GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 57

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

W} magazine 11

De Europese Gemeenschap en de ontwikkeling van de derde wereld door dr. Gerrit Faber De Europese Gemeenschap (EG) is voor de Derde Wereld van grote betekenis. De negen lid-staten hebben immers enkele beleidsterreinen in de Gemeenschap ondergebracht die voor hen van groot belang zijn. Ten eerste is dit de handelspolitiek die bepalend is voor de toegankelijkheid van de gemeenschappelijke markt voor de produkten van de ontwikkelingslanden en voor de deelneming van de EG aan internationale goederenovereenkomsten die de wereldhandel in grondstoffen reguleren. Op de tweede plaats gaat het hier om het gemeenschappelijk landbouwbeleid dat invloed uitoefent op de wereldmarkten voor agrarische produkten waarvan ontwikkelingslanden belangrijke im- en exporteurs zijn, en dat overschotten oplevert waaruit voedselhulp geleverd wordt. Daarnaast trachten de lid-staten op belangrijke punten in de buitenlandse politiek dezelfde standpunten, of gezamenlijke beleidslijnen uit te stippelen (zoals bijvoorbeeld in de onderhandelingen in UNCTAD-verband). Ook verleent de Gemeenschap ontwikkelingshulp; dit is echter niet een specifieke taak van de EG. Ook de lid-staten geven hulp. Gezien het grote belang van het integratie-proces in de Gemeenschap voor de ontwikkelingslanden, is het van veel betekenis om te weten hoe zwaar de EG de belangen van ontwikkelingslanden laat wegen in de besluitvorming op de gemeenschappelijke beleidsgebieden. Bovendien zal in de toekomst het beleid van ontwikkelingshulp wellicht verder geïntegreerd worden. Zal dit een stap vooruit betekenen voor de Derde Wereld? Beide vragen wil ik in het nu volgende aan de orde stellen. Op vrijdag Ï5 december '78 promoveerde dr. Gerrit Faber op een dissertatie over „De Europese gemeenschap en ontwikkelingssamenwerking". Z'n studie was een van de resultaten van het onderzoeksprojekt van de Werkgroep Polemologie van de VU. Dit projekt is gebaseerd op een breed opgezet multidisciplinair onderzoeksplan, waarin het centrale thema de rol van het integrerende West-Europa in de Oost-West- en Noord-Zuid-verhoudingen is. In dit artikel vertelt dr. Faber iets over de inhoud van zijn studie. Enkele van zgn stellingen: • Het stimuleren van snelle groei van de invoer in ontwikkelingslanden van goederen en diensten uit westerse landen ais middel ter bestriding van de economische recessie in laatst genoemde landen werkt belemme-

rend op lokaal aanwezige prodüktietechnieken, grond- en hulpstoffen en behoeften en betekent daarom een afwenteling van de problemen van rgke op arme landen. De kwaliteit van de ontwikkelingssamenwerking is van meer belang dan de financiële omvang ervan. Verlenging van het zwangerschapsverlof tot ten minste vier maanden en opneming daarvan ter keuze door man of vrouw, vergroot de mogelijkheden voor de vrouw de man meer inhoud aan ZQn vaderschap te geven. Het grote beslag dat het autoverkeer legt op mensenlevens, milieu en schaarse grondstoffen, kan slechts tot de conclusie leiden dat de plaats van de auto in de samenleving drastisch moet worden ingekrompen ten gunste van de flets en het openbaar vervoer.

Het huidige EG-beleid van ontwikkelingssamenwerking is gekoncentreerd op Afrika (dit wordt het associatiebeleid genoemd). Met de meeste ontwikkelingslanden, 53 in getal, in Afrika ten zuiden van de Sahara en enkele kleine staten in het Caraïbische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen, 53 in getal) heeft de Gemeenschap in 1975 het Verdrag van Lomé gesloten. De deelnemende ontwikkelingslanden zijn vrijwel alle oud-koloniën van de lid-staten. Zij ontvangen van de EG op grote schaal financiële hulp; hun produkten hebben vrije toegang tot de markt van de Gemeenschap en de exportinkomsten uit de verkoop van een aantal grondstoffen worden door de EG tot op zekere hoogte gestabiliseerd. Ook de ontwikkelingslanden om de Middellandse Zee kunnen een flink deel van hun exportprodukten zonder of met geringe belemmering in de Gemeenschap afzetten; zij ontvangen eveneens financiële hulp. De samenwerking met de ACS-landen en de Noordafrikaanse landen is door de Gemeenschap nimmer opgevat als een eenzijdige bevoordeling van deze landen. Vanaf het begin heeft de EG tegenprestaties verlangd. Aanvankelijk lagen deze op het terrein van de afzet van produkten van de lid-staten: voor 1975 moesten deze produkten vrij van rechten op de markten van de geassocieerde landen afgezet kunnen worden. De laatste jaren worden de tegenprestaties steeds meer gezocht in de richting van de bevordering en bescherming van partikuliere buitenlandse investeringen door ondernemingen van de Gemeenschap. Dit hangt samen met het gevoel dat in veel beleidskringen in de EG leeft, dat de aanvoer van grondstoffen naar de EG niet in alle opzichten voldoende verzekerd is. De landen in Afrika zijn belangrijke leveranciers van grondstoffen, en kunnen in de toekomst nog veel belangrijker worden (gegeven de aanzienlijke bewezen reserves aan bauxiet, kobalt, mangaan, uranium en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's