GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 59

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

msB

l£J magazine 13

'

met een eigen geschiedenis ontstaan, een eigen identiteit hebben. De wereldzendingskonlerentie van Me.xico City (1963) brak daarom met de oude voorstelling van zaken en riep op tot een ,,six continents-konsept". Dit betekent in veel opzichten een verschuiving in de theorie en de praktijk van de zending. Dat laat VerkuyI duidelijk uitkomen. De vervulling van de missionaire taak zal voortaan op basis van gelijkwaardigheid vanuit de kerken in alle zes werelddelen moeten geschieden. Het waardevolle van deze visie is, dat opnieuw de universaliteit van de missionaire roeping wordt beseft, dat er een einde komt aan het eenrichtingsverkeer in de relaties tussen de kerken binnen en buiten Europa en dat zich hiermee ook een afwending kan gaan aftekenen van paternalistische verhoudingen en strukturen. Vanuit dit perspektiel moeten ten aanzien van de vervuUing van de missionaire taak in het verleden bij alle waardering voor veel persoonlijke inzet kritische kanttekeningen worden geplaatst. De beoefening van zending en zendingswetenschap is immers sterk beïnvloed door de histori.sche situatie waarin ze bedreven werden. De eerste aanzetten tot een protestantse missioiogie werden niet alleen in de tijd van de zgn. nadere Reformatie in de Nederlanden ontworpen, maar waren kennelijk ook gestimuleerd door de aktiviteiten van de Verenigde Oostindische Compagnie. Bij het terugzien op de geschiedenis signaleert VerkuyI als onzuivere, troebele motieven: het imperialistische (,,mission attaches the governed to the governors"), het kulturele (westers superioriteitsgevoel), het kommerciële (.,mission and commerce") en hel motiel van kerkelijk kolonialisme (moederkerken model en middelpunt). Wel waarschuwt VerkuyI voor al te snelle generalisaties; de Nederlandse predikant Heurnius zag de gevaren van de zucht naar rijkdom en de drang tot uitbuiting al en keerde na diverse konflikten met de VOC naar Nederland terug. De bekende Engelse zendeling William Carey brak om dezelfde redenen met de East-India Company en vertrok naar elders om van daaruit zendingsar, beid te doen en niet onder het toezicht van Engeland. Maar dit zijn uitzonderingen ge-

bleven. In de regel zal men zich hebben aangepast...' Natuurlijk heeft hel konsept van de ,.six continents" zijn belangrijkste gevolgen voor heden en toekomst. In dit verband citeert VerkuyI met instemming de Engelse historicus G. Barraclough. die schreef dal hel tijdperk van de Europese hegemonie in de wereld voorbij was en dal de kuituur van de toekomst zich in een wereldwijd kader zou voltrekken, dat in het teken van de dekoloni.satie zou slaan. Dan wordt het echter wel nodig, dat we meer dan vroeger op de hoogte zijn en blijven van wat buiten Europa is gebeurd en van wat zich daaratspeclt. Daarom geeft VerkuyI met verwijzing naar verdere literatuur uitgebreid informatie over allerlei theologische ontwikkelingen in de Derde Wereld, zoals de „Black Theology", de „Mukyokai" (Japan, de „African Theology", de Theologie van de Bevrijding (Latijns-Amerika) en over de oekumenische organisaties in die gebieden. Eerst wanneer, zo stelt VerkuyI, de verkondiging van het Evengelie met woord en daad op eigen wijze verwerkt is, kan men spreken van 'n „antwoordende kerk", levens zullen wij in Europa moeten leren, hoe ook de theologieën in Europa en de Verenigde Staten gebonden zijn aan een bepaalde historische situatie en dus ook een betrekkelijk karakter dragen. „Wij hebben in het Westen", merkt VerkuyI op, „de aanvulling, de korrektie en de vernieuwing nodig die uitgaan van het kontakt met andere theologieën" en schrijft aan het slot van het bock: „Het is niet meer mogelijk om na kennisneming bij voorbeeld van de zwarte theologie en de l^atijnsamerikaanse bevrijdingstheologieën voort te gaan met een volstrekte spiritualisering van het Messiaanse Rijk of met een apolitieke interpretatie van het Rijk".

Wezenlijk Juist door ons te informeren over andere theologieën, kan er een dieper inzicht ontstaan in de centrale themata van het christelijk geloof. In een tijd van „toetsing" verschrompelen alle motieven, die buiten de Bijbel om zijn verzonnen om de zendingsopdracht te funderen. „Als de fundamenten werkelijk worden getest", schrijft VerkuyI, „moeten we leren terug te keren naar de Bijbel, moeten wij leren met nieuwe

prille aandacht te luisteren naar die Ciod die in het Oude Testament de „zendende dod" wordt genoemd, de Trek-(;od en naar Hem. die in hef Nieuwe Testament de ,.(iezondene des Vaders" wordt genoemd en die tol ons spreekt in de Bijbel.' Uitvoerig gaat VerkuyI daarom de bijbelse gegevens na over de missionaire roeping van de kerk en val die in een aantal grondmoiicven samen. In hel Oude Icstament zijn dal het universele motiel (Genesis lü|. hel moliel van de redding en bevrijding der volkeren, het missionaire motiel (dienen en presentie) en het antagonistische motief (strijd tegen de legenmachten). Ontdekkend is wat VerkuyI naar aanleiding van hel boek Jona waar hij een uitvoerige beschouwing aan wijdt, opmerkt over etnocentrisme. Het Nieuwe 1 esiament is met de Evangeliën als „live-opnamen" van zendingsprediking en zendingsakiiviteit één groot zendingsboek. De vele hierin voorkomende zendingsmotieven worden dan ook uitvoerig besproken. In een apart hoofdstuk onderzoekt VerkuyI allerlei belangrijke aspekien van de relatie tus.sen kerken en Joden. Voor ieder die hiervan meer wil weten, geeft VerkuyI hier veel waardevolle informatie. Daarbij wijst hij ook op bedenkelijke kanten van een „theologisch zionisme", dat de weg naar de verzoening lussen Joden en Arabieren blokkeert en de verzoening niei dient.

Brede taak Inde loop van de geschiedenis zijn de doelen van de zending verschillend gelormuleerd. Herhaaldelijk loont VerkuyI aan. welke konsekwenties dit had voor de missionaire praktijk. In feite gaal het hier om de vraag n a a r d e relatie tussen persoonlijke houding en sociale aspekien. Een benadering die zich tot een van beide volstrekt wil beperken. biedt naar Verkuyls stellige overtuiging geen oplossing. Daarom pleit hij vooreen ruimere visie en stelt dat, al mag het redden van enkelingen ,,nooit en nergens" verwaarloosd worden, hel werken aan de makroslrukiuren evenzeer behoort tol de inklusieve doelen van de zending als werken aan kerkopbouw ol aan de mikrostrukturen. Om eventueel misverstand te voorkomen, wil ik er lussendoor even op wijzen, dat deze laatste in dit boek niet worden vergelen. Uitdrukke-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's