GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 60

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magazine 14

Brief uit Botswana van Hans Opschoor

„Tja", zei Jane Het ..National Institute for Research" van de Universiteit in Botswana ligt verscholen in een klein bosje aan de rand van een buitenwijk van de hoofdstad, Gaborone. Twee kleine groepjes van acht kamers, elk rond een binnenplaatsje. Daar zal ik dus de eerstkomende jaren werken, in het kader van een VU-samenwerkingsverband. Eén van de schoonmaaksters van dat Instituut heet Jane. Van haar heb ik m'n eerste woordjes Setswana (de taal van Botswana) geleerd, en met haar praat ik af en toe over het leven van de mensen in het land. Dat geeft een nuttige en noodzakelijke correctie op het beeld, datje hier krijgt in de hoofdstad maar al te gauw krijgt in de eerste weken van je verblijf hier: in het begin ontmoet je namelijk vooral blanke ,,deskundigen" en ontwikkelde, meestal niet onwelvarende zwarten. Maar de welvaart is ook hier ongelijk verdeeld, veel erger nog dan in Nederland, en bij de meeste Botswcma (de inwoners van Botswana) is het normaal zeker geen vetpot. Jane kan daarover wel een boekje opendoen. De meeste Botswana leven van het land: een beetje landbouw en vooral veeteelt. Van oudsher werd de veeteelt bedreven op een half-nomadeachtige manier, vooral door de mannen. De landbouw was het werk van de vrouwen. Botswana ligt in een van de droge, regenarme gebieden in de wereld; er komen jaren voor, waarin het niet of nauwelijks regent. Het eerst voelt men dat aan misoogsten; wordt het erger, dan kan ook het vee sterven. Dit is een van de realiteiten waarmee de Botswcma worden geconfronteerd. Jane kon mij van alle jaren sinds 1948 (toen ze zo'n 12 jaar was) vertellen, of het veel, weinig of niet geregend had. In droge jaren leven de mensen eerst op hun voorraden mais en sorghum. Raken die op, dan moeten ze hun koeien verkopen om graan te kunnen kopen. Maar wat.

als je geen koeien hebt, zoals de helft van Botswana? ,.Tja". zei Jane. Zelf heeft ze geen koeien meer. Haar man overleed in 1972, zij had de zorg voor acht kinderen, die ze zoveel mogelijk naar school wilde laten gaan. Haar familie verwaarloosde haar koeien, dus haar kapitaal verdween als sneeuw voor de zon. Om aan geld te komen, is ze gaan werken - eerst in Francistown, waar ze vandaan komt; zo'n 450 km boven Gaborone. Dat leverde te weinig op, en later vertrok ze met haar kinderen naar Gaborone, waar meer geld te verdienen is, waar ze haar kinderen op school kon doen, en waar er voor later meer kans op werk zou zijn. Daarvoor moest ze ook haar akkers achterlaten. Wel probeert ze op afstand nog wat te verbouwen, maar feitelijk moeten anderen dat doen, tegen betaling. Om één acre te laten ploegen (en ze heeft er meer), moet ze zo ongeveer een weekloon betalen, nog afgezien van het zaad. Dit jaar komen de regens laat, en ze durft niet te ploegen, uit angst dat ze haar geld kwijt zal zijn. Maar als ze te lang wacht, dreigt er weer een misoogst omdat het groeiseizoen dan te kort is. Ze wil er liever niet over denken wat er zou gebeuren als het droog blijft. In zekere zin boft ze nog: ze heeft een baan in Gaborone, en een paar zoons hebben dat inmiddels ook. Daardoor is ze zelf niet meer zo afhankelijk van haar land, van de regen. Maar ook anderen beginnen hem te knijpen. Zo is zij bezig, ver van huis en haar land, om haar kinderen wat minder bestaansonzekerheid te geven. Zodra haar kinderen allemaal van school zijn, wil ze terug naar Francistown, om het opnieuw te gaan proberen met haar land en met wat koeien die ze hoopt te kimnen kopen of van haar zoons te krijgen. Voor haar kinderen ligt dat anders: die blijven —net als vele van hun generatiegenoten - het liefst in de steden. Ze hebben het platteland en de

koeien achter zich gelaten: dat is ouderwets. Maar biedt de stad wel een alternatief? Voor de goed-geschoolden wel; ook voor mensen die al ervaring hebben in bijvoorbeeld huishoudelijk werk. Maar er is lang niet genoeg werk voor iedereen. ,,Je moet een baantje hebben gehad om er een te krijgen ", aldus Jane. Een situatie als die van Jane, komt hier regelmatig voor. Het geld voor school, kleren, voedsel, medische voorzieningen en misschien wat luxe, moet worden verdiend, of gaat ten koste van in vee vastgelegd vermogen. Verdienen kunnen de mensen nauwelijks iets in hun eigen dorpen. Veel mannen trekken naar de mijnen - tot in Zuid Afrika toe - en zijn dan lange tijd van huis. Veel vrouwen verdienen een inkomen in de stad, zoals Jane. Vaak worden de kinderen door anderen verzorgd, ondertussen. De stad trekt: ,,Gaborone, that's where the lights are on". De stad: waar een levensstandaard heerst die voor de meeste Botswana niet is weggelegd, waar het levensonderhoud ook zoveel duurder is, dat er minder geld overblijft. De stad: waar de werkeloosheid toeneemt. Botswana telt zo'n 700.000 inwoners - ogenschijnlijk erg weinig voor een land dat ongeveer zo groot is als Frankrijk, Verreweg de meeste Botswana (zo'n drie kwart) woont in de oostelijke, betrekkelijk vruchtbare streek. Van hen woont slechts een fractie in de paar ,,steden" die het land telt (in Gaborone wonen zo'n 40.000 mensen). De meesten wonen dus op het land. De bevolking groeit met meer dan drie procent per jaar; de stedelijke bevolking groeit zelfs met zo'n vijftien procent! Op het platteland werkt zo'n 20% van de beroepsbevolking niet; omdat er geen werk is, of omdat er niets uitkomt (door misoogst of wat ook). Vandaar de trek naar de stad. Maar daar is het al weinig beter: zo'n 15% van de beroepsbevolking heeft geen werk. De rest haalt er wat geld uit, of is afhankelijk van wat de mannen meekregen uit de mijnen. Zo zien - in zeer ruwe trekken - de coulissen eruit, waartegen het leven van Jane en vele andere Botswana zich afspeelt. Een leven, tussen twee werelden: de stad, en het platteland; de auto en de door ezels getrokken slee. Een leven, als gastarbeider in eigen land.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's