GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 301

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 301

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gewild of ongewild: de VU-bevolking heeft de laatste maanden deze mensen wèl ontmoet. En de enkeling, die mompelde dat het „onverantwoord" was van de studentenpastores om de vluchtelingen binnen te loodsen, hield snel zijn mond, al was het maar om te ontsnappen aan het risico voor de vraag te worden geplaatst wat er dan wèl had moeten gebeuren. Wie er niets mee te maken wil hebben, zal in ieder geval elke ochtend een afwerend gebaar moeten maken wanneer bij de ingang een Kerkzaalbulletin wordt aangereikt met het laatste nieuws. Hartverwarmend echter was de spontaniteit waarmee velen, medewerkers, studenten en personeel gehoor gaven aan de oproep van het College van Bestuur om ,,hun verblijf zolang ze In ons midden zijn zo dragelijk mogelijk te maken". Men wist niet waaraan men begon. Er werd begonnen. Tot dusver was de problematiek van de christenen uit Turkije voor verreweg de meeste mensen die aan de VU werken slechts krantenieuws te midden van vele andere berichten. Hoe begon het eigenlijk ook alweer? De eerste christelijke gezinnen uit Turkije kwamen in de jaren zestig naar Nederland als ,.gastarbeiders". Problemen gaf dat niet. Nederland zat toen te springen om werknemers uit het buitenland. Velen kwamen terecht in Hengelo (Syrisch-orthodoxen) en Almelo (Armeniërs). Dat niet slechts armoede hen naar Europa dreef, werd in de loop van de jaren zeventig duidelijker toen de toevloed buitenlandse arbeiders werd afgeknepen en ten slotte stopgezet. Men begint dan asiel aan te vragen in Europa: we worden in Turkije vervolgd. Vluchtelingen? Het verhaal wordt met de nodige scepsis aangehoord. Niettemin wordt 2 juli 1976 in Nederland besloten tot een ,.generaal pardon" voor alle christenen uit Turkije die dan in ons land zijn, een datum die later verlegd wordt naar 1 maart 1977. Wie later binnenkwam, zou geen verblijfsvergunning meer krijgen. De vluchtelingenstatus zou echter voor deze groep niet gelden. De mensen blijven komen. Als in 1979 uitwijzingen dreigen vluchten er velen de St.-Janskathedraal in Den Bosch binnen, laterde Grote Kerk in Almelo. Steuncomités beginnen zich te verdiepen in de achtergrond van de zaak. Is er werkelijk sprake van vervolging in Turkije? Of drijft ,,slechts" armoede deze mensen naar het — ondanks alles — rijke westen? De wrange vraag wordt in het Nederlandse beleid ontweken. VluchtelinVU-Magazine10(1981')7nuli')

genstatus (A-status)? Nee. Per geval wordt bekeken of er mogelijk klemmende redenen van humanitaire aard zijn om een B-status als asielgerechtigde te verlenen. ,,De beslissingen zijn erg willekeurig", constateert de brochure ,,Christenen uit Turkije", een uitgave van de Actie 41 -I- en Landelijk Steun Comité Christenen uit Turkije. ,,Sommigen krijgen een verblijfsvergunning. Anderen niet, terv/ijl ze uit tietzelfde dorp komen en tietzelfde hiebben meegemaakt. IHet gebeurt zelfs dat sommigen uit een gezin wel, en anderen niet worden toegelaten." In NRC-Handelsblad van 4 februari kraakte de Amsterdamse advocaat W. J. van Bennekom harde noten. ,,Nederland heeft voor de Turkse christenen in beginsel geen oplossing In huis." De situatie wordt door hem als volgt geschetst: ,,De meeste Turkse christenen, of zij nu rechtstreeks uit Zuidoost-Turkije naar Nederland zijn gevlucht dan wel hun laatste jaren in Istanbul hebben

Christenen aan de maaltijd in de Kerkzaal. Foto: B. den Hollander

doorgebracht, hebben in Turkije dusdanig traumatische gebeurtenissen meegemaakt dat zij zich „hun land" alleen nog maar kunnen voorstellen ais een vijandige samenleving. Een land waarin voor hen geen plaats, geen werk, maar vooral geen recht is. Pogingen om dit ,,Feindbild" bij te stellen, hebben geen enkel resultaat gehad, leder die zich ook maar enigszins in de Turkse geschiedenis heeft verdiept kan zich daar nauwelijks over verwonderen. Wat moet de Nederlandse samenleving met deze situatie aan? Hoegenaamd niets, zeggen de bewindslieden. Gewoon afprocederen, en als het even kan, voordien uitzetten, en vooral geen opvangcentrum in Twente in het leven roepen, want dat trekt alteen maar nieuwe asielzoekers aan. Want ook de door de visumplicht opgeworpen barrière is poreus. Als maar duidelijk wordt dat het ,,niet

leuk" meer is om te komen, dan houdt de stroom immers vanzelf op. Als het „leuk" is om in Nederland over asielverlening te procederen. En alsof het niet de dure plicht is van ons tand om een behoorlijk asielbeleid te voeren." Wie zich in de achtergrond van de Turkse geschiedenis had verdiept, was prof. dr. A. Wessels, die meteen toetrad tot het Universitair Steuncomitédatbegin mei aan de VU isopgericht en waartoe nog dagelijks nieuwe ledentoetreden. Hij verzet zich krachtig tegen een beeld van de zaak alsof het hier zou gaan om een problematiek, die individueel, per asielzoeker zou kunnen worden benaderd. In een drietal artikeltjes in Kerkzaalbulletin zette hij uiteen wat er werkelijk aan de hand is. Het slot van zijn laatste beschouwing luidde: ,,Het is buitengewoon tragisch dat men moet constateren dat emigratie van de christelijke gemeenschappen uit het Midden-Oosten toeneemt. Dat betekent een naderend einde van een mulit-culturele en multi-godsdienstige samenleving. De emigratie vormt een bedreiging voor alle minderheden, uiteindelijk ook heel duidelijk voor de staat Israël. Daarom is het ook onjuist dat de problematiek van de Syrisch-orthodoxen individueet wordt benaderd. I-let is geen probleem van persoontijke aard (dat natuurtijk ook), maar voorat een van politieke aard. Het gaat dan om de internationale, dus ook Nederlandse houding ten aanzien van de Midden-Oosten-problematiek en of wij daar in willen en kunnen bijdragen aan een ontspanning in Turkije, Libanon en Israët. Het is met andere woorden niet alteen een probleem van ,,Justitie", maar tegelijkertijd van Defensie en Buitenlandse Zaken. Als wij aan de ene kant met een bepaalde IVlidden-Oostenpolitiek en wapenieveranties vanuit het Westen bijdragen aan de toeneming van de spanningen en het verscherpen van de polarisatie, kunnen wij als wij onder meer met de vlucht van een aantal van de gedupeerden en slachtoffers geconfronteerd worden, het niet afdoen als alleen maar een „individueel probleem". Met een uitstalling foto's naast de entree tot het VU-restaurant wordt gepoogd duidelijk te maken dat we in de Kerkzaalvluchtelingen te maken hebben met restanten van wat vroeger een bloeiende christelijke cultuur was in het Midden-Oosten. Islamitisch nationalisme in Turkije berooft deze minderheden van Syrisch-orthodoxen en Armeniërs van hun vaderland. Eind vorige eeuw werden al 20.000 Arme275

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's