GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 456

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 456

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wi magame 14 De stukjes glas in Hamstra's visioen blijken schrik niet - het verpakkingsmateriaal te zijn geweest van door energiebehoeftigé voorvaderen in de grond gestort radio-aktief afval, maar daarvan hebben de nomaden geen idee. Toch worden ze niet ziek. De radio-aktiviteit is zo goed als uitgewerkt. En verwonderd zullen ze zich misschien afvragen wat de voorvaderen bewoog om zoveel glas in de grond te stoppen. Na 250.000 jaar weet niemand dat meer. En éérder - dat is de strekking van r. Hamstra's verhaal - z a l het gevreesde spul niet bij Gasselte-Drouwen boven de grond komen.

Een voorzichtig man „Ik ben een voorzichtig man.Onder de allerongunstigste omstandigheden duurt het 250.000 jaar voor het opgeborgen afval aan de oppervlakte kan komen." Wie bekommert zich überhaupt nog om wat er over 250.000 jaar gebeurt? Ir. Hamstra: „Wij in ieder geval wel. Maar over 250.000 jaar is het hele gebied toch zeebodem geworden en dan is het nog minder gevaarlijk. Dan kun je dat water rustig drinken. Bovendien moet je je afvragen wat voor samenleving er tegen die tijd nog is. De kans dat er hier dan alleen maar visjes rondzwemmen acht ik het grootst. Dan zitten we hier dik onder water. Wat er nu is, is er dan in ieder geval niet meer, nog afgezien van mogelijke ijstijden, die zich misschien nu al aankondigen. Er is geen sprake van dat er ook maar één dode valt. Je kunt het vergelijken met elke kwikzilvermijn in Bohemen, met de natuurlijke radio-aktiviteit die op honderden plaatsen spontaan voorkomt, die van een vergelijkbaar niveau is: wij scheppen er maar één plaats op de wereld bij van één vierkante kilometer waar radioaktiviteit is. De hele kust van India waar een radio-aktief geladen zandsoort ligt is veel gevaarlijker. De Rocky Mountains zitten vol straling. En zo kan ik doorgaan."

Het risiko is niet nul Maar zolang de diskussie voortraast, of liever gezegd: nog maar pas begonnen is, nu steeds meer wetenschappers zich gaan roeren, blijft de vraag knagen hoe rustig U kunt gaan slapen met al dat afval onder de grond. Wat is er waar? Wat staat er vast? Kortom: hoe veilig is het? Wie of wat beveiligen we eigenlijk? tr. Hamstra: „Primair de mensen die nu leven, je kinderen en je kindskinderen, zeg maar: de eerste honderd, duizend jaar. Die eerste duizend jaar gebeurt er niets, helemaal niets. Geen radionuclide kan vrijkomen, er kan geen enkel stralingsgevaar ontstaan. Ik zeg: dat is veilig, het is het zelfs op lange termijn. Het risiko is niet nul. Dat moet ik erkennen. Maar naar de huidige maatstaven gemeten kun je gewoon niet volhouden dat het een onaanvaardbaar risiko inhoudt."

Van proefboring tot harkenbrigade Hoe was het ook weer? Op 22 juni 1976 leest burgemeester Reinders van Gasselte in de „Drentsche Courant" dat zijn gemeente, bevoorrecht met een zoutkoepel, in aanmerking komt voor een proefboring. Nederland raakt gealarmeerd, temeer daar aanvankelijk alle gegevens geheim blijven en ministers Lubbers en Vorrink elkaar tegenspreken. Onder druk vanuit de samenleving komt het volgende kabinet met een plan voor een zogeheten Brede Maatschappelijke Diskussie (BMD) die dit najaar had moeten beginnen. Wat is daarin de plaats van de proefboringen? Minister van Aardenne verklaarde op 16 oktober jl. nog dat hij de

Klarisse Nienhuys

resultaten van de proefboringen wenst te beschouwen als onderdeel van de BMD, met als overweging dat we de resultaten kunnen meenemen in de diskussie. Dat gaat velen te ver. Het parlement heeft in beginsel ja gezegd, maar de Drentse boeren hebben een heuse harkenbrigade in reserve voor het geval het ooit zo ver mocht komen. Achter dit alles brandt de primaire vraag wat we nu eigenlijk met onze ekonomie willen. Moet die ongebreideld doorgroeien, zoals beleden wordt in een bepaald geloof, door prof. Goudzwaard aangeduid als „groeigeloof"? Om een ja of nee op deze vraag gaat het eigenlijk. De grief van Jan Stroes in Voorlopig (okt. 1979) is dat het kabinet-Van Agt ons in de BMD slechts laat praten over bijzaken. Zelfs de diskussie over wel of geen kernenergie is in feite een bijzaak, laat staan het probleem of in zoutkoepels radioaktief afval veilig kan worden opgeborgen. „Een geluk bij een ongeluk" noemt hij de ekonomische krisis. Want daarmee zal het energieverbruik waarschijnlijk afnemen. Jan Stroes: „De keuzevraag is: weik ekonomisch model kiezen we voor onze toekomstige maatscliappij? En dus: welke maatschappij zien we als ideaal?" Wie vóór ekonomische groei is heeft in feite al gekozen voor kernenergie met alle risiko's daaraan verbonden, is de strekking van zijdn artikel. En van die risiko's is de afvalopberging er slechts één.

foto: Kiaaskoppe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 456

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's