GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 390

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 390

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Il^ niagadne 36 Boston bevindt. Voor deze zgn. studenten-conferentie had de afdeling Kerk en Samenleving van de Wereldraad een aantal jonge mensen uit alle werelddelen uitgenodigd. Bij de keuze van de studenten werd gelet op het land van herkomst, studierichting en geslacht van de deelnemers om een zo groot^mogelijke spreiding te verkrijgen. De uiteindelijke samenstelling van de deelnemerslijst bleek dan ook erg gevarieerd te zijn en op 6 juli vloog ik naar Boston in het prettige vooruitzicht van een boeiende ontmoeting met leeftijdgenoten uit alle delen van de wereld. Bij aankomst op Wellesley was ik nog net op tijd voor een kennismakingsfeestje. Het eerste dat me daar opviel was de grote eenvormigheid in smaak op het gebied van kleding en muziek. De tegenstellingen zouden pas in de discussies naar boven komen en lieten niet lang op zich wachten.

Emotioneel Het stuk had een onmiddellijk effect. De sfeer werd geladen en emotioneel. Velen - ook studenten uit de derde wereld - waren hier totaal niet op voorbereid. Via circulatie en een pakket voorbereidende literatuur was de verwachting gewekt dat er gesproken zou worden over onderwijs en over de verhouding tussen wetenschap en geloof en inderdaad was dat het geval geweest tijdens de eerste twee dagen. De schrijvers van het discussiestuk echter, en een aantal studenten uit Zuid Amerika en Afrika, die het geloof in de eerste plaats beschouwden als een richtsnoer tot handelen, ondervonden in het geheel geen problemen in een kennistheoretische of filosofische bepaling van de verhouding tussen geloof en wetenschap (een typisch westers probleem) en wilden beide veeleer beoordelen naar hun effect op de samenleving. In de vergadering bleek het echter onmogelijk om de inhoud van het document aan de orde te stellen.

Welke rol? De gespreksonderwerpen op deze bijeenkomst lagen in het verlengde van de hoofthema's van de conferentie in Boston, maar het was niet de bedoeling dat de studenten-conferentie een uitgebreide theoretische inleiding op de thematiek van de hoofdconferentie zou worden. Er waren mensen die de studenten een politiserende rol hadden toebedacht. Zij wilden de vijf dagen in Wellesley gebruiken om de groep tot een hechte eenheid te smeden en een aantal kernpunten van de te volgen strategie vast te leggen. Weer anderen wilden de ervaringen die de studenten in de verschillende onderwijssystemen hadden opgedaan uitbuiten. Dezen wilden de tijd besteden aan een kritische beschouwing van de manier waarop de wetenschappelijke gemeenschap haar werkwijze en denkbeelden overdraagt op nieuwe generaties en zodoende een situatie handhaaft die wellicht op fundamentele punten aan herziening toe is. Al deze verschillende ideeën liepen wat door elkaar en dat had tot gevolg dat veel studenten na twee dagen van luisteren en praten van 's-morgens acht tot na middernacht, niet meer precies wisten waarvoor ze nu gekomen waren. Een klein groepje studenten uit de derde wereld - de opmerking van de leiding indachtig dat de agenda te allen tijde gewijzigd kon worden - besloot om op de derde dag een document te presenteren dat uit twee gedeelten bestond. In het eerste deel werden wetenschap en technolo-

Azing Boonstra

Werkdocument

gie beschreven als cultuurproducten van de westerse samenleving die zich in dienst hadden gesteld van de ongebreidelde zucht naar geld en macht van bedrijven en regeringen. Als gevolg van deze ongelukkige verbintenis werden ondermeer genoemd: werkeloosheid, het ontstaan van elites, ecologische rampen, economische afhankelijkheid van vele landen, verbreding van de kloof tussen arm en rijk en de onmogelijkheid voor grote delen van de bevolking om invloed uit te oefenen op de besluitvorming in aangelegenheiden die hen direkt betreffen. Gevraagd werd om deze analyse als basis voor de verdere discussie te aanvaarden. Die discussie zou ook op een andere manier moeten plaatsvinden want in het tweede gedeelte van het discussiestuk werd de totale opzet, samenstelling en werkmethode van de conferentie ter discussie gesteld. De bijeenkomst was op westers bureaucratische wijze georganiseerd, de verkeerde mensen waren uitgenodigd en de agenda was opgesteld vanuit een westerse kijk op de problemen. Kortom, de opstellers van het document voelden zich bekneld door de structuur van de conferentie en plaatsten al van te voren vraagtekens bij de eventuele ,,resultaten" van de gesprekken.

In een chaotische sfeer werd eindeloos gedebatteerd over de officiële status van het stuk en tenslotte werd er besloten om het als ,,werkdocument" te aanvaarden. De agenda bleek ook minder flexibel te zijn dan werd verondersteld, want het oorspronkelijke programma bleef gehandhaafd. De inhoud van de verdere discussies werd wel sterk door het gebeurde beïnvloed, maar de poging om de studenten tot een hechte eenheid te smeden met het oog op de hoofdconferentie was falikant mislukt. Pas op het allerlaatste moment kon er in de groep overeenstemming worden bereikt over de wijze waarop de resultaten van de studenten-conferentie zouden worden gepresenteerd aan de deelnemers van de bijeenkomst op MIT. Een van de gevolgen van de deelname van de studenten aan de hoofdconferentie is geweest dat er ook in Boston werd gesproken over onderwijs. In het rapport van de sectie die zich met dat onderwerp bezighield, wordt de aanbeveling gedaan om in het wetenschappelijk onderwijs aandacht te schenken aan de maatschappelijke gevolgen van ontwikkelingen in wetenschap en technologie. De student moet in staat worden gesteld om op een zinvolle manier na te denken over de ethische aspecten van zijn werk. Ook is het van groot belang om bij wetenschapsmensen het vermogen te ont-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 390

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's