GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 189

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 189

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 11

schouwd als een compromis tussen „milieu" en „economie". Het komt er bij het bepalen van die beleidsnormen dus op neer, dat verschillende zaken tegen elkaar worden afgewogen: hoeveel vinden we, dat een schoner milieu ons mag kosten; wat is het ons waard. Een voluit maatschappelijk-poHtiek vraagstuk. Toch wordt over deze afweging beslist in „besloten kring" namelijk in commissies waarin voornamelijk ambtelijke deskundigen zitting hebben.

Maatschappelijk In zijn boek voert dr. Copius Peereboom een pleidooi voor vermaatschappelijking van deze normenproblematiek. Natuurlijk kunnen de natuurwetenschappen bij het bepalen van ideaalnormen niet worden gemist, maar, zegt hij, over de vraag hoe dan vervolgens de beleidsnormen tot stand zouden moeten komen, is sociaalwetenschappelijk niets bekend. „Participatie daarin van de verschillende groepen uit de bevolking heeft tot nu toe niet voldoende plaats gehad. We hebben al eens een verzoek ingediend om de besluitvorming te mogen onderzoeken. Dat zijn zaken die ons interesseren. Ook voor de VU is m.i. zo'n onderzoek zeer zinnig. Helaas is het niet doorgegaan". In de toch vrij nieuwe miheu-wetgeving wordt niet expliciet aangegeven hoe de normen tot stand moeten komen en wie daarbij betrokken moeten zijn (er staat overigens een wet op stapel waar men dat wil inbouwen). Over het algemeen zijn milieuwetten „raamwetten" die later worden ingevuld met uitvoeringsbesluiten. Daaraan komt het parlement dan niet meer te pas, terwijl juist in zulke besluiten de manier van normstelling en hoe daaraan moet worden voldaan (controle) wordt geregeld. „In milieuzaken is deze concretisering in de normstelling nu juist vaak het belangrijkste. Zoals het nu gaat worden zulke besluiten ambtelijk voorbereid en krijgen ze dan kracht van wet via Algemene Maatregelen van Bestuur. Een politieke discussie wordt er dan niet meer over gevoerd".

Nota Het gevolg van de besluitvorming in een gesloten circuit, is onder meer, dat degenen die er niet bij betrokken zijn geweest — en dat zijn dus ook de politici — het verschil niet meer begrijpen tussen de ideaalnormen en beleidsnormen. Het compromis-karakter van de beleidsnormen brengt met zich mee, dat ze meestal niet al te scherp verschillen van de situatie in de praktijk. Daardoor kan het misverstand ontstaan, dat het nogal losloopt met de vervuiling, die ligt immers dicht bij de gestelde „norm". De bereidheid om veel geld te steken in maatregelen ter verbetering is dan niet groot en terecht. Het probleem waar het omgaat is daarmee vrijwel geheel verdoezeld. Ook in een kort geleden verschenen regeringsnota (Nota Milieuhygiënische normen 1976) wordt het verschil tussen ideaal- en beleidsnormen niet tot uiting gebracht. „Je zou in zo'n nota een heel betoog verwachten waarin zou worden uiteengezet, dat er voor mensen wordt gestreefd naar optimale bescherming en waarin ook voor stoffen die niet direct schadelijk zijn voor mensen, maar wel voor planten en dieren, een ecologische norm zou worden gegeven, en dit op ideéele (normatieve) gronden. Het is er niet in terug te vinden. Zo'n achtergrondfilosofie ontbreekt".

willen en wat we daarvoor over hebben. Maar eerst moet dan de afstand tussen ideaal en praktijk duidelijk zichtbaar worden gemaakt en niet worden verdoezeld. Het is zaak dat vooral van milieuverontreinigende stoffen als zware metalen (bv. Cadmium), slecht afbreekbare chloorhoudende koelwaterstoffen (als het DDT) en vele andere groepen milieucontaminanten en betere wijze van normstelling zal worden gevolgd." De afstand tussen ideaalnorm en beleidsstreefwaarde moet steeds duidelijk zichtbaar blijven. Het beslissingsproces moet meer doorzichtig worden. ,,De uiteindelijke maatschappelijke afweging en besluitvorming dient steeds in principe, aan een politieke besluitvorming te worden onderworpen".

Politieke besluitvorming Dr. Copius Peerboom meent, dat het maar beter zou zijn wanneer het hele begrip .beleidsnormen" zou verdwijnen, want er is met de beste wil van de wereld geen „norm" in te zien; het is een afspraak, een haalbare waarde, cultureel bepaald. Je kunt deze beleidsnormen beter beleidsstreefwaarden noemen. Dit zal hun afspraakkarakter meer onderstrepen. De uitgangsnorm is een te fraaie vlag voor de inhoudelijke lading. ,,Je hebt enerzijds de ideaalnormen en anderzijds de dagelijkse praktijk waarin aan die normen niet wordt voldaan. Het hangt af van ons milieubewustzijn, van onze maatschappelijke situatie en de politieke besluitvorming, hoe snel we naar die normen toe

Een oudere Japanse vrouw die lijdt aan de zgn. „Itai-itai-ziekte", veroorzaakt door een teveel van cadmium. Deze ziekte uit zich onder meer in vervormingen in het skelet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's