VU Magazine 1981 - pagina 233

'

I

zoek meewerkende scholen komt ook steeds weer naar voren dat men graag een meer systematisch overzicht zou hebben van het verschil in aksent dat er bestaat wanneer het gaat om een studierichting die aan verschillende universiteiten gevolgd kan worden. Inmiddels is er inderdaad een begin gemaakt met het samenstellen van een dergelijk overzicht door een werkgroep van medewerkers aan studieinformatiecentra van een aantal universiteiten. Dat voorlichting van de instelling zelf momenteel niet optimaal is blijkt ook uit een ander gegeven. Enerzijds vinden de aankomende studenten dat voorlichting over de studie zelf het belangrijkst is, ook al is deze nu onvoldoende. Anderzijds antwoorden zij op de vraag wie in feite de belangrijkste rol heeft gespeeld in het gehele keuzeproces dat het vrienden en kennissen waren, terwijl de instellingen pas in tweede instantie genoemd worden. Er mogen geen algemeen geldende konklusies worden getrokken op basis van de onderzoeksresultaten. Niettemin is een aantal punten duidelijk aan het licht gekomen. In de eerste plaats hebben we gekonstateerd dat de reden waarom veel leerlingen niet aan de VU willen studeren niet zozeer te maken heeft met zaken die de VU zelf betreffen. Het is vooral het negatieve beeld dat zij hebben van de stad Amsterdam waardoor leerlingen besluiten niet voor de VU te kiezen. Welnu, aan het feit dat de VU ...De VU te geëngageerd?... Foto: Eduard de Kam

VU-Magazine 10 (1981) 6 Ouni)

nu eenmaal in Amsterdam is gevestigd zal heel weinig veranderd kunnen worden. Wel is het mogelijk vooreen zeker tegenwicht te zorgen. Je zou dit kunnen bereiken door juist de positieve kanten van het studeren aan de VU sterkte benadrukken. Tegenover de grootschaligheid van Amsterdam (negatief) staat dan de kleinschaligheid van de VU met als voordeel het werken in kleine groepen, meer persoonlijke aandacht en begeleiding. Een tweede konstatering was dat de afstand tussen het ouderlijk huis van de leerling en de universiteitsstad een erg belangrijke overweging was binnen het keuzeproces. Wij hebben sterk de indruk dat ook hier een doeltreffender voorlichting de invloed van deze faktor zou kunnen verminderen. Als derde konklusie noemen we hier het feit dat zowel door de leerlingen als door de schooldekanen geklaagd wordt over een gebrek aan inhoudelijke studie-informatie. Een eerste poging om hierin verbetering te brengen is ondernomen, zoals gezegd, door de gezamenlijke studie-informatie-centra. Een initiatief overigens dat los van dit onderzoek tot stand is gekomen. Een andere manier om de informatievoorziening uit te breiden is het inschakelen van studerende oud-leerlingen. Op een aantal scholen wordt deze vorm van voorlichting al met sukses in praktijk gebracht. Je zou als volgt te werk kunnen gaan. Eerstejaarsstudenten verzorgen voorlichting

...Tegenover de grootschaligheid van Amsterdam staat dan de Ideinschaligheid van de VU... Foto: Ronald Sweering

...De VU te christelijk?... Foto: AZVU

over een aantal praktische zaken als huisvesting, studentenleven, zelfstandig wonen, zelfstandig studeren. Ouderejaarsstudenten staan al weer te ver af van deze problematiek waarmee ze in de eerste fase van hun studie zijn gekonfronteerd. Omdat aankomende eerstejaarsstudenten nu juist wel gebaat zijn bij de ervaringen uit deze beginperiode lijkt het minder geschikt hiervoor ouderejaarsstudenten te vragen. Tweedejaarsstudenten zouden daarentegen de meer inhoudelijke kant van de studie kunnen belichten. Een nadeel dat deze wijze van voorlichting met zich meebrengt is natuurlijk dat slechts een beperkt aantal studierichtingen aan bod kan komen. Als vierde en laatste punt noemen we dat vooral informele kontakten een grote rol hebben gespeeld waar het ging om het kiezen van een universiteit of hogeschool. Hierop zou door de VU op verschillende wijze ingespeeld kunnen worden. Het betekent namelijk dat voorlichting niet alleen rechtstreeks op de aankomende student gericht moet worden maar dat deze ook via zijn informele informatiebronnen benaderd kan worden. Deze informele informatiebronnen kun je dan weer bereiken door artike. len in dag- en weekbladpers, of door dokumentaires op radio en TV. En verder ligt hier wellicht een schone taak voor leden van de Vereniging om als informele informant op te treden, n 211

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen