GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 169

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I/ZJ magazine 35 ping, van hulp bieden aan armen en nooddruftigen, van in ballingschap gaan, van de hele aarde als thuis beschouwen, van de naaste liefhebben, van genezen van zieken, van het prijzen van alle tekenen en werken van God, van geduldig zijn tegenover God. c) ,,Klopt en u zal open gedaan worden": Dit is het stadium waarin men terecht komt bij de juiste deur (bab). Zoals al werd gezegd onder ,,het mystieke doel", alsof de juiste manier van zoeken onvermijdelijk leidt tot het vinden. Het is het stadium van geweldige nabijheid tot de Godheid, tot de deur die leidt tot het leven in de Hemel, tot vrede en verzoening in God. Er is een gevaar, dat men voldaan zou zijn nu het eind van een lange reis is bereikt, dat men niet de kracht zou kunnen opbrengen binnen te gaan, dat men opnieuw zou verdwalen en zou terugvallen tot het eerste stadium. Vandaar de aanwijzing om aan te kloppen. Het lijkt op het eerste stadium waarin gevraagd werd, maar nu wofdt gevraagd te mogen binnengaan in de tegenwoordigheid van God, een tegenwoordigheid die schitterend in majesteit is. Het zou kunnen zijn, dat men Zijn luister niet zou kunnen verdragen, zoals gebeurde bij Mozes wiens wens om God te zien, werd beantwoord met vuurgloed die hem het bewustzijn deed verliezen. Daarom moet geen aandrang worden uitgeoefend, maar worden afgewacht; er moet niet worden gedwongen, maar er moet worden verwacht binnen te gaan met gebogen hoofd. Genade wordt verleend en kan niet worden opgeëist. Ten slotte zal de deur opengaan voor de zachtmoedigen en de reinen van hart.

Wie zoekt wie? Men zal zonder veel moeite in al de drie stadia een nauw samengaan ontdekken van de wens om Gods Weg te bewandelen en de gerede vervulling daarvan, alsof er aantrekkingskracht bestond tussen vragen en geantwoord worden, zoeken en gevonden worden, kloppen en binnen gelaten worden. Misschien is vragen hetzelfde als ontvangen, zoeken hetzelfde als vinden, kloppen hetzelfde als binnen gaan. Men moet vooral ook zich het tegenovergestelde voorstellen: God die vraagt. God die zoekt. God die klopt aan de deur van de harten van de mensen. En met de moslim-mystici vraagt men zich af: wie zoekt er en wie wordt er gezocht? De d'rie stadia op de Weg, vragen, zoeken, kloppen kunnen verder wor-

den geïllustreerd, of liever worden gedefinieerd. ,,Bidt en u zal gegeven worden". Om wat moet men vragen en wat krijgt men zo direct, dat het wordt uitgedrukt in een dergelijke nauwe samenhang tussen vragen en ontvangen? De mens bidt om het goede voor deze of de komende wereld. Zijn gebed wordt verhoord of niet verhoord, wanmeer God het geloof, de dankbaarheid en het geduld van de mens op de proef wil stellen. Soms wordt het goede waarom werd gebeden, onthouden om het geloof van degene die er om vroeg te doen toenemen. Wat het gebed om het goede voor een toekomstige wereld betreft: zij volgen op ons wachten, verwachten en vrees. Of men nu bidt voor deze wereld of voor een toekomstige, wat men vraagt kan worden uitgesteld of zelfs niet worden gegeven. Wat is het dan wat men vraagt en meteen ontvangt? Wanneer men bidt om leiding (kennis)? Vandaar dat aan de profeet werd gevraagd te bidden: „ Vermeerder mijn kennis, o mijn Heer" of wanneer hij sprak: ,, Toon me de dingen, o God, zoals ze in werkelijkheid zijn'. Maar niemand kan volkomen kennen, slechts dat beetje dat God ons toestaat. Misschien dat kennis als zodanig niet direct gegeven wordt, maar meestal versluierd, door tekenen, symbolen en dromen tot ons komt. Kennis die ons wordt gegeven en kennis die we ons eigen maken kunnen verschillende zaken zijn. Kennis is dus niet datgene dat de mens van God vraagt en dat hij ook onmiddellijk ontvangt. Wat dan wel? Wanneer de mens zijn hart heeft vrijgemaakt van alle begeerten die te maken hebben met deze en de komende wereld; wanneer hij de begeerte om te kennen achter zich heeft gelaten en zich aan niemand wil overgeven dan aan God; wanneer zo iemand bidt om Gods liefde, zal hij die onmiddellijk ontvangen, alsof alle obstakels tussen God en mens zijn weggenomen. Dan vraagt men de Gever niet iets dat hij moet geven, maar men vraagt de Gever zelf. De onmiddellijke verhoring van een dergelijk gebed vindt bevestiging in de Koran; Hij is u het meest nabij. Deze nabijheid wordt in het gebed gerealiseerd.

