GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 298

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 298

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nj magazine 32

A. vanOstade. De schoenlapper. (Rijksprentenkabineti.

ook de beschikking over hun eigen inkomsten. De afbakening van de wederzijdse bevoegdheden en taken verschilde van plaats tot plaats. De meest rationele oplossing - ineensmelting van alle inkomsten en gezamenlijk beheer - is wel de minst populaire geweest, en met populair bedoel ik dan: geliefd bij het volk. Het voortbestaan van verschillende armenkassen naast elkaar kon de arme de mogelijkheid aanbieden tot keuze. Het zou misschien ook de spoeling wat dunner maken, en het is mogelijk dat juist daarom de stad met de meeste armen - Leiden dus tevens een van de weinige plaatsen was. waar alle inkomsten voor de armenzorg in één beurs gebracht waren, onder toezicht van de magistraat. Eén beherende instantie betekende dat er ook één lijn getrokken kon worden bij de uitdeling. In de zestiende eeuw was het in Leiden regel dat families die daar reeds vóór 1572 hadden gewoond altijd voorrang zouden genieten. Uit sociaal oogpunt bezien een allerongelukkigste oplossing, in een stad die voor het merendeel door immigranten was bevolkt. Uit economisch oogpunt beschouwd eveneens een slecht beleid voor een industrieel centrum, dat de arbeidskracht voor zijn expansie van buiten de stad moest aantrekken. Concentratie van de armenzorg in één hand bood hier dus al bijzonder weinig voordelen. Ze deed binnen de grote massa van armlastigen een kleine groep van gepriviligieerden ontstaan.

Liever voorrechten in dat opzicht is deze oplossing wel typerend voor de tijd van haar ontstaan. De mens van de zestiende eeuw is weinig geneigd zijn heil en zekerheid te zoeken in gelijk recht voor allen. Hij wil liever voorrechten voor de groep waartoe hij zelf behoort. De eigenlijke profiteurs van een aldus opgebouwde sociale orde zijn natuurlijk alleen in de heersende elite te vinden. Maar als die niet met al te straffe hand wil of kan

regeren, zal ze haar plaats aan de top van de pyramide het gemakkelijkst kunnen handhaven, indien ze de lagere groepen eveneens enig belang weet te verschaffen bij de handhaving van de gevestigde structuren. Dat doel werd in Leiden bereikt. Zelfs de slechtst bedeelden in de letterlijke zin van het woord hadden een privilege te verdedigen tegen de allerarmsten, de niet-bedeelden. Voor de armen betekende het Leidse stelsel, dat ze de mogelijkheid tot kiezen verloren. Bijstand was afhankelijk van een omstandigheid waarop ze zelf geen invloed konden uitoefenen. Wie niet als Leidenaar geboren was bleef altijd in het gunstigste geval een bedeelde van de tweede rang. Iets aantrekkelijker voor de armen was het in die plaatsen waar de diaconie de centrale instantie op het gebied van de armenzorg was. De diakenen zouden weliswaar een voorkeurspositie geven aan de gereformeerde armen, maar dan had ieder althans in beginsel de kans in die voorrechten te delen, namelijk door zich aan te sluiten bij de gemeente. Dan evenwel zou een overtuigd aanhanger van het oude geloof wel moeten kiezen wat hij liever wilde, honger lijden of zijn geweten geweld aandoen. Ook deze oplossing was niet wezenlijk humaner dan de bevoorrechting van ingeborenen. en ze was ethisch al even bedenkelijk. Daar kwam nog bij dat de overheid tegen concentratie van de armenzorg in diaconaal gereformeerde handen wel enige argwaan koesterde. Regeren in de zestiende eeuw betekende ten opzichte van de massa in de eerste plaats: het volk rustig houden. Om de rust te bewaren moest men voorkomen dat het volk buiten de regering om stelselmatig beïnvloed zou kunnen worden. Niets of niemand had daartoe betere kansen dan de hervormde kerk. Vandaar dat op de prediking altijd een al was het nog zo lichte repressieve censuur werd uitgeoefend. Vandaar ook dat de regenten ongaarne een van hen onafhankelijk lichaam de vrije be-

schikking wilden geven over ruime fondsen, die uitgedeeld konden worden volgens de particuliere normen en subjectieve voorkeuren van de bewuste instantie. Het aantal plaatsen waar de armenzorg een gereformeerd monopolie was, is in de provincie Holland naar alle waarschijnlijkheid dan ook slechts klein geweest. Enkele dorpen, maar niet één stad van enige betekenis. In de regel staan diakenen en de Heilige Geestmeesters naast elkaar.

Voorrang Soms heeft er dan wel een zekere terreinafbakening plaats gevonden, vooral in de grotere steden. In de dorpen regelen dikwijls beide instellingen hun zaken naar eigen goedvinden. Globaal genomen komt het er dan veelal op neer, dat de diakenen de voorrang geven aan lidmaten, en de Heilige Geestmeesters aan ingeborenen. Keuzemogelijkheid was er doorgaans dus alleen voor armen van Hollandse afstamming. Behoeftige vreemdelingen zullen daarom misschien spoedig het kerklidmaatschap gezocht hebben. Veel Zuidnederlandse immigranten hadden trouwens al vanouds bij een calvinistische gemeente behoord. Natuurlijk waren er ook katholieke immigranten, maar het is nauwelijks te verwachten dat ze tot de meest principiële belijders gerekend moesten worden. Dan zouden ze toch niet het grondgebied van een protestantse natie tot hun nieuwe vaderland gemaakt hebben. Aldus kan er samenhang bestaan tussen de groei van de hervormde kerk en de vestiging in Holland van een groot aantal onbemiddelde vreemdelingen. Voor hen kan gelden dat afhankelijkheid van ondersteuning de kerkdrempel verlaagde, die vermoedelijk voor hen toch al niet hoog is geweest. Een actieve, wervende rol speelden de diakenen daarbij niet. Eerder kan men vooral dan weer in de grote steden - de neiging bespeuren juist armere kandi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 298

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's