GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 342

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 342

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 32

De precaire republiek: Libanon en de Palestijnen door dr. Antonie Wessels

dr. Antonie Wessels

,,De precaire republiek" is een titel van een boek over Libanon dat in 1968 werd uitgegeven. Als dit precaire voor Libanon reeds gold zeven jaar geleden, hoeveel te meer gaat het op nu de Palestijnse factor zo'n beslissende rol is gaan spelen. In de juni-oorlog van 1967 werd het hele gebied dat voorheen Palestina heette, door Israël bezet. In 1969 en vooral in september 1970 — sindsdien „zwarte september" genoemd — bracht koning Hussayn de Palestijnse verzetsbeweging een zware slag toe in Jordanië zodat sommigen zelfs een heenkomen zochten in Israël.' In Syrië hebben de Palestijnen geen zelfstandige militaire of politieke positie. Het enige Arabische land waar de Palestijnen enigszins vrij kunnen opereren, zowel politiek als militair, is Libanon. Het zuidelijk ste gedeelte van Libanon wordt wel Fatale -land genoemd. Verschillende Palestijnse kampen zijn van (soms zelfs zeer zware) wapens voorzien en vormen zodoende een soort staat in de Libanese staat. Sinds 1967 heeft dat steeds opnieuw tot ongeregeldheden en botsingen tussen de Palestijnen en Libanezen aanleiding gegeven. Andere Arabische staten, vooral Egypte, hebben bemid-

deld om een vergelijk te bereiken tussen de strijdende partijen. In 1969 werd het zogenaamde akkoord van Cairo gesloten, waarbij een modus-vivendi gevonden werd. In mei 1973 kwam het opnieuw tot ernstige botsingen waarbij ten slotte de Libanese autoriteiten de luchtmacht inschakelde om de Palestijnse kampen te bombarderen. Op zondag 13 april 1975 werd in een wijk van Beirut een nieuwe kerk geopend waarbij de rechts-christelijke leider van de partij der Phalangisten, Pierre Jemayyil, aanwezig was. Hij had een groep van zijn gewapende volgelingen bij zich. Deze laatsten hebben na afloop van de kerkdienst een bus met Palestijnen die juist van een demonstratie ter herdenking van de eerste verjaardag van de actie in Kiryat-Schmoneh terugkwamen, beschoten. Meer dan twintig inzittenden van de bus werden gedood. Bij de hevige gewapende botsingen die erop volgden, vooral in Beirut, maar ook in andere steden in Libanon, waardoor het openbare leven een week lang lam lag, zijn naar de officiële cijfers 150 mensen omgekomen, maar volgens betrouwbare ramingen, minstens het dubbele aantal. Na aanvankelijk herstel van de rust in de stad braken na het orthodoxe paasfeest eind april opnieuw ongeregeldheden uit. Een lange regeringscrisis begon. In juni vond er een gesprek plaats tussen de Libanese president en de leider van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie, Yasser Arafat. Overeengekomen werd dat de Palestijnse leider een publieke verklaring zou afleggen waarbij zou uitkomen dat de Palestijnen de Libanese identiteit respecteren. Vervolgens zou Arafat ervoor zorgen dat zijn troepen zich zouden terugtrekken uit een van de wijken van Beirut die het toneel van de strijd was geweest. De president van zijn kant zou er voor zorgen dat de Phalangisten hetzelfde zouden doen met hun troepen. Arafat kwam zijn deel van de overeenkomst na, maar de Phalangisten zagen de kans schoon nu een grote klap uit te delen. Dit leidde tot de derde meest bloedige ronde waarbij meer dan duizend mensen in enkele dagen omkwamen. De noodsituatie die hierdoor ontstond leidde tot de vorming van een regering onder leiding van de Soennietisch Moslimse premier, Rachid Karame en enkele andere ..sterke mannen" onder wie

de oud-president, Camille Chamoun (75). De verwachtingen zijn dat het nu wel enige tijd militair rustig zal blijven — de Israëlische aanvallen op Libanon buiten beschouwing gelaten —, maar dat de sociale onrust sterk zal toenemen zoals reeds bleek toen bij de meest recente onlusten „rijkere" winkels het doelwit werden van bomaanvallen. WAT IS HET DAT LIBANON TOT ZON „PRECAIRE REPUBLIEK" MAAKT? In Libanon wonen twee en een half miljoen Libanezen. Een groot aantal Libanezen. vooral christenen, woont buiten Libanon, in West-Afrika, de VS en Latijns-Amerika. waar ze vaak tot belangrijke posities zijn opgeklommen in het economische en het politieke leven. De christenen zijn verdeeld over de volgende secten: De Maronieten, de Grieks-Orthodoxen. Grieks-Katholieken, Armeens-Orthodoxen, Syrisch-Katholieken. Nestorianen. Chaldeeën, Latijnen en Protestanten. De moslimse gemeenschap is verdeeld in Soennieten, Shi'ieten, Druzenen Alawieten. Dan is er een kleine groep Joden (wiens aantal men nu op 1000 schat). Het is moeilijk een betrouwbare raming te geven van het aantal bewoners verdeeld over de verschillende secten. In 1932 werd de laatste census gehouden. Volgens een recente raming zijn er de volaende aantallen voor de christenen:

Maronieten

aantal

% van de % van de christebevolnen king

450.000

60 % (tezamen met de GrieksKatholieken)

30

9c

20

10

%

GrieksKatholieken 160.000 GrieksOrthodoxen 200.000 Protestanten 26.000 ArmeensOrthodoxen 135.000

%

2,5 %

1.25 %

15 %

7,5 %

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 342

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's