GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 252

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ervan uit te gaan dat het er om gaat een eenheid, wetenschap' genaamd, te koppelen aan een eenheid 'samenleving'. Die twee begrippen worden zo echter al te zeer gezien als objecten, hetgeen gezien de politieke betrokkenheid van de aanhangers van deze beweging, wat ironisch aandoet. De beweging wordt nog ernstiger beperkt door haar neiging a-historische opvattingen te koesteren, waardoor ze wordt afgesneden van werkelijk begrip van de problemen die door de ontwikkelingen van de wetenschap zijn ontstaan. Wanneer men een meer historisch perspectief zou openen, zou deze beweging een nuttiger rol kunnen gaan spelen in het debat over de wetenschap. Maar wel zou men dan eerst de verzoeking van al te gemakkelijke slagzinnen moeten weerstaan en de noodzaak moeten inzien van een diepgaande bezinning op wetenschappelijke kennis zelf.'

Geen succesverhaal Prof Rudwick legde uit dat hij en een flink aantal van zijn vakgenoten de geschiedenis van de natuurwetenschappen zijn gaan benaderen op dezelfde manier waarop andere historici dat doen met economische, sociale, politieke, godsdienstige of kunstgeschiedenis. Het contrast dat bestond tussen geschiedenis der natuurwetenschappen en alle andere 'soorten' van geschiedenis is aan het ver-

Hypotheken Praktijk financieringen Speciale voorwaarden voor academici en afgestudeerden van iioger beroepsonderwijs. Hypotheken tot 110% van de aanl<oopwaarde van een huis nnogelijk!

raasterlnk b.v. assurantiekantoor

V. hardenbroek b.v. Mierloseweg 3 - HELMOND Postbus 17 - Tel. 04920-33880

Simon Stevin . . . Nederlands als wereldtaal . . .

vagen. Deze verandering hing samen met de terugtocht van het positivisme: wetenschapsgeschiedenis was niet langer een simpel succesverhaal van vooruitgang; van onwetendheid naar de verlichting. Men was minder geneigd goede of slechte cijfers uit te delen aan de wetenschappers uit het verleden, al naar gelang ze er juiste of onjuiste ideeën op na hielden. Getracht werd daarentegen hen te zien als vertegenwoordigers van hun tijd, gebonden aan de beperkingen van hun cultuur.

Intern - Extern Prof Rudwick wees er op, dat nog maar enkele jaren een tweetal stromingen zich binnen het vakgebied deed gelden: de 'internalisten', die vooral geïnteresseerd waren naar de vraag hoe ideeën zich ontwikkelden binnen de intellectuele denkwereld zelf en aan de andere kant de 'externalisten' die zich vooral bemoeiden met de sociale betekenis van instellingen waarbinnen de wetenschap werd bedreven. Er werd wel gezegd, dat de 'internalisten'geen acht sloegen op de sociale en economische basis waarop de wetenschap stond. En met evenveel recht verweet men de 'externalisten' dat zij de eigenlijke kennis, waarover de wetenschap beschikte, verwaarloosden. Het was niet prof Rudwick's bedoeling zich op dit 'oude slagveld' te begeven. In de meest interessante onderzoeken die op het ogenblik worden verricht gaat men aan het onderscheid intern-extern voorbij en tracht men de wetenschappelijke kennis die in een bepaalde periode ontstond in verband te brengen met het culturele klimaat van die tijd.

'Fantastische banen' Simon Stevin en diens veelsoortige bezigheden vormden een voorbeeld. Stevin publi-

ceerde over wiskunde, mechanica, sterrekunde, over navigatie, watermolens en sluizen, over vestingwerken, boekhouden, stadsplanning, muziektheorie, politieke filosofie en taalkunde. Prof. dr. E. J. Dijksterhuis, die dertig jaar geleden een monografie over Stevin schreef, zette al deze verschillende .aspecten nog min of meer los naast elkaar. Thans echter tracht men het leven van Stevin te beoordelen vanuit een andere gezichtshoek. Zo is het bijvoorbeeld duidelijk dat Stevin een vertegenwoordiger was van een sociale groep die in die periode bijzonder belangrijk lijkt te zijn geweest voor de ontwikkeling van de moderne wetenschap. De groep namelijk, die als geleerden en ambachtslieden, zowel door persoonlijke interesse als door maatschappelijke mogelijkheden vooruit kon lopen op de moderne wetenschappelijke samenhang tussen theorie en praktijk. Het onderscheid tussen internalisten en externalisten zou niets hebben kunnen bijdragen aan een beter begrip van zo'n man. De tiendelige breuk bijvoorbeeld die door Stevin werd behandeld in 'De Thiende'kan worden gezien als een stuk wiskundegeschiedenis, maar de toepassingen die Stevin er zelf van noemde (sterrekijkers, landmeters, tapijtmeters, wijnmeters, lichaammeters, muntmeesters en alle kooplieden) demonstreren duidelijk, dat de wiskunde van Stevin niet kan worden losgezien van de context, waarin ze werd beoefend: de zestiendeen zeventiende-eeuwse handelssteden in Nederland. Een nog duidelijker voorbeeld hiervan kan worden gevonden in de extreme opvattingen die Stevin soms leek te koesteren. Zo achtte hij het Nederlands geschikt om als wereldtaal te gaan dienst doen, omdat het de taal zou zijn geweest die werd gesproken in de 'wijsentijd', een langvervlogen tijdperk, waarin men beschikte over volmaakte kennis. Dijksterhuis schreef hierover dat men 'het niet zonder verbazing aanziet dat Stevins denken zich op zo fantastische banen heeft kunnen begeven'. In later jaren werd echter steeds duidelijker, dat in de zestiende en zeventiende eeuw er een wijdverbreide opvatting heerste, volgens welke er lang geleden kennis moest hebben bestaan, die verloren was gegaan en die men bezig was te her-ontdekken. Stevin's buitenissigheden werden er begrijpelijker door.

Newton Ook het wetenschappelijk denken van Newton is de moeite van het bestuderen waard, al mag in de periode vóór de riegentiende eeuw eigenlijk niet van 'wetenschappelijk' worden gesproken, omdat de beoefenaren zelf geen onderscheid maakten tussen de wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke aspecten van hun werk. Pas in de jaren dertig (van deze eeuw) begon men dit onderscheid aan te brengen. Toen namelijk werd een belangrijk deel van Newton's manuscripten verkocht. De wer-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's