Gods eer Een dergelijk hecht verband tyssen ,,zoeken" en ,,vinden" is heel natuurlijk: men zoekt God niet in de buitenwereld, maar binnen en daarom zal wie zoekt, ook vinden. Hoe moet, wanneer men zo het ,,bidden" en ,,zoeken" uitlegt, het verband gezocht

worden met het laatste stadium, „klop en u zal open gedaan worden"? De Weg eindigt bij de Deur. De Deur gaat open, wanneer er wordt geklopt. Noch de Weg, noch de Deur staan buiten de zoeker. Vandaar dat deze beelden zo moeilijk en tegelijk zo sprekend zijn. De zoeker begon zijn reis met het opgeven van deze wereld, vervolgde zijn reis met het opgeven van de wereld hierna en dan bereikt hij de deur waar hij zijn ,,Ik" moet opgeven, het ,,Ik" dat zich nog bewust is en trots over het opgeven van de twee werelden. ,,Kloppen" is het teken dat men ook zichzelf heeft opgegeven. Welk teken staat gelijk met ,,kloppen"? De lofprijzing. Alle lof komt toe aan de Heer der werelden. Vandaar de de Koran begint met ,,Al-Hamd" (lof) en vandaar dat dit vers ,,begin" wordt genoemd: men kan alleen de deur geopend zien, wanneer men de ,,fatiha" zegt, door van de eigen eer (zelf van de eigen rechtvaardigheid) over te gaan op Gods eer. De Bergrede laat duidelijk zien dat de leer van Jezus handelde over de Weg, een moeilijke weg en dat de poort waardoor men binnen gaat een ,,enge poort" is waardoor de weinigen binnen zullen gaan, die in staat zijn God alle eer te geven. 3) De mystieke geestesgesteldheid: De mens maakt zich niet langer zorgen om zichzelf. Hij vertrouwt erop, dat God voor hem zal zorgen. Hij geeft zich in Gods hand. Wat in de Koran keer op keer wordt beschreven als een toestand waarin geen angst en verdriet zal zijn, wordt weergegeven in beelden als ,,de vogelen des hemels" en ,,de leliën des velds". Deze mystieke toestand zetelt in het hart (qalb) een bekend oosters symbool, dat veel wordt gebruikt door de Arabische, Perzische en Indische Soefi's (mystici). Er wordt geen geest of lichaam mee aangeduid, maar een eenheid van het ,,Ik" dat door de mystiek wordt vergeleken met Gods troon (arsh). 4) Voorbereiding om de Weg te gaan. Dit is een van de moeilijkste aspecten van de Bergrede, want wat we hier geven als voorbereidende vereisten waaraan moet worden voldaan, voordat men de Weg kan betreden, wordt door anderen beschouwd als vereisten die gelden op de Weg zelf. Voorlopig beschouwen we ze hier als voorbereidende vereisten die aan het betreden van de Weg vooraf gaan: vroomheid in het verborgene (verstoken van iedere vorm van huichela-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's