GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 19

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

wj magazine 16

VU magame 17 reld bepaald onder welke condities een bedrijf zal opereren. Wordt een bedrijf afhankelijk van banken, dan krijg je die condities voor je neus: zorg er voor dat je met zo weinig mogelijk mensen, zo veel mogelijk produktie haalt; doe alswerknemer je werk zo,, machinaal" mogelijk, wees blij datje er loon voor krijgt en laat de rest over aan de deskundigen. Geld maakt niet creatief, ik denk dat de banken daar last van hebben. Een ander punt is, dat onze wetgeving geen ruimte laat voor experimenten.

experiment 'kamgaren': 'Zover als jullie zijn is uniek in nederland'

Er wordt vaak beweerd dat zulke experimenten te veel tijd kosten en dus de produktie schaden.

Werkoverleg in de kantine. Aan het w o o r d is de bedrijfsleider. Aan weerszijden van hem de heren Walravens (links) en Plomp (rechts) beiden van de VU

Vraag van VU-magazIne aan drs. Walravens: Bi] Swagennakers-Bogaerts w a s de mede-verantwoordelijkheid van de werknemers op het laatst zo ver doorgevoerd, dat het de ondernemingsraad was, die onder drukvan de economische orde (in dit geval Economische Zaken) vijftig werknemers moest ontslaan. Geeft dat niet te denken, voor wat betreft het experiment in z'n geheel? Alsje spreekt over de relatie tussen ondernemers en vakbondenMn het algemeen, dan vind ik, dat werknemers zich nietvoor dergelijke karretjes moeten laten spannen; in hetalgemeenzuljehet niet zover moeten laten komen, dat je verantwoordelijk bent voor ontslag van collega's, omdat je geen invloed hebt op het sociale beleid van de onderneming. Bij Swagemakers-Bogaerts lag dat anders. De directeur plus de gekozen leden van de ondernemingsraad waren samen verantwoordelijk voor het hele sociale beleid. Het Reglement Sociaal Beleid was de kapstok waaraan dat was opgehangen. Er was dus een heel andere constructie dan normaal het geval is. Vanuit die situatie is het begrijpelijk dat de ondernemingsraad bij deze ontslagen betrokken was. Verder was op dat moment de oude directeur juist ontslagen. De nieuwe kent de mensen nog niet; kent problemen niet, kent het bedrijf niet. Er moest vóór een bepaalde datum een beslissing worden genomen. Je kunt rustig zeggen, dat de ondernemingsraad in dat vacuüm de macht in belbedrijf had. Het was onvermijdelijk dat er vijf tig mensen moesten worden ontslagen, anders zou geen overheidssteun zijn losgekomen. De ondernemingsraad heeft gedaan wat hij kon, om niet voor het blok gezet te worden door de overheid: er zijn brieven geschreven, telegrammen verstuurd. Ten slotte heeft men een lijst gemaakt van die werknemers die het minst kwetsbaar waren. Hetgeheel overziend kun je zeggen, dat de ondernemingsraad als een paard heeft gewerkt om de werkgelegenheid te handhaven, daarin ook voor een deel is geslaagd en voor het deel dat het niet is gelukt, ook nog de kastanjes uit het vuur heeft gehaald. In hoeverre heeft de economische orde dit experiment belemmerd? Economische Zaken heeft op een gegeven moment een aantal keiharde voorwaarden gesteld voor het verlenen van hulp. Over het algemeen speelt de overheid geen stimulerende rol bij dit soort experimenten. Het maakt misschien wel enig verschil hoe de samenstelling van de regering is, maarten slotte wordt door de financiële we-

Dat hoor je inderdaad vaak. Wij hebben als voorwaarde gesteld dat 2 procent van de loonsom voor het experiment beschikbaar zou zijn, uitgedrukt in geld of tijd. Dat is een uur per man per week. Wij zijn in dit experiment nooit verder gekomen dan een kwart van dat bedrag. Het tijd-argument wordt altijd gebruikt door degenen die bij „arbeid", alleen denken aan ,,uitvoering", ,,produktie". Praten over het werk is echter ook werk. Een groot deel van de problemen die w e hebben, hangen samen methetfeitdatwerknemers niet betrokken worden bij de besluitvorming. De tegenstelling die vaak wordt aangebracht tussen democratisering en efficiency is onecht. Wanneer aan een verandering in een bedrijf wordt begonnen, of dat nu een technische, een organisatorische of een sociale is, dan moet daar tijd aan worden besteed. Ik denk dat een overstap op een ander machinepark meer tijd in beslag neemt, dan een experiment als het onze. Vergeet niet, dat de bereidheid van mensen om eventuele verloren tijd weer in te halen, aanmerkelijk is gebleken. We hebben in dit experiment gezien hoe werknemers in de loop van zo'n democratiseringsproces kunnen groeien. De ondernemingraad stelde écht iets voor, men trad zelfbewust op, hield de zaken scherp indegaten, had mindergevoel voor,,autoriteit". In zo'n situatie komen er van de mensen ook ideeën voor technische en organisatorische verbeteringen en die komen de produktie ten goede. Het management kan gemakkelijker beslissingen nemen omdat het precies weet hoe daarover in het bedrijf wordt gedacht. Zullen er bij volgende experimenten — als die er komen — nieuwe voorwaarden vooraf w o r d e n gesteld, die uit de ervaringen in Tilburg voortkomen? We denken eraan een economische doorlichting van het bedrijf als voorwaarde te gaan stellen en wellicht ook garanties van de overheid en de investeringsbank dat een zekere bescherming wordt geboden. Ook de deelneming van de vakbond zal heel direct moeten zijn. We hebben duidelijk gemerkt dat dat nodig is. Het zal overigens niet eenvoudig zijn nog bedrijven te vinden die voor dit soort experimenten voelen. Van onze kant bestaat er weinig vertrouwen meer in de particuliere onderneming als experimenteer-veld. We voelen meer voor bedrijfsvormen waarbij al een vorm van mede-bestuur bestaat, bij voorbeeld doordat het vermogen mede door werknemers wordt beheerd. Dan bestaat er voor ons meer perspectief dat uitbreiding van de zeggenschap van de werknemers meerkans van slagen heeft. (de omslagfoto bij dit verhaal is van Eduard de Kam; de overige foto's werden gemaakt door Wil Groot van de KRO-televisie, die het experiment een jaar lang volgde en er november '74 een programma over uitzond)

