GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 196

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 196

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

yH niagame 19

WJ inagazme 18 icneppen voor alle huidige bewoners,{••) hetzij in ie buurt, hetzij buifen de buurt in Amsterdam of ie omgevmg daarvan". Geschat w o r d t dat een Jerde van de bewoners kan terugkeren, dat een Jerde kan worden „geplaatst" in de uitbreidingsgebieden (tot '78) en dat een derde moet worden gehuisvest in de bestaande woningvoorraad. Hoeveel huur voor vernieuwde woningen zal -noeten worden opgebracht, zegt de nota niet nnet zoveel woorden. Wel zal het streven naar voldoende Mver)nieuwbouw met lage huren ,,met <racht worden voortgezet" en tevens zal worden gestreefd naar het realiseren van koopwoningen ndepremie-sector. Hettempo waarin b. en w. dat alles willen aanpakken moet hoog liggen. Vóór '990 moeten de meest urgente buurten zijn aangepakt.

stituutvoor Sociaal-wetenschappelijk Onderzoek) was het met de probleemstelling van de buurt-organisaties eens: ,Pe welgesteldheid van het centrum van de stad naar koopkracht en consumptie moet worden opgevoerd. De armoede en de ongesteldheid moeten onzichtbaar gemaakt worden. Dit kan het beste gebeuren door de minder draagkrachtigen, de dragers van de armoede, over de stad te verspreiden. Dit alles wordt gecamoufleerd door alarmerende teksten over sociale desintegratie van de oudere wijken van de stad, zonder overigens met een vinger te wijzen naar de grote problemen in de nieuwe wijken van Amsterdam".

Probleem 'oi^elost

in het blad „Wonen TA/BK" vermaant Heero Meindertsma de gemeente, dat ze niet net moet doen alsof het streven naar een evenwichtige samenstelling van de bevolking ,/ieutrale eisen" zijn, die volgen uit toepassing van planologische en stedebouwkundige wetten. ,J-let feit dat we zelden geconfronteerd worden met klachten over de onevenwichtige bevolkingssamenstelling van Aerdenhout, Wassenaar of dichter bij huis, de Apollobuurt (een dure buurt in Amsterdam) of zelfs de Bijlmermeer, geeft aan dat we hier{...) met een politieke visie te doen hebben". In het blad Rooilijn maakt het raadslid Van der Vlis (PvdA, een partijgenoot van de verantwoordelijke wethouder) zich kwaad over de ,,sociale desintegratie", waarvan in de nota w o r d t gesproken. Hij berekent, dat zich in de 19e eeuwse wijken inderdaad meer nieuwkomers vestigen dan in andere wijken, doch het verschil bedraagt maar 8 procent, een beetje weinig o m dan te spreken van sociale desintegratie, vindt hij. Daar staat dan tegenover, dat de gemiddelde vestigingsduur van

De hier slechts zeer globaal weergegeven denkoeelden uit de ontwerp-raamnota, ontmoeten scherpe kritiek. Zestien organisaties die in A m sterdamse buurten werken, bundelen hun reactie. Ze zijn het o m te beginnen al niet eens met de .probleemstelling van de gemeente. Het echte probleem zeggen zij, is niet de samenstelling van :ie bevolking in de oude wijken {„de bevolkingssamenstelling wordt samengesteld door de be/oiking en niet door de gemeente") maar zit hem n het feit, dat de lage inkomensgroepen w o n e n in 3e slechte huizen en de verbeterde of nieuwe w o ningen zijn voor die groepen niet te betalen. Dat probleem, zeggen ze verder, w o r d t niet bestreden; het „wordt letterlijk,opgelost'". dat wil zegden onzichtbaar geAiaaktf..), door ze te verspreiden, dat wil zeggen de bewoners te verdelen over overloopgebieden en andere oude wijken. De studiegroep ,fitadsverandering, overloop en nieuwbouw" van het SISWO (Interuniversitair In-

Je renovatie van de Spaarndammerbuurt". De strekking van dat rapport was, dat de buurt zeer weinig macht kon stellen tegenover de macht van gemeente en woningbouwverenigingen (in de buurt de belangrijkste huiseigenaren). Jan Siersma: „We dachten, dat we met dat rapport een verdienstelijke prestatie hadden geleverd. Het vond gretig aftrek op de universiteit, niet alleen hier, maar ook bij anderen die als betrekkeijke buitenstaanders begaan wa'en met het lot van de buurt-beA/oners. De kritiek kwam echter van de bewoners. Die zaten alerminst te wachten op een rapjort waarin nog eens werd vastgesteld dat zij betrekkelijk machteloos stonden tegenover de

