GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 49

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 49

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 3

Wanneer noem je kennis wetenschappelijk? College van prof. dr. C. C. Jonker aan eerstejaars studenten

o p de middelbare school hebt u reeds een vertrouwdheid met wetenschappelijke kennis verkregen. Slechts bij uitzondering zal bij dit leerproces over de aard van die kennis gesproken zijn. Deze schoolkennis bewoog zich vrijwel geheel op het gebied waarover „men" het onderling eens is, al zullen ook aan u onderwerpen bekend zijn uit de leerstof waarover men van mening kan verschillen. Deze schoolkennis is in het algemeen reeds lang bekende wetenschappelijke kennis en omvat b.v.: stelUngen uit de wiskunde en een groot aantal wetmatigheden uit de natuurkunde en scheikunde zoals: de wet van Boyle — Gay Lussac, de wetten van Newton en Dalton. Het gaat hierbij steeds om kennis die onder woorden te brengen is en meestal ook in een formule is samen te vatten. Bij het formuleren van deze kennis komen allerlei woorden voor, waarvan je de specifieke betekenis moet kennen om te weten wat er bedoeld is. Dit zijn b.v. woorden als: vlak, cirkel, verzameling en axioma in de wiskunde; temperatuur, massa, versnelling, verbinding en kracht in de natuurkunde en scheikunde. Voor wie deze begrippen niet kent is de inhoud van de daarmee gevormde zinnen onbegrijpelijk en nietszeggend. Dit is niet zo voor de kennis die men alle dag in de gesprekken gebruikt. Deze kennis is minder abstract en voor ieder onmiddellijk duidelijk. Het gaat over: hoe laat het is, het weer, waar je woont en wat je al of niet gedaan hebt. waar en wanneer je geboren bent, of je het koud hebt of warm enz. Deze kennis noemt niemand wetenschappelijk of technisch of abstract en ieder heeft er deel aan, brengt ze onder woorden en gebruikt ze. Deze kennis zou men direct kunnen noemen. We komen tot dit duidelijk gebruik en daarmede ook tot overdracht van kennis door onze training in het gebruik van taal.

Taal We leren als kind spreken en denken op een manier die ons allen bekend is en die we nu kort analyseren. Onze omgang met de werkelijkheid buiten ons voltrekt zich in het eerste stadium via onze zintuigen. Zeer gecompliceerde, maar op een of andere wijze bij elkaar behorende zintuigindrukken worden door één woord aangeduid als we tot een kind zeggen: dat is een „bal" of dat is „pappa". Het kind neemt dit over en er is een éénduidige relatie tussen het ding en het

woord. Pas langzamerhand blijkt uit de praktijk waarvoor het woord bal wèl en niet gebruikt kan worden: b.v. gehaktbal, voetbal, ping-pongbal. Het kind gebruikt b.v. „pappa" tegen een vreemde man op straat. Het woord bal, c.q. pappa worden tot een „begrip" als de al of niet expliciete afspraken bekend zijn waaronder deze woorden gebruikt worden. (Is de afspraak exphciet dan gaat het om een definitie) We stellen vast dat bij deze begripsvorm omtrent dingen de volgende aspecten optreden: zintuigelijke waarneming, abstractie hiervan (omdat blijkbaar in het voorbeeld bal, niet alle ballen identiek zijn) afspraken omtrent de inhoud, de afgrenzing en gebruik van het gevormde begrip. Er is ook begripsvorming waarbij de zintuigelijke waarneming niet het uitganspunt is, maar onze ervaring tijdens het handelen in en beleven van de wereld om ons heen. Dit blijkt uit woorden als: eerlijkheid, geloof, geheugen, goed en kwaad en liefde. Deze begrippen leert een kind pas veel later gebruiken. De omschrijving van deze begrippen, laat staan hun definitie, is moeilijk en meer abstract dan de begrippen die direct uit de zintuigelijke waarneming komen.

Ander doel

In het januari-nummer werd het tweede fragment afgedrukt dat VU-magazine koos uit de colleges ,y\lgemene vorming: encyclopedie" die door prof. dr. C. C. Jonker werden gegeven aan eerstejaars studenten natuurkunde en scheikunde. Prof. Jonker gaf daarin een overzicht van de opvattingen die in verschillende tijdperken werden gekoesterd over de universiteit. In het derde en laatste fragment gaat prof. Jonker wat dieper in op de eigen aard van wetenschappelijke kennis.

Uit deze analyse blijkt, dat de begripsvorming op zichzelf niet kenmerkend is voor de onderscheiding in directe en wetenschappelijke kennis. Beide soorten kennis, ontstaan na waarneming, ervaring en abstractie. De wetenschappelijk gebruikte begrippen worden echter met een ander doel gevormd. Dit IS b.v. duidelijk als we het in het dagelijks leven gebruikte begrip snelheid of kracht vergelijken met de natuurkundige begrippen hiervoor. De wetenschappelijke begrippen zijn niet alleen b.v. kwantitatief tegenover de kwalitatieve alledaagse begrippen, maar ze worden ook gebruikt in een theorie om inzicht te geven in de samenhang tussen snelheid en kracht of in de klassificatie en ordening van gegevens. Door de vorming van theorieën gaan we het gebeuren vanuit wetmatigheden doorzien. Dat het gebeuren zo verloopt als we waarnemen wordt vanuit een hoger standpunt begrijpelijk, het wordt verklaard. De wetenschappelijke kennis dient dus voor het inzicht in het gebeuren in de wereld. De daartoe benodigde begrippen kunnen vol-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 49

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's