GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 282

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

lijks voldoende geld om in hun onderhoud te voorzien en beschikken over weinig kennis. Om de armen te helpen moeten we technieken ontwikkelen die aansluiten bij de situatie van de armen. Dat betekent, dat die technieken aan veel mensen werk moeten geven, goedkoop zijn en gemakkelijk te onderhouden.' Schumacher spreekt over een intermediaire technologie die in-staat tussen de technologie van de rijke en de traditionele technologie van de arme. Wij wilden Schumacher ontmoeten om dieper op deze en andere ideeën van hem in te gaan. Enige weken geleden spraken wij gedurende twee lange ochtenden met hem over intermediaire technologie, de toepasbaarheid daarvan, ook in de industrielanden, het milieuprobleem, de Club van Rome, het Westers denken en zijn rol als christen in de samenleving. Schumacher zou ons afhalen van het station in Caterham, een plaatsje ten zuidoosten van Londen met zo'n 15.000 inwoners. Vanuit Londen is het een klein uurtje met de stoptrein door onafgebroken bebouwd gebied. Fabrieken en huizen wisselen elkaar af. Van de zoveel geroemde 'country side', het schilderachtige glooiende Engelse landschap, is nog maar weinig te merken. Plotsklaps wordt het heuvelachtig en voor we het weten zijn we er. Wij kijken het perron af, lopen naar de stationshal, maar ontwaren onze gastheer niet. Buiten geeft een groene personenauto een paar lichtsignalen als teken van herkenning. 'Goedemorgen heren, stapt u in,' zegt de man achter het stuur. Vriendelijk gezicht, grijs haar, uitlopend in twee bakkebaardjes die nog meermalen 'onderhanden' genomen zullen worden. Langs veel groen bereiken we in luttele minuten zijn huis. Veel informatie over zijn persoon hadden wij niet kunnen vinden bij onze voorbereidingen. Duitser van geboorte, vanwege Hitler naar Engeland uitgeweken, sterk door het boeddhisme beïnvloed. Had een wetenschappelijke carrière laten liggen. Geeft in 1970 een directeurschap bij de Staatsmijnen er aan 'om weer fris te kunnen denken'. Hij is dan 59. Woont nu in een vergeten dorp onder de rook van Londen en besteedt zijn tijd aan het schrijven. Als vrucht verschijnt daarvan in 1973 'Small is beautiful', waarin zonder omwegen en in vlotte stijl tegen de heilige huisjes van de economische wetenschap wordt aangeschopt, de westerse denk- en leefwijzen op de korrel worden genomen en een kinderlijk eenvoudige oplossing voor het ontwikkelingsprobleem van de Derde Wereld wordt gegeven. Wie is die man? Een idealist die moe geworden van het jachtige bestaan zich terugtrekt op het platteland om van daaruit de mensheid met waarschuwingen te bestoken? De kamergeleerde, zoals onze minister-president zich eens liet ontvallen? We hebben bange vermoedens, maar het tegendeel blijkt waar. Wij zeggen wat we willen. 'U vraagt maar' is zijn reactie, ook als we zeggen dat zijn privéleven ter sprake moet worden gebracht om hem als mens wat beter te kunnen plaatsen. Hij praat openhartig over allerlei zaken. Maar op vragen over hemzelf en zijn omgeving reageert hij met afwerende inleidingen als: 'Heren, het zal u niet lukken een groots verhaal over mij te schrijven, daar ben ik te weinig tragisch voor'. Zijn directe omgeving blijft voor ons een gesloten 16

boek. Z'n vrouw en kinderen krijgen we niet te zien. Onze gesprekken vinden plaats in de opkamer en daarbuiten komen we niet. Als we na het gesprek door de gang naar de buitendeur lopen, staat de deur die op de keuken uitkomt, op een kier. We ontwaren een vrouwenfiguur. Zij merkt ons op. De deur klapt dicht. Jammer, we hadden haar graag gecomplimenteerd met de homemade amandelkoek die we bij de thee kregen. Over z'n levensloop wilde Schumacher wel iets vertellen. 'De Schumachers komen uit Noord-Duitsland en daar, in Bremen, wonen nog een paar bloedverwanten. In Zuid-Duitsland in de omgeving van het Zwarte Woud leven een heleboel Schumachers. De bekende sociaal-democraat Kurt Schumacher kwam daar vandaan. Maar hij is geen familie. Mijn wieg stond in Bonn, waar mijn vader hoogleraar was in de economie. Toen ik drie was, werd mijn vader overgeplaatst naar Berlijn. Dat was in 1914 toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. De lagere school en de middelbare school heb ik daar afgemaakt. Die Berlijnse tijd heeft een grote invloed op mij gehad. Het laat iets in je achter, wat je nooit meer kwijtraakt. De Berlijner heeft een bepaald soort humor over zich. Hij kent geen zelfmedelijden. Hij redeneert zo van: 'Wat kun je nou helemaal verwachten in deze wereld?' Hij gaat niet bij de pakken neerzitten, maar probeert er het beste van te maken. Zelfs nu nog ontdekt men vrij snel aan me dat ik jaren in Berlijn heb gewoond. In 1930 kreeg ik de kans om in Engeland te studeren. Ik ging naar Oxford, en studeerde daar economie en politicologie. Na twee jaar werd mijn beurs met een jaar verlengd, maar ik had geen zin om nog langer in Oxford te blijven. Wat ze daar deden stond zó ver van de werkelijkheid af, 't was me veel te theoretisch. Ik zei dat ik naar Amerika wilde en dat werd goedgevonden. Twee jaar heb ik toen aan de universiteit van Columbia in New York gezeten. Een jaar als student en een jaar als leraar. Ik gaf les aan leeftijdgenoten en ze vonden dat ik het erg goed deed. In Amerika voelde ik me als herboren. Ik zeg nog vaak tegen mensen, als we het over die tijd hebben: 'Ik ben op 21-jarige leeftijd In de Verenigde Staten geboren'. Ondanks de zware depressie, bruiste het daar van leven. Alles scheen er mogelijk; ik kwam er voor het eerst echt tot mijzelf. Maar toen ik terugging naar Duitsland, begon ik me af te vragen, waar deze ongeremde bedrijvigheid toe moest leiden. Voor mij ontbrak de zin eraan, mij leek het bedrijvigheid om de bedrijvigheid. Ik ging het ook op mijzelf betrekken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's