GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 418

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 418

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MU magazine 20 Het Leerboek vervolgt: „In het Nederlandsch-Indische Leger wordt inderdaad aan hen, die dezen godsdienst belijden een bevoorrechte positie geschonken. Allen, hoe dun het Christelijk vernisje ook moge zijn, worden met den naam Amboinees betiteld en deelen in de vele voorrechten, die deze landaard geniet" In zijn verslag in 1926 zal Hendrik Kraemer spreken over „het politieke gebruik, dat de Regeering steeds van het Christenzijn der Amboneezen gemaakt heeft," en die in hen gekweekt hebben „ een gevoel van superioriteit".

Bevoorrecht of tenachtergesteld? Tot in het absurde toe wordt gediscrimineerd in het Nederlands koloniale leger. Zo is er zelfs verschil in de toelage bij de bronzen Medaille voor Moed en Trouw. Èen Ambonees fuselier wordt f 10,19 uitgekeerd. Voor vergelijkbare Moed en Trouw ontvangt een Javaanse of Soendanese fuselier f 6,39. Handgelden, soldij, marsvoeding, pensioenen, reisklasse verpleegklasse, hospitaaltoelage, alles is bij de Ambonezen hoger. Op hun beurt worden zij weer tenachtergesteld bij de blanke Europese militair, o.a. in bevordering. Hogere officiersrangen blijven voor de Ambonezen gesloten. De KNIL-Ambonezen op hun beurt blijven zich dus gediscrimineerd voelen. Spreken de Nederlanders over hun bevoorrechte situatie, zij ervaren deze situatie als een tenachterstelling. Hun loyaliteit, waar zij zo voor geprezen vyorden, ligt bij Nederland, niet bij het Indonesische volk.

Kritiek Wanneer de Atjeh-oorlogen achter de rug zijn en het Nederlandsgezag tot in alle uithoeken van de archipel is gevestigd, beginnen tot verontrusting van de Molukkers Nederlandse stemmen zich af te vragen of de bevoorrechting nu wel terecht is. Niet de bevoorrechting van de Europeaan boven de Inlander, maar die van de Ambonees boven de andere landaarden. Zo verschijnt in 1908 in De Locomotief een artikel over „De gevechtswaarde van den niet-Christ en Inlander in ons leger", waarin een Nederlands officier protesteert tegen de tenachterstelling van de Javanen aan de Ambonezen. „ Van den Javaan is minstens hetzelfde te maken als van den Ambonees, mits men eerst de barrière verbreekt, die zijn geestelijke en lichamelijke ontwikkeling tegenhoudt, zijne vrees voor de geesten, diebij alles eene hoofdrol speelt en dit kan alleen verkregen worden door hem Christen te maken, dus door de Zending. Zodra toch als hij den God der Christenen als zijn God beschouwt, hetzij daartoe gekomen uit overtuiging of om politieke redenen, ziet hij zich in een nieuw milieu verplaatst en neemt met den nieuwen godsdienst ook de maatschappij der vertegenwoordigers van dien godsdienst aan en daarmede hunne maatschappelijke instellingen. Vast en zeker zal de Javaan dan niet onder doen voor Ambonees en Menadonees in vaderlandsliefde en trouw aan 't vorstenhuis, thans nog holle klanken voor hem. En als eenmaal die toestand is geschapen zal evenals in de Molukken, zoowel in het diepste der dalen als op de hoogste toppen de bergen van het schoone eiland Java, dagelijks Gods besten zegen worden afgesmeekt over Koningin en Vaderland". Het artikel wordt overgenomen in „Mededeelingen van wegehet Nederlandsche Zendelinggenootschap" met de aantekening „Het is ook van het standpunt der Zending niet van belang ontbloot". Menig militair artikel in die periode houdt zich bezig met het maken van vergelijkingen tussen de gevechtswaarde

van de Ambonees en de Javaan. Onder het pseudoniem „Bajonet" neemt iemand het augustus 1913 op voor de Javanen, „Zeg tegen een Amboinees eiken dag: jij bent een prul enz. jij bent veel minder waard dan Kromo, krijgt daarom minder geld enz... en... ge krijgt het tegenovergestelde van hetgeen thans te zien wordt gegeven." In 1914wordt daarop woedend gereageerd in het Indisch Militair Tijdschrift door luitenant J. J. de Vries. Hij verwijst naar het Leerboek van kapitein C. Boon van de K.M. Academie, waarin de verzuchting wordt uitgesproken dat vervanging van het Javaanse element óoor „meer krijgshaftige rassen" zeker de voorkeur zou verdienen met het oog op een buitenlandse vijand. „ Waar nu van hooger hand de militaire minderwaardigheid (niet die van mensch) van den Javaan ten opzichte van den Amboinees aangenomen wordt, is het m.i. billijk, dat ook de laatste beter betaald wordt." De meest bekende Ambonese leger-predikant in A ^ e h (pas na z'n pensioen gaf men de godsdienstleraar overigens de titel van dominee) was ds. Thenu, d i e t a l v a n soldatenliederen maakte. In 1 9 0 1 w e r d hij ridder O. N. In 1 9 3 5 ging hij met pensioen. Tijdens de reis naar Nederland, die h e m toen als geschenk w e r d aangeboden, ontving Koningin Wilhelmina hem. Hetverhaalwil, dat hij tien dagen lang daarna weigerde de hand te wassen, die de Koningin had gedrukt. Na tien dagen w a s generaal S w a r t de eerste, die hem weer de hand m o c h t schudden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 418

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's