de bewoners nergens in Amsterdam zo hoog is als in deze wijken Hij signaleert bovendien nog iets anders: het aantal alleenstaanden en kleine huishoudens, die zich als het even kan vestigen in de buurt van het centrum, dus in de stadsvernieuwingswijken, zal, „ook zonder dat de PvdA zich daar over druk maakt", toenemen. In en o m het centrum van Stockholm bestaat nu reeds 83 procent van de huishoudens uit 1 of 2 personen. Het is zeer de vraag, aldus Van der Vlis, of, bij zo'n algemene maatschappelijke ontwikkeling, nog veel te beïnvloeden valt aan de samenstelling van de bevolking in de centraal gelegen stadsdelen. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (de verzamelde woningbouwverenigingen) tenslotte, stellen een paar nijpende vragen. B. en w. willen gezinnen met kinderen en huishoudens met hogere inkomens in de stad houden en tegelijk is nodig, dat nog 55.000 huishoudens ,,overlopen" naar nieuwbouw. Dat zullen dus alleenstaande, en twee-persoonshuishoudens moeten zijn met lage inkomens. Eerste vraag: hoe kan men de gezinnen met kinderen en/of hogere inkomens die nu overlopen verleiden o m in de stad te blijven? Tweede vraag: zijn de overloop-gemeenten bereid o m hun beleid aan de Amsterdamse verlangens aan te passen (veel kleine zeer goedkope woningen b o u w e n ) ' Derde vraag: hoe kan men jongeren, gastarbeiders, uitkeringstrekkers en bejaarden e r t o e brengen o m zich in de overloopgebieden te vestigen? De corporaties geven het beleid van b. en w. weinig kans. Ze vinden ook, dat ze duidelijker hadden kunnen zeggen voor wie ze de stad nu eigenlijk denken te vernieuwen,,Wa/7/?eer de leuze ,bouwen voor de buurt' de betekenis kan hebben dat buurtbewoners naar Geuzenveld (nieuwbouwwijk) of Almere mogen verhuizen als

Politieke visie

gemeente. Ik had het idee dat omvattend doorwrocht, eindmen ons verweet, dat we voor rapport moest worden nageonszelf de zaken aardig op een streefd, maar getracht moest rijtje hadden gezet, maar dat het worden met de bestuurskundige voor hen geen enkele functie kon know-how zo goed mogelijk aan te sluiten op de meningsvorming vervullen." in de buurt. Werkwijze Bij zo'n proces van meningsvorVoor de groep studenten was ming - dat was alvast gebleken dat een leerzame ervaring. Het sluit je niet aan, door uit de unidienstbaar willen zijn aan de sa- versiteit een dik, kant en klaar menleving was nog niet zo een- eind-rapport plotseling in de voudig in de praktijk te brengen. buurt te laten vallen. Er zou moeMen had iets voor de buurt wil- ten worden geluisterd en gelen doen, maar nu was gebleken praat; er zou zo concreet mogedat zo'n doelstelling alléén niet lijk moeten worden uitgezocht genoeg was. Er moest ook iets voor welke problemen buurtbeveranderen aan de manier van woners zich gesteld zagen. werken. Niet de binnenkamer Daarna pas zou de vraag aan de aan de universiteit moest het be- orde kunnen komen of er vanuit langrijkste arbeidsterrein zijn, de universiteit iets aan die promaar de buurt. Niet een veel- blemen zou kunnen worden ge-

daan. Voor mij is dit een belangrijke ervaring geweest", aldus Siersma. „We hadden aan het eind van de jaren zestig grootse en nogal naïeve ideeën over de rol die we in die buurt zouden kunnen spelen. We kregen met dat eerste rapport ontzettend de kous op de kop. Het belangrijkste dat we daaruit leerden was, dat het ons duidelijk werd dat we onze wetenschappelijke werkwijze zouden moeten veranderen, wanneer we écht iets wilden doen."

Informatie-boekje

Vernieuwing Spaarndammerbii"''

In de fase die nu volgde, werd in overleg met de buurt een informatie-boekje samengesteld. Men was van plan een informatie-centrum te openen voor

ze de huur in de eigen buurt niet kunnen betaler kan die leuze maar beter helemaal niet meer weden gebruikt. Men kan dan beter spreken ove„Bouwen voor de stad van de toekomst" versus „bouwen voor de bewoners van nu". Het college ivan b. en w.), zo kan men tussen de regels van de raamnota doorlezen, wenst het accent duideliih naar de eerste vorm van stadsvernieuwen te verleggen. Het zou de duidelijkheid ten goede komer als dat dan ook openlijk werd gezegd'

Gemiddelden Uit de drie vragen die door de woningcorporaties worden opgeworpen is af te leiden, dat verhuizing wordt nagestreefd van twee bevolkingsgroepen, die daar geen van beiden veel voor lijken te voelen: de ene groep moet naar het vernieuwingsgebied worden teruggelokt; de andere wordt er min of meer uit geduwd; in de stad worden goedkope, kleine woningen afgebroken in overtoopgemeenten rondom de stad moeten zulke woningen worden opgericht. Wat kan

mensen die met problemen i.v.m. woningverbetering te kampen hadden. Het bevatte drie delen. Het eerste ging over het ontstaan van het stadsvernieuwingsprobleem; in het tweede gedeelte werd een aantal regelingen beschreven. Steeds werd daarbij op de rechterpagina's de letterlijke tekst van een bestaande regeling (bijvoorbeeld over huurvaststelling; huursubsidie, her-huisvesting) afgedrukt en op de linkerpagina's een toelichting; het derde gedeelte bevatte ruimere onderwerpen als: erfpacht, bestemmingsplan en dergelijke. De gehele oplaag van dat boekje (een paar duizend exemplaren) werd verkocht. De afzonderlijke hoofdstukken Van het boekje

werden met buurtbewoners doorgenomen. Het idee was, op deze wijze enige scholing te bieden aan mensen die later wellicht het informatie-centrum var de buurt zouden gaan bemannen. Het liep anders. Toen het informatie-centrum er kwam trokken de buurtbewoners daar een vaste kracht voor aan, die kon worden aangevuld met bestuursleden van de bewonersorganisatie. Siersma kan ze geen ongelijk geven dat ze de zaak zo professioneel aanpakten. De studenten hadden een grotere rol in het informatie-centrum vermoedelijk niet kunnen waarmaken. Ruimte om het te doen op de manier van de rechtswinkels, die in die jaren opkwamen, was er niet. Die rechtswinkels

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 196

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's