraarschap aanvaardde. 'Wat een economist een rechtvaardige verdeling noemt, is op zijn best een mengsel van eigen waarde-oordelen en door de schaarste gedicteerde randvoorwaarden.' Iedereen kan dus over dit onderwerp meepraten en meedenken en - naar men kan waarnemen - geschiedt dit ook onbekommerd. De opvattingen over een rechtvaardige inkomensverdeling verschillen daarbij even sterk als de inkomens zelve. Dat de hoogte van een inkomen niet zelden de opvattingen van de genieter beïnvloedt, is overigens meer dan een vermoeden. Maar ook verschillen in visie op de mens spelen een fundamentele rol.

'Waarom zou een buschauffeur minder moeten verdienen dan een arts?Ze dragen toch beide verantwoordelijkheid voor mensenlevens? En waarom zou een commissaris in een nv een hoger inkomen moeten hebben dan een geschoold arbeider, die veel intensiever met dit bedrijf te maken heeft? Waarom zou In het algemeen de ene mens al meer moeten verdienen dan de ander?' Met het opwerpen van de laatste vragen begon in 1971 prof. dr. B. Goudzwaard een inleiding op een studiedag van het CNV over inkomensverdeling.

" arheid Het ontwijken van deze netelige vragen lukt ook minder naarmate het besef groeit dat de bestaande inkomensverdeling geen natuurgegeven is, maar het resultaat van een beïnvloedbare en door de overheid reeds beïnvloede politiek-economische machtsconstellatie. Ongeacht of de inkomensverhoudingen groter werden, gelijk bleven of kleiner werden, de overheid kan niet meer net doen of de verdeling van de nationale koek een zaak is geweest, die geheel buiten haar omging.

Sinds 1951 werd het streven naar 'sociale rechtvaardigheid' dan ook een uitgesproken doelstelling van de Nederlandse overheid, maar onduidelijk bleef wat de opeenvolgende regeringen daarbij precies voor ogen zweefde. De Groningse econoom prof. dr. F. Hartog constateerde in zijn in 1969 verschenen boekje 'Verdelingspolitiek': 'Van alle doelstellingen der economische politiek Is dit (...) doorgaan.s de meest vage.' Het ontbreken van een doelbewuste verdelingspolitiek weet de liberale hoogleraar aan het compromiskarakter der regeringsprogramma's. In de regeringsnota over inkomensverde-

Lui? Is de mens een van nature zo lui en verdorven schepsel, dat hij slechts bereid is te werken na het ontvangen van geldprikkels? Of geldt dat alleen voor soorten werk, waaraan hij op zichzelf geen genoegen beleeft of waarvan hij de zin niet inziet? vu-politicoloog drs. J. J. van Cuilenburg, bezig met een proefschrift over inkomensongelijkheid, wees VU-magazine op het hartgrondig 'neen' dat een medicus liet horen, toen hem de vraag werd voorgelegd of hij bereid was voor hetzelfde inkomen 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 179

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's