VU Magazine 1976 - pagina 337
magame 27
VU-student telde Mraadslachtoffers'
Per jaar vliegen bijna miljoen vogels tegen leidingen De Polder Westzaan, ten westen van Zaandam, ten zuiden van Wormerveer, wordt behalve door honderden klein en grote sloten, ook,,doorsneden" door twee hoogspanningsleidingen: één van 150 kilo-volt (een kilo-volt; kV is 1000 volt) en één van 380 kV. Tussen 1971 en'75 vlogen bijna 3000 vogels (73 verschillende soorten) zich tegen deze leidingen dood. Gevreesd moet worden dat naar schatting 800.000 tot 1 milj oen vogels per j aar in Nederland ,, draadslach toffer" w orden. Met grote nauwgezetheid liepen René Heijnis, biologie-student aan de VU en een aantal mede-zoekers keer op keer de route van bijna drie kilometer onder en naast de hoogspanningsleidingen die het zuidelijk gedeelte van de polder, ook bekend als het Westzijderveld en De Reef, kruisen. Ze zochten een strook van 150 meter breed af naar draadslachtoffers. In het begin tel-den ze twee keer per maand, later twee keer per week en in bepaalde perioden van het jaar, zelfs dagelijks. In de vijf jaar dat het onderzoek duurde, werd in totaal 425 keer geteld. De meerkoet was het meest voorkomende slachtoffer (522); daarna kwamen achtereenvolgens de wilde eend (245); de postduif (222); de grutto (173); de watersnip (165); de kievit (162); de zilvermeeuw (103). Er werd niet slechts naar aantallen en soorten gekeken bij het onderzoek. Heijnis trachtte er ook achter te komen onder welke omstandigheden de vogels tegen de draden vliegen. Hij noteerde, dat wanneer de hoogspanningsleidingen gebieden kruisen waar vogels plegen te broeden of te fourageren (eten) er nogal eens slachtoffers vallen doordat de vogels door een of andere oorzaak worden opgeschrikt en in paniek opvliegen. In het Westzijderveld nam hij een keer zo'n paniek-reactie waar, bij een groepje slobeenden, die schrokken van een naderende boer. Eén ervan vloog tegen een draad. Een andere keer werd in De Reef een kievit waargenomen, die zijn territorium verdedigde tegen een zilvermeeuw. Bij het uitvoeren van een duikvlucht raakte de kievit een.draad. Natuurlijk speelt de zichtbaarheid van de draden een belangrijke rol (de gebundelde draden van de 380 kV-leiding zijn beter te zien dan die van de 150 kV-leiding, tenminste overdag) en vooral ook het weer. Na hagelbuien in
het voorjaar bij voorbeeld, werden doorgaans meer slachtoffers gevonden dan normaal. Het maximum-aantal werd gevonden na een plotselinge hagelbui op 8 mei '75: onder de 150 kV-leiding niet minder dan 62 stuks, onder de 380 kV-leiding 53. De dagen daarvoor was het vrij mooi weer geweest, veel vogels moeten door de onverwachte bui zijn verrast. Viel er hagel in het najaar of in de winter, dan was het aantal slachtoffers relatief lager. Ook na mist en regen werd een verhoging in het aantal slachtoffers gevonden, hoewel vogels dan minder plegen te vliegen. Om te weten te komen op welke tijden van de dag de meeste slachtoffers vielen, werd soms vijf maal op een dag geteld op een verkort traject en zo nodig met gebruikmaking van schijnwerpers. Het werd duidelijk dat de meeste slachtoffers 's nachts of in de schemer ('s ochtends of 's avonds) vallen. MAANDELiiKS
OVERÏiCHT
150 140
1971 -1«7! 1973 1974 1975
M:\
120 100
// 1
\\
/
\\
/,'•
A.
// /
Ï80
i
580 40 -i»-^
0
^^ J
/)<o^^.
,y^
20
F
-
M A
M
J
i
A
S
'
'
•
'
^
o
N
-
-
-
^
D
Trekken en broeden In de cijfers die Heijnis verzamelde, vielen meteen de pieken op in de maanden april/ mei en september/oktober, met andere woorden: in de maanden dat tal van soor-
VU-student René Heijnis schreef een rapport, „Vogels onderweg" over draadslachtoffers in de polder Westzaan. Exemplaren van dit rappcH-t zijn bij hem verkrijgbaar. Ze kosten f27,25 (inclusief portokosten). Geïnteresseerden kunnen dit bedrag storten op gironummer 35 35 924, ten name van R. Heijnis, Wilhelminastraat 13, Koog a/d Zaan. ten aan hun vooijaarstrek (naar de broedgebieden) of najaarstrek (naar de winterkwartieren) bezig waren. Duizenden vogels onderbreken hun tocht in de polder Westzaan om te fourageren. In totaal zijn er 108 verschillende soorten waargenomen die moeten worden beschouwd als doortrekkers. Heijnis schreef de pieken niet slechts toe aan het feit dat er tijdens de trek zoveel meer vogels dan ande\;s in de polder zijn, maar ook aan het feit dat de hoogspanningsleidingen dwars door het gebied lopen en bij voorbeeld niet er langs. Ook veronderstelde hij, dat er bij de trekvogels, die de polder slechts twee maal per jaar passeren, niet de gewenning aan de leidingen optreedt, die mogelijk'wel bestaat bij vogels die in de polder thuishoren. De piek in het voorjaar was veel geprononceerder dan die in het najaar. Het vermoeden bestond dat in het voorjaar zowel trekals broedvogels tegen de draden vlogen. De leidingen hadden — over broedvogels gesproken — nog een andere nadelige werking dan alleen als obstakel bij het vlie-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
VU-Magazine | 487 Pagina's