GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 271

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 271

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

stelling kan ook iemand van het openbaar onderwijs zijn handtekening zetten en dat vind ik een vreugdevolle zaak. Tegen de studenten kan ik zeggen: christelijk onderwijs is niet een spécialité de la maison; er is een algemene cultuuropdracht om deze aarde te behoeden en die hebben we samen met anderen. Daarbij moeten we niet vergeten dat we in een pluriforme maatschappij als volwassenen wel schouder aan schouder kunt staan, maar dat je met kinderen nog op weg bent. De wegen gaan echter uiteen als de vraag naar de inspiratiebron wordt gesteld. Ik durf te zeggen, dat in het christelijk onderwijs soms een derde dimensie zichtbaar wordt, bij het vervullen van die opdracht. Ik bedoel niet, dat dat een gegeven is, waarover je elke dag kunt beschikken; het is meer een gebeuren, dat zich telkens wanneer je in ademnood verkeert, of geen zicht op de zaken hebt, als een opflitsing manifesteert. Als je bij het aanreiken van de leerstof uitgaat van een andere waardenschaal dan de waarden die vanuit de mensen opkomen, dan moet dat een radicale relativering betekenen van alle waarden die uit een natuurlijk menszijn naar boven komen. Je komt dan met je kinderen tot andere prioriteiten dan die van de produktie-consumptie gerichte maatschappij-

gen. We zijn dit jaar pas begonnen met die seminars. Wat daarvóór gebeurde, was weinig gericht. De mensen die hier vandaan in het onderwijs terecht zijn gekomen, hadden vaak al voor het christelijk onderwijs gekozen. Wel kan ik zeggen dat in de groepen studenten die bij mij college hebben gelopen een flink percentage is, van mensen voor wie de problematiek volledig vreemd is. Als je over christelijk onderwijs gaat spreken, haal je een stoffig boek uit de kast, dat zijn achterhaalde concepties, vindt men aanvankelijk. Zolang ik hier ben, is het me maar één keer overkomen dat een student me naar m'n filosofie vroeg. Als je er uit je zelf over gaat beginnen, stuit je op een soort barrière. Het komt al gauw over als: je zit nu eenmaal aan de VU, dus moetje over christelijk onderwijs praten. Drs. Gilhuis: Bij m'n inleidingscollege stel ik onder meer de vraag: heb je ervaringen met christelijk of openbaar onderwijs die iets tot de discussie zouden kunnen bijdragen? Zulke vragen zou ik zelf kunnen beantwoorden, zonder de opmerkingen van de studenten af te wachten. Van christelijke scholen deugt maar weinig, vinden ze. Tegelijk weten ze er bitter weinig vanaf. Drs. Schouten: Het moet niet lijken, alsof we de studenten aan het beschuldigen zijn. Studenten die van plan zijn leraar te worden, Zijn daarvan voorbeelden uit de lessituatie te willen dat vaak om uiteenlopende redenen. Een paar móéten, omdat ze geen andere geven? studie-mogelijkheden hebben; een aantal Drs. Gilhuis: We kunnen de politiek-maat- doet de opleiding uit maatschappelijke zekerschappelijke vorming niet meer buiten de heid en dan zijn er ook die per se willen. Die school houden. Dat is al een belangrijke mensen vragen terecht: vertel me nou maar winst, al zijn er nog christelijke scholen die hoe ik leraar word. Zou het van weinig visie dat wel willen. Wèl politiek in de scholen getuigen wanneer we niets meer zouden hebdus, al was het alleen maar om de pedagogische reden, dat iedere leerling achttien jaar wordt en dan mag gaan stemmen. Geef je niet-thuis, dan verlies je je identiteit, want die leerhngen weten heel goed wat relevant en niet relevant is voor een christelijke school. Als in het geval van bijvoorbeeld de Enka-affaire zou komen vast te staan, dat het ging om één procent meer winst, dan moet worden gezegd dat om die reden het humanum niet mag worden geschaad. Dat zou een niet-christelijke leraar zeker ook zeggen. Drs. Gilhuis: Dat is zo. Maar wij zouden, als we het waarachtig goed zouden zien, voorop moeten lopen, omdat wij de pretentie hebben dat we het meest unieke voorbeeld hebben waaraan we het mens-zijn kunnen afkijken. Je kunt zeggen dat theologen en leraren iets met elkaar gemeen hebben in hun functies. Nu wordt hier en daar wel kritiek gehoord op VUtheologen. Hoe is dat met leraren die met het door u uitgereikte pakket de praktijk in gaan? Drs. Schouten: Daarover is niet veel te zeg-

magazine

ben te bieden dan alleen een recept. Er hoort doordenking bij. Daaraan moeten we nu, vanwege tijd- en geldgebrek, grotendeels voorbij gaan. Vragen als: wat doen we nu met dat onderwijs?, of: hoe maken we zo'n doelstelling als die van Boerwinkel operationeel?, blijven vaak liggen. Uit wat zojuist werd gezegd, blijkt dat het christelijk onderwijs, terecht of niet, bij veel studenten een slecht image heeft. Waar komt dat vandaan? Drs. Gilhuis: Ach, over het openbaar onderwijs zou je natuurlijk net zulke verhalen kunnen vertellen. Alleen hoor je die nooit. Verder moetje zoiets nooit generaliseren. Ik ken mensen die veel aan de christelijke school te te danken hebben. Drs. Schouten: Wanneer je het woord 'christelijk' voor je school zet, dan voer je een bepaalde pretentie. Een aantal mensen heeft mij wel vragen gesteld, die mij diep raakten. Er werd mij bijvoorbeeld gevraagd waarom op de christelijke scholen nog altijd het jaarklassen-systeem wordt gehandhaafd - het systeem waarin zittenblijvers voorkomen. JulHe zeggen in de hoek van de verdrukten te staan, zo werd gezegd, en tegelijk hakken jullie er op de secundaire school met de botte bijl op in: de leerlingen moeten voldoen aan de regels en normen en zo niet, dan is het met hen bekeken. JulHe passen je aan bij de regels die er nu eenmaal zijn. Met woorden zijn juUie eventueel nog wel strijdbaar, maar waar zié ik het nu. Dan moet ik toegeven dat tal van andere schooltypen soms het humaan meer waarmaken dan menig christelijke school. Drs. Gilhuis: Nu het gegeven van de christelijke school er is, moeten we proberen er op een nieuwe manier iets van te maken. Er is geen organisatie te noemen die de laatste tien jaar meer aan zelfkritiek heeft gedaan dan het christelijk onderwijs. We hebben kansen die we nooit eerder hebben gehad, ledere student is het met me eens dat de tijd van waardenvrije wetenschap en neutraal onderwijs voorbij is. Ook het christelijk onderwijs heeft wat dat betreft de wind in de zeilen. De identiteitscrisis heeft de mensen zo aangesproken dat er een explosie is ontstaan in de discussie daarover. Nog maar een jaar of vier geleden was het de dood in de pot. Men Uep door in het vertrouwde karrespoor. ledere vanzelfsprekendheid is nu weg en dat vind ik een ideale operatie-basis. 7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 271

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's