GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 119

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 119

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

l ^ magazine 29

Ontmoeting met Umbanda door drs. A. D. Willemier Westra

Als men de wat oudere wijken of de slums van een Braziliaanse stad doorwandelt kan men opeens oog in oog komen te staan met Umbanda. Deze ontmoeting komt voor de argeloze buitenstaander meestal als een schok. Tot dusverre had men gedacht dat Brazilië, in grote lijnen althans, een westers, rooms-katholiek land was, maar daar is dan ineens die vreemde eredienst. Mensen die zich aan de ingang van de wat sjofel aandoende tempelbehuizing ophouden, vertellen dat er alleen al in Rio duizenden en misschien wel tienduizenden van zulke tempels zijn en dat er ook in andere Braziliaanse steden vele van zijn, zij het dan meestal onder andere benamingen. Latere navraag bevestigt deze informatie en dan komt al gauw de vraag op, wat er precies aan de hand is.

Drs. A. D. Willemier Westra (nietwesterse sociologie) ging in 1969 voor enige maanden naar Brazilië ten behoeve van een kinderhulpproject van het Algemeen Diakonaal Bureau van de Gereformeerde Kerken. Zijn belangstelling werd daar gewekt voor de religieuze groepen die o.m. onder de verzamelnaam „Umbanda" bekend staan. H ij besloot nadere studie te maken van deze groepen en in 1973 werd hem door het Instituut voor Godsdienstwetenschap van de VU een reisbeurs verstrekt. Andermaal ging drs. Willemier Westra naar Brazilië. Over zijn bevindingen maakte hij een aantal werkstukken die hij op zijn colleges gebruikte. Tevens dient de stof als basis voor verdere studie naar de achtergronden van de opkomst van Umbanda. Zo'n onderzoek zou meer licht kunnen werpen op de aanpassingsmechanismen van een snel groeiende religie aan een zeer snel veranderende samenleving. Ook zou het iets naders kunnen leren over de aanpassing van mensen aan zo'n samenleving.

Uit de tempel komt een dof gedreun van trommels en ritmisch gezang en geklap van vele aanwezigen. Een schuchter geworpen blik naar binnen toont een soort gang met aan weerszijden hokjes met kippegaas ervoor, waaruit flauw licht straalt. Het hokje dat bij de ingang staat, blijkt het beeld van een griezelig grijnzend, duivelachtig wezentje te herbergen dat nu niet bepaald tot naar binnen gaan noodt. Intussen is een van de omstanders naar binnen gegaan. Hij komt terug met een vriendelijke heer, in een soort witte overgooier gekleed. Hij vraagt: „Wilt u niet binnenkomen?" Hij kijkt helemaal niet duivels uit zijn ogen, integendeel. Hij lijkt meer het zeldzame soort vaderlijke man, aan wie men graag en zonder reserve zijn problemen toevertrouwt. De aarzelende blik in de richting van het duivel-beeld wordt direkt begrepen. „Dat is Exu", zegt hij, „boodschapper van de orixas — de goede geesten met wie wij in deze tempel uitsluitend werken. Hij bewaakt de ingang voor ons en zorgt ervoor dat er geen boze geesten kunnen komen storen".

Kaartjes Ongemerkt slenter ik al luisterend de gang in. De hokjes blijken katholiekaandoende beelden te bevatten. Voor sommige branden kaarsen en ook staan er tamelijk onsmakelijk uitziende borden met eten voor. Mijn gastheer vertelt dat het offerspijzen voor de orixas zijn, die immers, evenals mensen, voedsel nodig hebben Onder de beelden valt mij Sint Joris op. Blij iets bekends te zien, blijf ik er even voor staan. „Dat is Xangö", zegt de man tot mijn verbazing. „Hij rijdt

door de lucht en regeert met zijn zwaard van licht over de vruchtbaarheid in de natuur". Ook een blauwe Heilige Maagd herken ik meteen, maar dat blijkt Jemanja te zijn, orixa van puurheid, water en zee. De confrontatie met een cassière aan de ingang van de eigenlijke tempel-ruimte, die om entreegeld vraagt komt onverwacht. „Wilt u een medium om raad vragen?" zegt ze. Ik weet niet wat ze ermee bedoelt en zeg dus maar nee. Ik zie dat ze een bakje met een soort fietsenstalling-kaartjes in diverse kleuren naast zich heeft staan. „Dat zal misschien wel met dat medium te maken hebben", denk ik weifelend.

In de tempel Als de afgebladderde klapdeuren open gaan, dan blijkt pas goed wat een overdonderend lawaai deze Umbanda-dienst voortbrengt. Drie bezwete trommelaars slaan met hart en ziel op grote slanke hand-trommels in een voor mij niet waarneembaar samenspel. Een deel van de bonte menigte aanwezigen — zo'n 250 mensen van alle mogelijke leeftijden en rassen — zingt een lied met een moeilijk in het gehoor liggende melodie. Een derde deel van de tempel is door een hekje van de rest afgescheiden. Er achter wiegelen, draaien en dansen in het wit geklede mensen een golvende dans. Hun blikken zijn wazig, af en toe stoten ze ongearticuleerde kreten uit. De rest van de menigte, die op banken zit, kijkt ernaar, klapt en zingt mee. Het lijkt mij niet goed mogelijk dat dit een tempel is. Het heeft meer weg van een vestzaktheater. Boven het in mijn middenrif resonerende geluid uit, schreeuwt iemand af en toe iets door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 119

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's