Hetverhaai begint in het najaar van 1 9 7 0 . Een bedrijfsaalmoezenier loopt een groep VU-onderzoekers tegen het lijf, die in een bedrijf in onderhandeling zijn over een te starten experiment „ i n dustriële d e m o c r a t i e " . Hij vestigt hun aandacht op Swagemakers-Bogaerts BV, textielfabrikanten te Tilburg sinds 1 7 9 4 : mogelijk bestaat ook daar interesse. Het bedrijf heeft in Tilburg t w e e vestigingen: dekamgarenspinnerij (ongeveer 1 2 5 man) en de strijgarensspinnerij (ongeveer 1 7 5 man). Opschrift op een m u u r in het bedrijf: ..We hebben niks aan experim e n t e n , maar willen c e n t e n ' '

De aalmoezenier heeft redenen om zulks te veronderstellen. Een jaar tevoren is bij Swagemakers-Bogaerts, op initiatief van de directeur, de heer P. L van Lange en in samenspraak met werknemers in het bedrijf en de vakbonden een „sociaalprogramma"Qi;y papier gezet. Daarin staat onder meer te lezen: ,,De zorg voor de continuïteit van het bedrijf vraagt om evenwichtige beloning van de factor-arbeid, zodanig, dat het sociaal beleid een evenwaardige positie inneemt naast het economisch en commercieel beleid. Het sociaal beleid dient aan te sluiten bij wat er aan de basis leeft. Derhalve moet ieder bij de besluitvorming betrokken kunnen worden. Een duidelijke inhoud dient te worden gegeven aan het democratisch beginsel van de samenleving in het bedrijf". Op het moment dat de onderzoekers met directeur en personeelchef gesprekken beginnen over het experiment, is er van realisering van ó\t „sociaalprogramma" nog nietsterecht gekomen. Maar wel maken het bestaan van dit programma en de onstaansgeschiedenis ervan, dat een verzoek van de onderzoekers, zoveel mogelijk werknemers te betrekken bij de beslissing of er in het bedrijf (men wil zich richten op „Kamgaren") zal worden geëxperimenteerd, als een vanzelfsprekende zaak wordt beschouwd. Er wordt een aantal besprekingen gehouden met de ondernemingsraad. In de loop daarvan blijken de raadsleden sterke twijfels te koesteren over de vraag of de huidige raad bij machte zal zijn de centrale rol, die hem door de onderzoekers in het experiment is toegedacht, zal kunnen waarmaken. Geamputeerde OR Er is reden voor die twijfel: de ondernemingsraad is niet volledig bemand; er is weinig animo in het bedrijf voor een lidmaatschapwegens het uitblijven van resultaat; bij de werknemers bestaat een duidelijk wantrouwen tegen

de raad: hij is tot bedrijfs-élite gaan behoren, is ingekapseld door de bedrijfsleiding en geeft weinig informatiedoor. Herstel van prestige zal niet moeten berusten op verhalen over de belangrijke rol die de ondernem ingsraad gaat spelen, maar dit zal met feiten moeten worden aangetoond. Van directiezijde wordt opgemerkt, dat er, al experimenterend, geen consessies kunnen worden gedaan aan de productie: het bedrijf is gebonden aan de wetten van de economische orde. De ondernemingsraad verklaart zich — mét de leiding — voor het experiment, maar twijfelt aan de bereidheid van de directie om tot spreiding van de macht binnen „Afam^rare/? "over te gaan. Alle werknemers worden vervolgens schriftelijk over het experiment ingelicht; voor een discussie erover onder het voltallig personeel bestaat op dat moment geen organisatievorm. De geamputeerde ondernemingsraad is ook niet in staat zo'n vorm op korte termijn te scheppen. Ook de vakbonden worden benaderd. Ze worden door de onderzoekers gezien als onmisbaar element in het experiment (zie ook de voorwaarden die straks volgen), maar ze houden voorlopig nog enige afstand. Een belangrijke reden daarvoor, zit hem in het feit dat de industriebonden omstreeks eind 1970 een fusie-proces doormaken. Onduidelijk is nog, welk beleid de nieuwe bond zal gaan voeren met betrekking tot het experimenteren met industriële democratie. Er bestaat bij de bondsbestuurders ook een aantal bezwaren tegen Swagemakers-Bogaerts als experimenteer-bedrijf: de werknemers zijn apatisch en niet erg geïnteresseerd in democratisering; er bestaat nogal wat rancune tegen de directie die op sociaal gebied in het verleden enige bokken heeft geschoten; de textiel is een zwakke bedrijfstak, het voorbestaan van het bedrijf is onzeker. Ondanks dit probleem wordt over het geheel genomen positief over het experiment in óe.,Kamgaren" geoordeeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's