GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 33

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mü magazine 31

Dergelijke argumenten hebben wij in de woordenwisseling niet kunnen terugvinden. Geen steekhoudende argumenten althans, welke tegen de aard van de plannen ingingen en niet door de vermoedelijke effecten ervan werden ingegeven. Het vermoeden rijst dat hier een effectieve lobby werkzaam is geweest en dat, met name de meest bedreigde omroeporganisaties hun invloed hebben doen gelden. Cynici hebben de gedachte al geuit dat er lijnen van geleidelijkheid lopen van de K van Kleisterlee (de indiener van de anti-ontkoppelingsmotie), via de K van KVP, naarde K van KRO. (Van Doorn had daar blijkbaar zelf aanzienlijk minder moeite mee en dat nog wel als oud-voorzitter van diezelfde KRO!) Maar dan nog is het op z'n minst onduidelijk waarom bij voorbeeld het CDA als geheel heeft ingestemd met deze motie. Immers, de basisfilosofie, die aan de gehele medianota — een nota waarin een geïntegreerd beleid ten aanzien van radio en tv én de geschreven media wordt voorgestaan — ten grondslag ligt, wordt wel gedeeld door een meerderheid in de Tweede Kamer. En de meesten in die Kamer zijn het er dan ook over eens dat het momenteel modderen is geblazen in de ether.

Kamerlid Kleisterlee: motie ondersteund

Gevolgen Het meest voor de hand liggende gevolg van de nu opgeworpen dam is dat er niets gebeurt in omroepland. Alles blijft voorlopig bij het oude. De toestand welke door velen — óók in de Tweede Kamer — als hoogst onbevredigend wordt ondervonden, wordt nu gewoon gecontinueerd. De vraag is natuurlijk of ook maar iemand gebaat is bij deze pat-stelling, hetzij aan de kant van omroepen die door de ontkoppelingen dreigden te verliezen, hetzij aan de kant van hen die op winst stonden. Naar mijn mening — en dat mag dan een antwoord op die vraag heten trekt géén van de omroepen hier op de lange duur profijt uit. Dit antwoord behoeft enige toelichting. Het is begrijpelijk dat een zich respecterende omroep (en welke omroep is dat niet?) ongaarne de A-status voor een B-status verruilt, hetgeen precies het verschil uitmaakt tussen véél en weinig zendtijd. Toch moet het duidelijk zijn, dat — koste wat het kost — „groot" willen blijven het averechtse resultaat tot gevolg kan hebben. Wanneer de zogenaamde „geprofileerde" grotere omroepen (NCRV, KRO, VARA) de hun toegemeten hoeveelheid zentijd zouden willen stabiliseren of zelfs uitbreiden, dan zullen zij zich in hun programma's moeten richten op een groter publiek. Dit zou met zich meebrengen dat men ook kijkers en luisteraars buiten de eigen katholieke, protestants-christelijke of socialistische (dan wel in politiek opzicht links georiënteerde) kring in de programmering tevreden zou moeten stellen, hetgeen het eigen karakter onverbiddelijk zou ondermijnen. Deze redenering spruit niet voort uit een lelijke, nostalgische verzuilingsmentaliteit, maar volgt uit de gezonde opvatting, dat het zich richten van de diverse omroepen op herkenbare bevolkingsgroepen binnen onze samenleving nu juist het afzonderlijke bestaansrecht betekent van deze onderscheiden omroeporganisaties. Dat is ook de reden waarom enkele decennia terug niet werd gekozen voor één nationale omroep. En dat is het zout in onze omroeppap, zou het althans moeten zijn. Wanneer namelijk de onderscheiden omroepverenigingen massaal de hand lichten

Jan Haasbroek: algemeen programma

— of zouden gaan lichten — met hun identiteit, het eigen profiel, dan zouden zij het eigen afzonderlijke bestaansrecht daarmee gelijktijdig ondergraven. Het resultaat is „vertrossing"; niet bij voorbaat een voor de TROS negatieve term, omdat met dit begrip in de eerste plaats een zekere navolging van deze omroep aangeduid wordt. Sinds de miraculeuze opkomst van de TROS (waarvan een verklaring voor het succes eerder het onderwerp vormde in het VU-magazine van februari vorig jaar) gevoelden de oudere omroepen zich in hun bestaan bedreigd. Een bedreiging welke zij trachtten te keren door in meerdere of mindere mate de succesformule van deze TROS toe te passen: een overmaat aan verstrooiing, een geringe dosis meningsvormende informatie en bovenal het angstvaUig vermijden van zogeheten controversiële onderwerpen. De mens wil brood en spelen, zo luidde het nieuwe parool. Hier wil niet gezegd zijn dat alle omroepen zich daar in even sterke mate aan hebben schuldig gemaakt, maar de kiem van het „kwaad" was toch gelegd. En het oneigenlijke karakter van het in de eerste plaats winnen van abonnees voor het programmablad versterkte het effect ervan. Het is dan ook nog maar de vraag of bij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's