GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 380

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 380

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 26 of worden zij doelbewust telkens ingeschakeld in die onzekere fase waarin alles nog open is en er gezocht moet worden naar middelen en wegen? Gemeenteleden willen zelf verantwoordelijk zijn, staat er en zij achten hun bijdrage van gelijke waarde als de taak van de ambtsdragers. De predikant verdient enige aparte aandacht. Hij is de predikant van de gemeente, het is niet de gemeente van de predikant. Er wordt van hem verwacht, dat hij authentiek is; hij moet er échter staan. Er wordt een zware wissel getrokken op de wijze waarop hij leeft en gelooft. Voor wie geldt als voor hem, dat het werk onmogelijk wordt als het geloof uitvalt? Is hij de leider? Of is hij vooral continu in bedrijf als pastoraal bezoeker? Of neemt hij in het laatste geval juist de gemeente weer veel te veel uit handen? Waarop de keuze bij het vaststellen van de taak van de predikant ook mag vallen, laat het een keuze zijn, en w e l een keuze van de gemeente. MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHEID. In de ervaring van de gemeenteleden kwam de mondigheid minder uit de verf dan de opvattingen rond het rechtstreeks ingrijpen van God en de geborgenheid. Hetzelfde kan gezegd worden van de maatschappelijke betrokkenheid. Maar liefst 33 % van de ondervraagden zegt sociale en politieke vragen al te zeer in de kerkdienst (met name de preek) te missen. Het lijkt er op, dat er tijdens de kerkdienst op een gemiddelde kerkganger wordt afgestemd (die overigens niet bestaat!) en op een nogal beperkt soort vragen. Dat is niet te verhelpen door veel woorden te wijden aan „de derde wereld", „de maatschappij", „de missionaire en diaconale taak van de gemeente" e.d. Het zijn juist dergelijke, al te vage aanduidingen die een gebrek aan concreet beleid moeten maskeren. Als allerlei „grote" vragen worden vertaald in herkenbare, menselijke situaties, wordt er positief op gereageerd. Maatschappelijke betrokkenheid is niet bereikt met het opnoemen van een en ander in de preek (of het gebed!). Opnieuw is de visie op de gemeente in haar geheel in geding. De relatie met de samenleving is weliswaar aanwezig in de mensen die van allerlei kanten de kerkdienst binnengekomen zijn, maar daarmee is deze relatie nog niet vertaald in termen van kerkelijk beleid. Welke vorm en opbouw van de gemeente is vereist als de maatschappelijke betrokkenheid geen toevalstreffer is, maar een stelselmatig opgenomen en dus onontwijkbaar facet van het gemeente-zijn? Er is nauwelijks enige ervaring waarnaar verwezen kan worden. Wel zijn er, veelal interkerkelijke groepen gemeenteleden die zich met samenlevingsvragen en vredesproblematiek bezighouden. Maar in de lokale parochie blijven het meestal randverschijnselen. Op de agenda van de kerkeraad komt het bij toeval voor. Het misverstand zou nu kunnen rijzen, dat „maatschappelijke betrokkenheid" een onderwerp is, dat af en toe eens ter discussie moet worden aangeboden. Het is geen onderwerp, maar het zijn mensen. Namelijk die diverse mensen, die 's zondags in al hun diversiteit het kerkgebouw bevolken e n / o f er niet meer komen! Grote 'maatschappelijke tegenstellingen kunnen niet verzwegen worden w a n t w a t zich in de samenleving laat gelden is binnen de kerk niet verstomd. Het zal ook niet om dat verzwijgen moeten gaan. Is de kerk de ruimte waar deze maatschappelijke tegenstellingen er mogen zijn, in alle openhartigheid? Kan iemand zich uiten zoals hij werkelijk is? Komt er in de ge-

meente een ontmoeting tot stand tussen „complete' mensen, d.w.z. mensen die op de stoep van de kerk niet een groot deel van hun bestaan moeten laten vallen, omdat het binnen die vier muren niet aan de orde kankomen? Er is inmiddels al gebleken, dat men er pas in de kerkdienst zinnig mee aan de slag kan gaan, als de gemeente zich er in alles w a t ze doet rekenschap van geeft. Dat w i l zeggen; als die gemeente tot concrete afspraken gekomen is. VRAGEN OVER GOD. Het past enigszins in de opzet van deze praktisch-theologische kanttekeningen God het laatste te noemen. Niemand zal daarbij denken, dat God achteraan komt in de belangstelling. Geen naam wordt tijdens kerkdiensten vaker uitgesproken dan de zijne. Hij is zou men kunnen zeggen de Grote Bekende. Althans; daar wordt meestal vanuit gegaan. Er wordt over Hem gepreekt en tot Hem gebeden. Hij wordt vermeld in vele liederen en het credo belijdt zijn Naam. Wie de kerk binnenkomt zonder er ooit eerder geweest te zijn moet w e l denken, dat het ieder duidelijk is w i e

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 380

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's