VU Magazine 1981 - pagina 304
Uit de Hortus
De dadelpalm (II) Daan Smit
Dadels zijn ook bij ons heel makkelijk uit zaad te kweken. De pitten, afkomstig uit gekonfijte dadels, gezaaid in vochtige turfmolm dat konstant vochtig en op een warm plaatsje gehouden wordt, kiemen na ongeveer één jaar. Nadat het enige kiemblad (eenzaadlobbig) ongeveer tien centimeter lang is, wordt de jonge dadelpalm opgepot in een vrij diepe pot. Dit wegens het feit dat de lange penwortel ongestoord verder moet groeien. Om de groei te stimuleren is een voedzaam grondmengsel gewenst, dat verkregen kan worden door één deel bladgrond, één deel klei en één deel oude, goed verteerde stalmest meteikaarte mengen. Op een warme plaats in de vensterbank zal zo'n zaailing zich ondanks de goede zorg toch maar langzaam ontwikkelen. Maar voor wie het geduid op kan brengen is het een leuke bezigheid. Men moet echter wel een jaar of tien rekenen alvorens een aardige plantte hebben gekweekt. Gedurende die tijd moet uiteraard regelmatig worden verpot. De plant moet steeds een zeer lichte, liefst zonnige standplaats hebben. En er dient nauwlettend op te worden toegezien dat het blad niet wordt belaagd door rode spint. Dit uiterst kleine spinnetje, dat in groten getale kan voorkomen, vooral in een droge, zonnige omgeving
278
kan de plant binnen de kortste keren te gronde richten. Met uiterst giftige middelen, die voor huiskamerkultuurnietgeschikt zijn, kan een dergelijke aantasting worden onderdrukt. Een uiterst gemakkelijke methode om de rodespintte verdrijven is om de gehele plant regelmatig onder de koude douche te zetten. Rode spint heeft namelijk een hekel aan kou en zal als gevolg van deze behandeling zondermeer verdwijnen. Nauw verwant aan de da-
delpalm is de Canarische dadelpalm, van oorsprong inheems op de Canarische eilanden en als potplant enorm populair. Zelfs de mooie okergele vruchten die ongenietbaar zijn, worden vooral met Kerstmis gebruikt voor versieringsdoeleinden. Jonge, mooi gevormde exemplaren worden te kust en te keur als kamerplant en voor betrekkelijk weinig geld aangeboden. Ook de Canarische dadelpalm wordt in een warme, droge omgeving, binnen de kortste keren belaagd
Regelmatig bijvoeden met kunstmest, vooral tijdens het groeiseizoen is aan te bevelen. De potkluit moet vooral tijdens de zomermaanden steeds goed vochtig worden gehouden.
191
\WA
HHJIHHBlBiHHki^^xN. ^^F^^_ "^^k.
door de gevreesde rode spint. Enookhiergeldt: regelmatig afspoelen van de gehele plant onder de koude douche. Wanneer we lang plezier willen hebben van welke Phoenix dan ook, dan doen we er verstandig aan hem op een niet te warme, maarvoorai lichte, liefst zonnige plaats te zetten. Vanaf 15 mei tot 15 november kan de plant naar buiten, op een warme zonnige plaats worden gezet. Voor planten die niet direkt aan overvloedige zon gewend zijn, is het goed ze de eerste weken langzaam hieraan te laten wennen doorze af te dekken met een stuk oude vitrage. Dit om verbranding van het blad te voorkomen.
ff'A'
ÉH
^\vir iW^^V^S
Een broertje van de echte dadelpalm is de hier afgebeelde Canarische dadelpalm (Phoenix Canariensis)
vu-Magazine 10(1981)7 (lulh
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981
VU-Magazine | 483 Pagina's