GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 456

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 456

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magazine 14 schappelijk engagement. Niet één van deze elementen is uniek te noemen — integendeel elk daarvan wordt gedeeld met anderen — maar wel is daaruit voortgevloeid een eigen stijl van leven en denken, die in ver en nabij verleden vrucht droeg. Een denkwijs, die m haar gespannen zijn op een gefundeerd samengaan van waarheidsliefde en verdraagzaamheid evenzeer vormend kan inwerken op de toekomst, als zij het natuurlijk verband met het verleden weet te bewaren. Uit woord en schrift blijkt dat velen dat heel anders zien. Voor hen is het verleden niet meer dan een arsenaal met middelen, welkom ter aanvulling van hetgeen in eigentijdse wijsheid omtrent de toekomst is bepaald. Wat zodoende gezegd en gesteld wordt klinkt al gauw historisch hol en verwaaid. Het is nu eenmaal niet eenvoudig in de nagedachtenis van Guido de Brés — in 1561 in Valenciennes „verhangen en gewurgd" — te stellen dat de reformatoren onvoldoende oog hebben gehad voor de katholiciteit der Kerk, aan Willem de Zwijger en De Coligny uit te leggen dat de kerk een grote taak heeft in politieke zaken, bij het graf van Johannes Post op het ereveld in Overveen te betreuren dat de kerk geen oog heeft gehad voor maatschappelijk engagement.

Toekomst Bij dit alles is de toekomst van de Vrije Universiteit nauw betrokken. De deuren zijn weer open gegaan voor tienduizend studenten, die met de hakken over de sloot der mondigheid zijn gekomen (schoon doorgaans niet gehinderd door besef daarvan), binnen opgewacht door honderden, die min of meer beneveld door de geest des tijds voortgaan langs de wegen der mondigheid (schoon als alle benevelden licht in de mening dat de wereld zwaait onder de vastheid van hun gang), en het grote punt is dan in wat voor sfeer van denken zich die jarenlange ontmoeting zal voltrekken.

De Vrije Universiteit heeft een in religieuze termen vervatte zeer ruime doelstelling, maar zij kan en mag zich niet losmaken van haar herkomst, en die ligt in de gereformeerde gezindheid. Niet alsof het evangelie zo vaag en ver zou zijn, dat gereformeerde concretisering nodig zou zijn. Wel omdat dat denken gedragen wordt door een eigen wijzen op de concrete betekenis van dat evangelie en daarin een eigen waardevolle bijdrage kan geven in oecumene en universitaire toekomst. Zij weet, zij kan en moet weten, dat levensbeschouwelijke overtuiging — ook de Calvinistische — een eersterangs stimulans is in de beoefening der vakwetenschap. Zij kan en moet weten dat in het zo ruime spoor van Calvijn in kerk en geschiedenis dingen in het profetisch zich komen,die in wereld van 1975 van onschatbare waarde zijn, dingen die mensen en onderwijs en onderzoek kunnen bezielen, dingen die de confrontatie met de vragen van deze tijd kunnen doorstaan. Het lijkt er op, dat je genegenheid niet kunt vragen, laat staan opleggen. Die is naar haar aard natuurlijk en spontaan meer dan georganiseerd, meer bloeiend dan systematisch. De vraag is maar of evangelisch gesproken met zo'n algemene en in wezen holle aanduiding kan worden volstaan. Dit hele artikel zou niet geschreven zijn als mij niet vurig voor ogen stond de noodzaak van een gemeenschappelijke oproep tot hernieuwde en herleefde genegenheid.

Dialoog Wat gezocht wordt gooit de ramen wijd open. Het schuwt de dialoog niet, haalt die integendeel binnen. Niet die dialoog, die met spreekkoren en refreinen, afgewisseld door gescandeerd applaus, luisteren en toegeven oplegt en forceert, maar een dialoog, in woord en wederwoord gekenmerkt door begerig luisteren. Het zijn echter niet in de

eerste plaats sommige studenten-acties die dat belemmeren maar veel meer wordt die bedreigd door geestdodende onverschilligheid voor de onderwerpen, die in een dialoog aan de Vrije Universiteit dienen te worden betrokken. Niemand zal mogen zeggen dat er onder ons geen brandende harten zij n. Maar ook niemand zal mogen zeggen dat universitair nu de vlam uit de pan slaat.

Geen zekerheid Er is, zegt men telkens, in deze tijd meer dan ooit behoefte aan zekerheden. Die zekerheden kan het gereformeerde denken niet beloven. Wel kan met zekerheid gezegd worden dat het zoeken langs bepaalde wegen al zoekend nieuwe, ongekende, onverwachte zekerheden geeft, welker waarde en betekenis wij nu nog maar zeer ten dele kunnen overzien. Alsje ten slotte in de zo andere taal der psalmen citeert dat de Almachtige troont ook op de wetenschappelijke lofzangen van de Vrije Universiteit, dan ondergaat dit artikel het lot van alle preken. Wat doe je er morgenochtend mee in die gewone werkelijkheid van alle dag? Misschien is daar toch enig antwoord op mogelijk, al is het alleen in allereerste aanleg, al zijn anderen meer tot antwoorden bekwaam en bevoegd, al is elk aanduiden een subjectief selecteren uit een stortvloed van mogelijkheden. In het vruchtdragend perspectief van dat gereformeerde denken zou dan, deels opnieuw, deels blijvend de aandacht geconcentreerd kunnen worden op: — de wijze waarop de bevrijdingstheologieën der derde wereld even hartverwarmend als bevruchtend kunnen worden opgevangen; — de mogelijkheid om de begrippen universiteit en vakwetenschap vaster wijsgerig te cementeren; — de fundamentele eenheid in sociaal-economisch beleid uit een eigen mensbeschouwing;

Rijksuniversiteit Utrecht In verband met het vertrek van de thans fungerende directeur komt binnenkort vacant de functie van

DIRECTEUR VAN HET INTERUNIVERSITAIR KUNSTHISTORISCH INSTITUUTTE FLORENCE Deze functie vereist: 1. doctoraal examen Kunstgeschiedenis en Archeologie; 2. beheersing van de Italiaanse taal; 3. eigenschappen vereist voor de vervulling van de hierna omschreven taak. Sollicitaties met vermelding van publicaties en lopend onderzoek dienen uiterlijk vier weken na plaatsing van deze advertentie te worden gezonden aan dr. H. A. van den Berg-Noë, secretarisvan de bestuurscommissie van het Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut, Drift 25 te Utrecht.

De taak van de directeur omvat: 1. het in overeenstemming met de interuniversitair samengestelde bestuurscommissie voeren van de wetenschappelijke leiding van het instituut; 2. het geven van c.q. het medewerken aan het onderwijs, dat Nederlandse studerenden groepsgewijs dan wel individueel aan het instituut ontvangen; 3. het leggen en onderhouden van contacten met culturele en bestuurlijke instanties in Italië en in het bijzonder in Florence; 4. het organiseren van kleine tentoonstellingen en van contacten op kunsthistorisch gebied; 5. het beheren van het gebouw en van de voor de exploitatie beschikbare kredieten, alsmede de leiding over enig personeel. De aanstelling zal geschieden in een van de wetenschappelijke rangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 456

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's