GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 68

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 22 deling van de zendtijd. De gehuwde vrouw, inwonende kinderen boven een bepaalde leeftijd en andere inwonende familieleden werden daardoor, voor wat hun omroep-keuze betreft, niet voor vol aangezien. Aan deze discriminatie moet deze ontkoppeling een eind maken. Wél blijft het ledental maatstaf voor de hoeveelheid zendtijd, die een omroepvereniging toegewezen krijgt. Omroepverkiezingen ais alternatief, wijst Van Doorn af. Het niet langer hanteren van het ledental als uitgangspunt zou het kenmerk van culturele organisaties — zoals omroepverenigingen — doen verdwijnen, namelijk dat zij een goed gemotiveerde aanhang verwerven. Een aanhang, die regelmatig kontakt kan hebben met beleidstop en programmamakers. Een dergelijke achterban bestaat bij de invoering van omroepverkiezingen niet meer. En dit neemt een belangrijke prikkel weg, die een goed gemotiveerde aanhang vormt voor de vervulling van de bijzondere taak van omroeporganisaties.

Judocus Smits (De Tijd): echt katholieke denkbeelden

Strenger Algemeen bekend is de opschudding die de waarschuwing van minister Van Doorn aan het adres van de TROS verwekte, toen deze organisatie de status van A-omroep verkreeg. De minister stelde toen dat de TROS zich zou moeten conformeren aan het zogenaamde „volledige programmavoorschrift". In artikel 35 van de Omroepwet staat over dat voorschrift het volgende te lezen: „ledere omroeporganisatie is verplicht haar zendtijd te gebruiken voor uitzending van een volledig programma, dat in redelijke onderlinge verhouding ten minste omvat onderdelen van culturele, informatieve, educatieve en verstrooiende aard." In de medianota stelt Van Doorn dat dit voorschrift onverkort gehandhaafd zal blijven. Omroeporganisaties dienen niet te schromen om programma's uit te zenden die voor minderheden aantrekkelijk zijn, naast de programma's die in ruime kring populair zijn. Wanneer op dit puntgeenbepalinggesteldwordt, dan zouden nieuwe organisaties kunnen streven naar goedkope populariteit door alleen maar amusement te bieden dat aantrekkelijk is voor de massa. Het besmettingsgevaar van dit streven is groot. De vertrossing zou zich onvermijdelijk door de gehele omroep voortplanten, „en dit zou het niveau der programma's scherp omlaag brengen", aldus Van Doorn, die daarom toezegt op dit punt de wet strenger te zullen handhaven. Minder controversieel is het voornemen van Van Doorn om afwijzing van commerciële omroep te handhaven. Dat zelfde geldt voor het plan om de tuchtbevoegdheid, die de minister heeft ten aanzien van de omroep af te schaffen. Deze bevoegdheid, waarvan voormalige ministers van CRM nog wel eens gebruik maakten om de VPRO te berispen, dient te verdwijnen, aldus Van Doorn, om de positie van de pers en de omroep zo veel mogelijk aan elkaar gelijk te maken. Een wat vreemd plan, uit de koker van een minister, die, als men de reacties op de medianota mag geloven, slechts één doel voor ogen heeft: macht over de media.

Lachen Alle economische oorzaken, die Van Doorn aangeeft voor het verslechterde persklimaat in ons land, en waarop hij zijn in de medianota uitgestippelde beleid baseert, laten, hoe dan ook, een aantal andere factoren onaangeroerd. Factoren, die van invloed zijn op het ontlezingsproces. Factoren bovendien, die een verklaring kunnen vormen voor hetgezichtsverliesvan de oude omroepen, de schier onstuitbare groei van de TROS en het ontstaan van een

L. G. A. Schlichting (DeTijd): zeifwerkzaamhetd

In het blad Mediaiistiek (uitgave: AVRO) van oktober '75 kwamen deze visie van Doeve voor op de media-nota van Van Doorn

1982: alleen nog Telegraaf en Algemeen Dagblad? Het verhaal van Gert Peelen was al geschreven toen 2 medewerkers van de vakgroep kommunlkatlewetenschap, de heren J. J. van Kuilenburg en G. W. Noomen VU nog een rijtje cijfers aanreikten dat opmerkelijk mag heten. Op basis van de officiële cijfers berekende zij, hoe de markt voor wat betreft de landelijke dagbladen, zal zijn verdeeld in de jaren 80, wanneer de ontwikkelingen zoals die zich de laatste 2 0 jaren hebben afgetekend, ongewijzigd zullen doorgaan. Het blijkt dan dat de bladen Telegraaf/Nieuws van de Dag en het Algemeen Dagblad reeds in het begin van de jaren 80, 100% van die markt in handen zullen hebben. Ontwikkeling marktaandeel Telegfaaf — Algemeen Dagblad op het totaal van de landelijke pers. 1955 22,8% 1960 30,8% 1965 36,8% 1970 45,8% 1971 48,5% 1972 56,1% 1973 58,1% 1974 59,7% prognose 1 prognose 2 1980 80,9% 89,1% 1981 85,1% 95,2% 1982 89,6% 100,0% 1983 94,2% 100,0% 1984 99,1% 100,0% 1985 100,0% 100,0% „Bij prognose 1 is de ontwikkeling van de laatste 20 jaar doorgetrokken; bij prognose 2 die van de laatste 5 jaar."

Hermann Hesse: onverdraagzaamheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 68

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's