GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 79

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 33 kenmerkend is voor onze tijd. En dan ook door ons herkend kan worden.

Moeten we de wetenschap ernstig nemen? Het onbekende maakt niet alleen onbemind, maar boezemt dikwijls ook vrees in. Niet slechts het bedrijf van de wetenschappen is in vele opzichten onbekend. Het ruimere verband is dat de structuur van onze samenleving steeds minder bekend wordt. Wie weet nog precies door wie wij geregeerd worden? Natuurlijk, er is nu een regering en soms kunnen we al de namen van de ministers uit het hoofd opzeggen. Maar nemen zij de uiteindelijke beslissingen? In hoeverre zijn zij gebonden aan afspraken die verder reiken dan zij voorzien hadden? Welke invloed is er van de adviezen van deskundigen, zoals van de Sociaal Economische Raad of van het Planbureau? Welke internationale - politieke, economische, zelfs psychologische - krachten spelen een rol ? En zijn wij, of zelfs de individuele ministers daarvan wel geheel op de hoogte? Wat is de invloed van de massamedia op het gedrag van juist de vooraanstaande personen? En wie bespelen deze massamedia: de programmamakers of de pressiegroepen of de gevestigde overtuigingen of de mode of iets dat ,,gewoonweg" in de lucht zit? Wat beïnvloedt dan verder eigenlijk precies onze opvoeding, onze opinievorming, onze keuzepatronen (politiek stemgedrag, economische koopgedrag, enz.)? Kortom, er is de ondoordringbaarheid van dat wat achter beslissingen en praktische toepassingen ligt. Deze ondoordringbaarheid boezemt vrees in. Onze samenleving, we zeiden het al, is een verwetenschappelijkte maatschappij. De ondoordringbaarheid van moderne wetenschap is niet de enige, maar wel een erg typerende. Typerend juist ook voor de situatie -gevoel van onmacht, van voor een naamloze muur te staan waarin een ieder zich bevindt. Dat zijn zaken die zeker ernstig genomen moeten worden. De vraag is dan natuurlijk watje ertegen kunt doen. Waarom gaat bijvoorbeeld het energievraagstuk een eigen leven leiden? Waarom voltrekken zich zoveel politieke beslissingen buiten ons om, buiten onze nota bene democratische samenleving om? Waarom hebben de wetenschappers hun toepassingen niet meer geheel in de hand?

Het antwoord is, dat men de zaken op hun beloop gelaten heeft en dan liepen zij weg, gingen deze zaken een eigen leven leiden; en: gedane zaken nemen geen keer. Maar hoe kan het dan anders? Welk een positieve functie kan een universiteit hier en ook in bijvoorbeeld de ontwikkelingslanden, j a kari juist ook de Vrije Universiteit, hebben? Daarop is natuurlijk geen direct en simpel antwoord mogelijk. Maar toch kan er wel iets van gezegd worden. In deze kolommen willen we, in eerste instantie, een wat merkwaardig antwoord geven: men moet de wetenschap niet al te ernstig nemen! Als je aan iets te zwaar tilt, houd je het niet meer in de hand. Als je denkt dat de wetenschap een eigen wereld is, een wereld van geheel neutraal en rationeel beraad, dan krijg je de kous op de kop. Als j e de verwetenschappelijking als een noodzaak en een laatste gegeven beziet, dan blaasje de wetenschap op tot een soort wereldbeschouwing en tot de toekomstige zedelijk-blinde leidsman van onze samenleving.

Een voorbeeld: de evolutie Er zijn de laatste jaren, en zelfs de laatste maanden, nogal wat discussies gevoerd over de rol van de evolutietheorie in m.n. de biologische wetenschappen. Vele nieuwere gegevens droegen bij om deze theorie te versterken. Onder meer het al vele malen in dit tijdschrift genoemde erfelijkheidsproces via een bepaalde codering (DNA met een rangschikking van chemische ,,letters" of elementen, die van beslissende betekenis zijn voorde ontvouwing van erfelijke eigenschappen) speelde daarbij een rol. Men bedenke dat deze evolutietheorie een wetenschappelijke hypothese is. ,,Hypothese" wil zeggen een reeks samenhangende veronderstellingen, waarvoor vele wetenschappelijk aangevoerde feiten pleiten. Welnu deze hypothese heeft het merkwaardige dat, hoewel bepaald nog geen laatste zekerheid bereikt is en er open vragen blijven, toch vele uiteenliggende wetenschappen (biologie, biochemie, paleontologie, geologie, astronomie) in grote mate bewijsmateriaal hebben aangedragen. De hypothese werd dusdoende versterkt. Dit heeft in godsdienstige kringen - bij ons, maar ook bijvoorbeeld in de Islamitische wereld - heel wat vragen opgeroepen. Is dit geen nieuw en vreemd wereldbeeld: de mens afstammend van dieren en het leven

zelf voortgekomen uit de ni et-leven de materie? Moeten we daar geen andere ,,theorie" tegenover stellen, en wel die van de schepping van de mens zoals aan het begin van de Bijbel beschreven is? Welnu dit is, denk ik, een voorbeeld van overschatting van de wetenschap. In dit soort vragen moet men de wetenschap niet al te ,,ernstig" nemen. Met,,ernstig" is dan bedoeld dat men de wetenschap als een soort wereldbeeld, ja bijna als een tegenreligie gaat opvatten. En dat men van weeromstuit de wetenschap eigenlijk toch ook zo hoog aanslaat dat men de bijbelse verhalen over de schepping als een wetenschappelijk relaas gaat zien. Maar dat is natuurlijk niet het geval. De bijbelse verhalen zijn zo veel rijker, omvattender en dieper gravend, dat heel deze vergelijking met een wetenschap beide partijen-wetenschap en geloof-geen goed doet. De wetenschap biedt een waardevolle hypothese om allerlei zaken netjes op een rijtje te zetten. Maar wetenschap kan natuurlijk niets zeggen over wat er echt aan de hand was, over zonde en schuld, over scheppingsvreugde en de schoonheid en goedheid van de werkelijkheid, over de diepe relatie van man en vrouw, over de verhouding tussen God en mens.

Wat doet nu het scheppingsverhaal? Het zet alles, ook de evolutietheorie van de wetenschap, op zijn juiste plaats. Hetlaatde mens nietlos en laat ook de wetenschap niet uit de hand lopen. Want, zoals het oude verhaal ons leert, de Here God vormde de mens uit het stof van de aarde en blies de levensadem in zijn neusgaten. Er waren al, zoals we weten, planten en dieren. Maar bij de mens gaat het wat anders, want God gaat als het ware (als het ware? wandelt God ook niet door de Hof zodat de mensen ,,het geluid hoorden"?) op zijn knieën liggen en boetseert de mens uit het rode leem om hem zijn eigen Geest in te blazen. Zeker, er waren al andere levende wezens gemaakt; ook die gingen lopen, eten, drinken. Mar zij haalden het niet, zij kwamen niet op het punt waar de Schepper hen hebben wilde: bondgenoot of zelfs tegenspeler te zijn. In de evolutie zien we al deze gestalten, uit een ver verleden zich langzaam ontwikkelen tot zij bijna menselijk zijn. Maar dan verschijnt de mens. En deze is anders, want wat de wetenschap nooit kan zien, ziet het oog van het geloof: Gods adem is er.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's